50 jaar na Aktie Tomaat is het tijd om eindelijk deze theaterrevolutie te laten rusten. Om die reden organiseren curator Alexander Nieuwenhuis en regisseur en ‘Tomatist’ Gerardjan Rijnders op 4 november Requiem voor Tomaat in het Internationaal Theater Amsterdam (ITA). 

Vrijwel direct na mijn binnenkomst in het ITA Café komt curator Alexander Nieuwenhuis (1984) glunderend naar me toegelopen. Hij heeft zojuist originele krantenknipsels en interne communicatiebrieven van Aktie Tomaat in handen gekregen van theaterjournalist Kester Freriks. ‘Lien Heyting, een van de originele tomatengooiers, wilde van haar archief af en zij was bevriend met Kester. Zo kwam het in zijn handen en hij heeft het nu aan ons uitgeleend’, vertelt Nieuwenhuis vol enthousiasme. Dit kleine, maar unieke archief wordt tijdens Requiem voor Tomaat tentoongesteld in de Rotonde, de foyer van ITA.

Samen met regisseur en tomatist Gerardjan Rijnders (1949) nemen Nieuwenhuis en ik plaats in de koninklijke foyer van ITA. In het hol van de leeuw, waar vijftig jaar eerder met Aktie Tomaat het Nederlands theaterbestel flink werd opgeschud. En met succes: de theatersector nam collectief de beslissing voor een harde reset van het subsidiestelsel, met meer ruimte voor experimenteel theater – een stelsel waar we nog altijd in zitten. Nieuwenhuis en Rijders blikken maandag, samen met de theaterhistorische werkgroep NIT, nog eenmaal terug.

De samenstelling van gezelschappen die deelnemen is enorm divers. Onder meer Maatschappij Discordia, ITA Ensemble, Het Nationaal Toneel, Urland en DEGASTEN doen mee. Hoe zijn jullie bij deze mensen uitgekomen?
Nieuwenhuis: ‘Een deel was historisch: wie waren erbij, wie wil erop reageren? In eerste instantie wilden we meer vanuit deze tijd vertrekken. Wanneer we mensen benaderden met de vraag of ze iets met Aktie Tomaat wilden doen, zeiden ze in eerste instantie gelijk ‘Ja! Gaan we doen. Zijn we altijd door geïnspireerd.’ Maar dan kregen we vrij snel terug dat ze niet goed wisten wat ze dan precies moesten doen. En dat we beter iemand anders konden vragen.

Toen kwamen we erachter dat we moesten vertrekken vanuit iemand die erbij was geweest, die de urgentie van toen en nu voelt. Wiens carrière ook door Aktie Tomaat bepaald is geweest. Zo kwamen we bij Gerardjan uit. Samen zijn we toen gaan kijken naar welke gezelschappen passen, welke niet en welke we nog moesten vragen. Met de dramaturgie van de avond zijn we zo ook bij DEGASTEN uitgekomen. Dat zijn jonge mensen, daar bruist het. Dat is de toekomst. Zij kunnen die geschiedenis deze tijd in trekken.

Nan van Houte is afgestudeerd op Aktie Tomaat en had daar nog een ei mee te leggen. Ewald Engelen hebben we gevraagd omdat hij zo dicht op het maatschappelijke en het politieke zit. Hij verwacht ook dingen van de kunst die de kunst zelf misschien niet eens meer verwacht. Hij heeft carte blanche en komt denk ik met iets wat de boel flink zal opschudden. Het wordt een flinke mengeling van historie en heden.’

Hoe is de samenwerking met de gezelschappen?
Rijnders: ‘Wij hebben de volgorde en lengte vastgesteld, maar verder hebben ze carte blanche gekregen. Ze zijn in principe vrij. Zelf heb ik een monoloog geschreven voor Eeke Boonstra, een net afgestudeerde actrice, vanuit het perspectief van Lien Heyting.’

Waarom de keuze voor een begrafenis?
Rijnders: ‘Als we zeggen: “We begraven de boel en we hebben het er nooit meer over”, dan werkt dat averechts. Dan gaan we het er juist over hebben. We willen dat mensen gaan nadenken. Vijftig jaar geleden gebeurde dit en dat, hoe staan we er nu voor? Moet het herhaald worden? Valt het te herhalen? Wat zijn de overeenkomsten tussen toen en nu? Of nog belangrijker: wat zijn de verschillen?’

Nieuwenhuis: ‘Tijdens het Theaterfestival was ik op een bijeenkomst over Aktie Tomaat van HUMAN. De presentator vroeg op een gegeven moment aan een vrouw van begin twintig wat Aktie Tomaat voor haar betekende, wat haar Aktie Tomaat nu is. In die vraag zit al zo veel verkeerd. Zo lang als Aktie Tomaat de referentie blijft, heeft een nieuwe generatie te weinig ruimte om een eigen vorm van protest of vernieuwing te vinden. En dat terwijl deze tijd zo veel reden geeft tot protesten en het neerhalen van bastions.’

