Mooi festival, dat van Oranjewoud. Het prachtige park bij Heerenveen heeft ruimte voor inspirerende locaties, zoals Museum Belvédère. Naast klassieke (en heel wat minder klassieke) muziek is er ook wat ruimte voor theater. Het Noord Nederlands Orkest is een belangrijke partner. In een atoombunker (die heb je ook in het park) vertellen drie orkestleden het verhaal van hun leven.

Het begint met plezier en muzikaliteit, dan studeer je je jarenlang het schompes op je instrument, je wordt zelfs aangenomen op het conservatorium, en dan ligt het volgende grote doel alweer op je te wachten: een baan bij een orkest veroveren. En dan? Dan ben je op je vijfentwintigste één van de grote groep en hangt het van je instrument en van je kwaliteiten af hoeveel licht er op je valt. De volgende veertig jaar op de achterste rij behoort zeker tot de mogelijkheden. Dat hoeft helemaal niet vervelend te zijn; je bent toch een leven lang bezig met muziek.

Natuurlijk heeft elke musicus zijn eigen verhaal. Je hoort het alleen nooit. Daarom is Solo een mooi initiatief van het Noord Nederlands Orkest, waarin vijftien nationaliteiten samenspelen. De musici komen van overal ter wereld; vaak wisten ze niet van het bestaan van Groningen af tot ze er auditeerden.

‘Ik ken niemand die zo laat is gaan spelen als ik’, begint Florian Schneidt, bescheiden zoals je verwacht van een altviolist. Op zijn zestiende namelijk. Met veel motivatie en wilskracht haalde hij in een paar jaar het conservatorium en daarna het orkest. Met lang haar over zijn gehoorapparaat heen: van jongsaf was hij al slechthorend. Behalve doorgever van wat anderen bedacht hebben, wil hij ook iets maken dat de tand des tijds overleeft. Als u over tweehonderd jaar iemand met een mooie strijkstok ziet spelen, kan die best van Florian zijn.

Kumi Kondo moest het opnemen tegen haar ambitieuze tweelingzus en de Japanse cultuur die niet zo dol is op meisjes op de voorgrond. Ze was bijna ingenieur geworden, werd celliste en orkestinspecteur. Ze maakt een gelukkige indruk.

De dorpsfanfare in het Zwarte Woud was het begin voor Stephan Kirschbaum. Op de dood van zijn vader en zijn broer reageerde hij met ogenschijnlijke onverschilligheid, veel drank en het uit de weg gaan van onderwerpen die te dicht bij hem komen. Maar de muziek, Herman Hesse en het besef dat er iets moest veranderen hielpen hem erbovenop.

Solo bestaat uit mooie kleine verhalen van musici (negen in totaal, in wisselende bezettingen) in een minimale vormgeving, die natuurlijk ook hun muziek laten horen. De verhalen werden geschreven door Lowie van Oers, Jante Wortel en Nikki Dekker en geregisseerd door Aukje Schaafsma, Karel Hermans en Tatiana Pratley. De volgende stop is Oerol.

Foto: Knelis