Alsof er een enorme zeepbel zachtjes uit de hemel was neergedaald en zich liefdevol gevouwen had om een ranke, metershoge boom in het bos bij Formerum. Dat was de eerste indruk die het bouwsel van Marco Canevacci opriep, vorig jaar tijdens Oerol. De architect van het in transparante bouwwerken gespecialiseerde collectief Plastique Fantastique uit Berlijn had de sprookjesachtig mooie bol, die door een lange gang verbonden was met een kleinere, speciaal ontworpen voor de dansvoorstelling Loud Shadows / Liquid Events. Het leverde een unieke ervaring op.

‘The bubble’, zoals het object iets te toepasselijk heet, is nu neergestreken op een groot grasveld van het Oranjewoud Festival in Heerenveen. Wat direct opvalt is dat zonder de context van het Formerumer bos er een flink stuk van de magie is verdwenen. Het blijft een indrukwekkend bouwsel maar zonder die boom in het midden toch ook een beetje gewoontjes. Dat de verrassing er enigszins af is zal ook zeker een rol spelen.

AM.OK is nu de eer toegevallen er een voorstelling in te maken. AM.OK staat voor Amsterdams Modern Orkest en het is dan ook de muziek die de boventoon voert in Prikkel, het eerste uitstapje van het gezelschap naar het theater. De zes muzikanten weten zich vergezeld door een acteur en een danser, maar hun bijdrages halen het niet bij de kracht van de muziek. Die bevindt zich op het snijvlak van modern klassiek en elektronica, het terrein waarop AM.OK-oprichter Tijn Wybenga zich een specialist mag noemen.

In welke ruimte van ‘The bubble’ je je ook bevindt, overal klinkt die muziek even glashelder. De combinatie van akoestische klanken, soms voortgebracht door een zacht glijdende viool, dan weer door het hele kwartet, mixt wonderbaarlijk mooi met het geluid van de synthesizer. Maar een extra dimensie krijgt het geheel door de ingenieuze ingrepen die worden gepleegd door middel van zogenaamde live electronics. Klarinet, viool, cello en saxofoon krijgen zo een transformatie die ze nog rijker doen klinken, nog meer mogelijkheden bieden tot intense expressie.

Tegenover die rijkdom aan klanken steekt de tekst schril af. Alsof er tijdens het schrijven een jaargang van het maandblad Happinez op het bureau lag, zo struikelen de clichés over elkaar heen. Dat gaat van observaties als ‘als je je ogen sluit en diep inademt dan maakt het niet uit waar je bent’ via de opdracht ‘te genieten van het natte gras, de liefde en elkaar’ tot de vraag hoeveel relaties ons sociale brein aan kan. Ook de danssequenties zijn niet van het niveau van de overrompelende muziek. Daarvoor zijn ze, vooral in de eerste twee delen van Prikkel, domweg te bescheiden. Om te overtuigen verdienen ze een volwaardiger plaats.

De eerste multidisciplinaire voorstelling van AM.OK draagt nog te veel de sporen van de improvisatie van waaruit ze is ontstaan. Voor het soepel op elkaar ingespeelde ensemble is dat geen enkel probleem, voor een samensmelting met andere disciplines blijkt die aanpak vooralsnog niet toereikend.