Jullie zijn zelf ook een protestactie van plan tegen de kaalslag die als een donkere wolk boven de sector hangt.
Nieuwenhuis: ‘Met Aktie Tomaat begon een periode van artistieke en productionele omstandigheden die zich nu sluit. Marga Klompé, de toenmalige Minister van Cultuur, gebruikte Aktie Tomaat om een subsidiestelsel vorm te geven dat aan roemruchte gezelschappen de ruimte gaf. Ook gaf zij de uitkeringswet vorm waardoor je met behoud van uitkering toneel kon spelen. Deze CDA-minister heeft zo eigenlijk de hele avant-garde van de tweede helft van de 20ste eeuw veroorzaakt. Een groot deel van wat zij mogelijk maakte voor de kunst is nu weg en zal in de komende periode verder verdwijnen. We zitten nu met 112 gezelschappen in een systeem dat deels te danken is aan Aktie Tomaat. Dat gaat nu halveren als het aan Minister Van Engelshoven ligt. In die zin is de periode Tomaat inderdaad een periode in de theatergeschiedenis die zich helaas aan het afsluiten is. Als we daar iets tegen kunnen doen, moeten we dat ook doen. Tijdens Requiem voor Tomaat doen we een aanzet. Laten we hopen dat die wordt opgepikt.’

Rijnders: ‘Het is niet iets dat heel erg leeft. Niemand ligt er wakker van. Ook binnen de toneelwereld zijn er een hoop mensen die het niet eens weten.’

Nieuwenhuis: ‘Diegenen die zich zorgen maken, zitten in de schil om de theatersector. Als ik spreek met het Fonds Podiumkunsten, NAPK, Kunsten ’92, Theaterkrant: is iedereen heel onrustig over wat er staat te gebeuren. Maar wanneer je de mensen om wie het gaat benadert voor een protestactie, krijg je weinig terug. Wat wij tijdens Requiem voor Tomaat doen is niet ideaal. Het is niet de oplossing. Maar ik heb niet het idee dat er nog vijf, zes andere protesten gaande zijn die wel de juiste snaar raken. En we moeten wel wat doen met z’n allen.’

Merken jullie bij DEGASTEN en Eeke, diegenen die aan het begin van hun carrière staan, eenzelfde pessimisme?
Rijnders: ‘Nee. Die zijn heel optimistisch. Tegen beter weten in. Als ik hoor hoe moeilijk het is voor Eeke om überhaupt auditie te mógen doen, dan heb ik enorm veel respect voor hoe optimistisch zij toch blijven en doorgaan. Ik zou cynisch worden en denken “laat maar zitten”.’

Nieuwenhuis: ‘Ik merk in het algemeen dat er een duidelijke taal ontbreekt om het er over te hebben. Als je naar dat archief van Lien Heyting kijkt, zie je dat er toen ook een politieke taal was waarin men sprak. Nu voelt het veel meer alsof de discussie zich in een lege ruimte afspeelt, zonder te spreken over de politiek of neoliberaal beleid. Dat discours ontbreekt tegenwoordig volledig.’

Rijnders: ‘Er wordt hoe dan ook niet over gesproken. Of het pessimisme is? Cynisme? Of defaîtisme? Ik weet het niet.’

Nieuwenhuis: ‘Wat ontbreekt is een gevoel van collectiviteit. Dat gevoel zouden we nu wel kunnen gebruiken. Dat iedereen druk is en geld moet verdienen begrijp ik. Maar je hoeft voor een rebellie geen subsidie aan te vragen. Je moet een risico durven nemen, en hopen op het beste. Maar mensen hebben veel te verliezen en denken dat ze weinig te winnen hebben. Terwijl als we zo blijven denken we als sector enorm veel verliezen.’

Denk je niet dat bepaalde instellingen te veel geld krijgen in vergelijking tot andere?
Nieuwenhuis glimlacht en kijkt naar het vergulde portret van actrice Theo Mann-Bouwmeester dat aan de muur hangt. ‘Het gaat er niet om dat die veel en die geen geld zou moeten krijgen. De solidariteit moet overal zijn. Zelfstandigen, fondsgezelschappen en iedereen die in de sector werkt moeten zelfs voor ITA opkomen als die geld te kort komen. Maar dan moet dat andersom ook gebeuren. Als meer dan de helft van de gezelschappen dreigt te verdwijnen moeten zij ook protesteren. En dan bedoel ik echt protest. De boel platleggen, weigeren aan te vragen voor ‘21-’24, of een staking te faciliteren. Tot nu toe is er een brief vanuit de ITA en andere BIS-gezelschappen gekomen waarin ze hun zorgen uiten. Ik ben benieuwd wat we nog meer van ze kunnen verwachten.’

Requiem voor Tomaat, 4 november 2019, 20.30 uur, Internationaal Theater Amsterdam. Neem je eigen tomaat mee voor 5 euro korting op het toegangskaartje. Voorafgaand aan de avond wordt het Theaterjaarboek 2018-2019 gepresenteerd, dat eveneens als thema Aktie Tomaat heeft (19.30 uur, salon ITA). Online kaartverkoop.

Foto: Benjamin en Kiddo van der Veen