Wordt het niet eens tijd dat Ko van den Bosch een prijs krijgt? Een oeuvreprijs zou ondertussen op zijn plaats zijn, dunkt me. Als dat er niet in zit is het misschien een idee om de prijs voor meest productieve theatermaker van het seizoen in het leven te roepen. Als schrijver en/of regisseur was Van den Bosch alleen al in 2018 betrokken bij maar liefst zes voorstellingen, tezamen (inclusief deze) op theaterkrant.nl goed voor 23 sterren. Vivaldi Code Rood, The bright side of life, Revolutie van de mislukking, De wilde deerne en Missie zkt. Massa: allemaal Van den Bosch. En daar komt nu het overrompelende Instant Love bij.

Heeft u ooit vijf hooggehakte, extreem kortgerokte cellisten achterstevoren op de trailer van een truck hun instrument zien bespelen terwijl ze met hun billen schudden? In Instant Love gebeurt het. Ze moeten zo onorthodox musiceren in opdracht van King, een gladde pooier die gespecialiseerd is in vrouwenhandel. De cellisten, allen leden van Cello Octet Amsterdam, spelen de rol van hoer. Ze zijn van Roemeense of Poolse origine en door King onder valse voorwendselen naar het Westen gelokt. Of zodanig onder druk gezet dat er geen andere keuze was. Bijvoorbeeld door ze mee te nemen naar een feestje, ze daar zwaar te drogeren en te laten verkrachten door een groep mannen. En dan dreigen met het online zetten van de gefilmde (mis-)handelingen.

King, door componist Harald Austbø zeer overtuigend gespeeld als gladde aal, legitimeert zijn wandaden door ze te presenteren met een mensvisie die je een extreem doorgeredeneerd soort neoliberalisme zou kunnen noemen. Hier geldt het recht van de sterkste. In zijn woorden staan we aan het begin van een nieuw evolutionair bewustzijn, een bewustzijn dat zal leiden tot het inzicht dat we straks allemaal wolven zijn, ‘ondergeschikt aan de roedel’. En in die nieuwe wereld is King God.

De voorstelling speelt zich af op het harde beton van een parkeerplaats. Het is niet moeilijk je voor te stellen dat je je bevindt op de parkeerplaats van een Raststätte langs een route waarover vrouwensmokkel zich afspeelt. In de openingsscène ligt daar een vrouw op de grond. Ze heet Grace, komt uit Roemenië en we zien haar later terug als het liefje van King. Vanwege die eerste scène weten we dat het niet goed met haar zal aflopen maar toch gloort er even hoop. Tegen beter weten in natuurlijk. King speelt de loverboy die haar paait met fraaie beloften over de rijkdom die in het verschiet ligt. Hun passievolle relatie levert wel een opwindend hijgnummer in de geest van Je t’aime moi non plus op en een onvergetelijk dameskoortje dat mierzoet Geil tot in de eeuwigheid kweelt.

Maar voor de rest is Instant Love inktzwart, misschien wel juist door de lichte toets waarmee de gruwelijkheden gebracht worden. In een naar de strot vliegende compositie bespelen King en Grace samen een cello en komt Grace (fraai gelaagd gespeeld door Dagmar Slagmolen) erachter dat ze niet meer is dan vlees voor wellustige mannen. Haar gevloek en haar snikken snijden door de ziel. Haar wraak zal zoet blijken maar voordat het zover is moet ze eerst door een diep dal. Om ten slotte toch illusieloos eenzaam op die enorme betonnen vloer over te blijven, met niet meer dan een klein vleugje hoop.

In deze compositie bereiken tekst, muziek en spel op een dramatische manier een hoogtepunt maar ook in de rest van de voorstelling is die samensmelting van de verschillende disciplines door regisseur Ria Marks op een razendknappe manier vormgegeven. Alles klopt in Instant Love. De muziek schrijnt, doet pijn of verleidt en vormt een sublieme eenheid met het spel.
De rijke, barokke taal met de scherpe observaties van Van den Bosch doet de rest. Ik zeg: geef die man een prijs.