Licht wanhopig is de toon van Instead of doing nothing van Nona Buhrs en Dries Gijsels. De leegte van het theater gaapt hen aan, terwijl het publiek buitengewoon geamuseerd toekijkt. (meer…)
Theaterkrant - Het grootste theaterplatform van Nederland
Vlak voordat de voorstelling begint, loopt theatermaker Juan C. Tajes over de kleine speelvloer van Theater Munganga in Amsterdam-Zuid. Hij struikelt net niet over een stevige boomtak, samen met een dik touw het openingsbeeld van Labyrinth, zijn nieuwe voorstelling. (meer…)
Een kasteel is het zeker niet. Eerder een toneelgarage, behangen met voorstellingsposters en pluche gordijnen. De eigen ruimte waarin Theater Mooi Weer Christopher Hamptons toneelstuk Dangerous Liaisons (1985) speelt is een grappig huiskamertheater in de Rotterdamse wijk Delfshaven. Na een gezamenlijke maaltijd neemt het publiek plaats op een tribune van salonstoeltjes. (meer…)
Dat is weer eens wat anders: dat je bij het verlaten van de voorstelling niet helemaal zeker weet of je de voorstelling nu wel gezien hebt. Op Festival Cement overkwam het me bij duo Happel & Van der Vegt (twee leden van het Vlaamse collectief Werktoneel): een voorstelling die volgens de aankondiging een kwartier zou duren, maar waar ik na een half uur lichtelijk verward maar met vrolijke tred het geïmproviseerde zaaltje maar weer verliet, op weg naar een volgende voorstelling. (meer…)
De lach heeft een imagoprobleem. Komedies leggen het af tegen tragedies in theater dat ertoe doet. Serieus, heeft er ooit een acteur een Louis d’Or gewonnen voor een komische rol? Enfin, vast wel, maar toch komen we er zo snel niet op als de twee grapjassen in het kleine zaaltje die vraag opwerpen. Wat wel meteen oppopt: de herinnering aan een stel hilarische voorstellingen die Kuno Bakker en Jorn Heijdenrijk eerder lieten zien hier in Frascati. En de notie dat je alvast blij bent dat dit duo het weer even opneemt voor die underdog: de lach. (meer…)
Bravoure, dacht je. Vrolijke bluf van een viertal overmoedige jonge theatermakers: Lisa Verbelen, Sanne Vanderbruggen, Judith de Joode en Benjamin Moen. Begin twintig waren ze toen ze debuteerden met BOG. Een poging het leven te herstructureren, een sprankelende voorstelling die precies dát deed: proberen greep op het bestaan te krijgen, met taal als belangrijkste tool. (meer…)
Theatermaker Emma Linssen baseerde La grande finale op haar masterscriptie Filosofie, waarin ze de rol van de dood in het werk van Sartre en Heidegger vergeleek. De voorstelling komt pas echt tot leven als de emoties onder de redevoeringen aan de oppervlakte komen. (meer…)