Het publiek verdringt zich rondom een groot bed, waarop twee jongens het publiek schreeuwerig, in halfbakken Engels toespreken. Om binnen te komen moesten we al over een vrouw heenstappen die voor dood in de deuropening lag. Daarover later meer. Eerst mogen we kiezen: of iemand uit het publiek krijgt een massage, of de twee jongens gaan naakt olieworstelen. Het uitgelaten Paradepubliek (vrijdagavond, 22:00 uur) laat geen misverstand over zijn voorkeur bestaan.

Dus – ‘fuck it’ – is de performance nog geen minuut bezig en zitten de twee jongens verstrikt in een behoorlijk fysiek worstelpartijtje, het publiek op een decimeter afstand van hun naakte, gladde lijven. Er wordt bovendien behoorlijk ‘onder de gordel’ gespeeld. Ineens is het dan tijd voor een volgende act. Wie van de toeschouwer heeft vannacht een droom gehad? Die droom wordt vanavond namelijk verwezenlijkt. Maar halverwege komt er een personage op – half mens, half robot – met een bekentenis: hij heeft een meisje vermoord. In een grote sliert lopen we het Paradeterrein weer op, en dumpen het lichaam backstage in een container.

The Performance Bed is een rommelige, anarchistische en anti-elitaire performance; wat dat betreft helemaal op zijn plaats op de Parade. Het lijkt geïnspireerd op de Oberioe-avonden die de Russische absurdist Daniil Charms een eeuw geleden oprichtte: dat waren performance-compilaties zonder logica, rode lijn of dramaturgie, om zodoende de overtuiging vorm te geven dat kunst per definitie niet zinvol is. De Warme Winkel en Touki Delphine inspireerden daar een kleine twee jaar geleden ook een voorstelling op.

Het totale gebrek aan wezenlijke inhoud wordt in The Performance Bed niet verbloemd, maar vormt de leidraad; zodra een act betekenis krijgt wordt ‘ie onderbroken en begint er prompt iets nieuws. Dat maakt het hilarisch, zeer onvoorspelbaar en voortdurend spannend – ook omdat het publiek zo expliciet onderdeel van de performance wordt gemaakt. Je voelt je geen moment helemaal veilig.

Foto: Neeltje de Vries