Het was een curieus onderdeel van deze – grotendeels afgelaste en gedeeltelijk online gestreamde – editie van het Holland Festival: This evening’s performance has not been cancelled. Een voorstelling, nee, happening, of misschien eerder een interactieve uitzending per telefoon over vele operavoorstellingen die vanwege het coronavirus niet kunnen doorgaan in Europa, in maart, april, mei, juni en wie weet nog veel langer.

Het was een oorspronkelijk initiatief van Zoe Irvine, van de Nationale Opera in Bergen, Noorwegen, waar het Holland Festival gretig op heeft ingehaakt. Vanavond geen voorstelling? Laten we het dan hebben over wat je aan operavoorstellingen moet missen, niet alleen in Bergen of in Amsterdam, maar ook in Antwerpen, Madrid, Wuppertal, Genève, Hannover en zelfs in Garsington, een plaatsje met een schitterend glazen operatheater, ergens tussen Londen en Oxford.

Je moest vrijdagavond een telefoonnummer bellen en als het goed was werd je achtereenvolgens doorverbonden met al die steden naar keuze. Te zien was er niets, van een online verbinding was geen sprake, maar daarentegen kreeg je meestal wel een echte persoon te spreken, misschien geen beroemde regisseur of zangeres, maar wel iemand van de afdeling dramaturgie van het operahuis en daar kun je meestal wel een verstandig gesprek mee voeren.

Zelf moest ik er ook ingroeien. Je gaat snappen dat je niet zomaar lijdzaam moet afwachten wat ze je gaan vertellen, maar dat je ook zinnige vragen kan stellen en enigszins interessante onderwerpen ter sprake kan brengen. Daardoor hoorde ik van de jongen uit Garsington dat hij fel tegen de Brexit is, en met hem 95 procent van de Engelse kunstenaars. Ik begreep waarom ze in Wuppertal tegen het streamen van voorstellingen zijn (daar hebben ze het geld niet voor en ze vinden een echte theatervoorstelling ook gezelliger). Ik hoorde dat ze in Garsington ook een Rusalka van Dvorak hadden gepland, net als in Amsterdam, en in Wuppertal ook een Midsummer Night’s Dream van Benjamin Britten, met een heel kinderkoor, net als bij Opera Zuid. Er waren ook diverse uitvoeringen van Puccini’s La Bohème die niet doorgingen, en verschillende voorstellingen van La Nozze di Figaro van Mozart. Zo’n telefoongesprek kon je afsluiten door te luisteren naar een aria van bijvoorbeeld Musetta of Cherubino. Mooi, zij het een beetje overbodig.

Maar ik hoorde ook veel dat ik nog niet wist. Bijvoorbeeld dat in Wuppertal een nieuwe opera van de Italiaanse componist Salvatore Sciarrino zou zijn plaatsgevonden: Il canto s’attrista, perché?, over Elektra’s moeder Klytamnestra, naar scènes van Aeschylos. En dat theater Transparant in België met Usher een bewerking zou brengen van Annelies van Parys van de horroropera La chute naar het verhaal van Edgar Allan Poe, die Claude Debussy nooit afmaakte.

Nog een unieke voorstelling had Aquiles en Esciros van Francesco Corselli door Teatro Real uit Madrid kunnen zijn . Het is een opera uit 1744 die daarna nooit meer werd opgevoerd, waarin Odysseus de als meisje verklede Achilles op het eiland Skyros opspoort en meeneemt om te vechten tegen Troje. Dirigent Ivor Bolton, regisseur Mariame Clement, vormgeving Julia Hansen, choreograaf Mathieu Guilhaumon. Ik hoorde door de telefoon een aria van Achilles uit deze opera, gezongen door een countertenor, en het klonk bijzonder mooi. Hopelijk wordt deze voorstelling, die al geheel en al klaar was, over twee seizoenen alsnog gespeeld (en wie weet, ook uitgezonden op Mezzo-tv zoals vaak met voorstellingen uit Madrid).

Nederland sloeg in dit internationale gezelschap nu eens een bijzonder slecht figuur. Er was blijkbaar bij de hele Nationale Opera niemand beschikbaar om in dit ongelukkige Holland Festival de telefoon te beantwoorden, dus we moesten het met een cassettebandje doen, dat droogjes vertelde dat we een aria uit Péleas et Mélisande van Debussy te horen zouden krijgen. Mooi hoor, maar het sloeg in dit geval nergens op, behalve dat die opera ongeveer uit dezelfde tijd stamt als de Rusalka dat niet doorgaat.