Naar Opening Night gaan kijken, is volop genieten van spetterend theater dat over zichzelf twijfelt. Plezierig genot is wat de spelers van DE HOE de toeschouwers bezorgen, in hun zoeken naar overdadige waarachtigheid in de liefde, naar intense waarachtigheid in het theater.

Wanneer is die er? Kun je waarachtigheid ook gewoon tonen? Moet het allemaal groots en meeslepend? Moeten theater en liefde steeds opnieuw bevestiging krijgen? Wanneer is liefde echt? Wanneer is theater echt? Bij theater is alles van tevoren bedacht, uitgeschreven. Dan doe je avond na avond hetzelfde. Je herhaalt je. Is dat in de liefde ook zo? Krijg je échter theater als een acteur weigert zijn tekst van buiten te leren? DE HOE worstelt met dit alles en maakt daarmee de toeschouwer gelukkig, heel gelukkig.

DE HOE zal eens tonen hoe dat zit met liefde en theater. Dit nieuwe collectief is de fusie van De Koe en het Hof van Eede. Vader Peter van den Eede en zijn mede-acteurs Willem de Wolf en Natali Broods van het legendarische en spraakmakende gezelschap De Koe werken nu samen met dochter Ans, Greg Timmermans en Wannes Gyselinck (enkel tekst) van het nog jonge maar bijzondere Hof Van Eede. Samen vormen ze het nieuwe gezelschap DE HOE, aangevuld met een derde generatie jonge spelers, Carine van Bruggen en Mitch Van Landeghem.

Als we de zaal ingaan, zien we op groot gaas de iconische hoteldeurscène uit de film Opening Night uit 1977 van John Cassavetes en zijn vrouw Gena Rowlands. Ik heb de film en ook de hoteldeuren nooit gezien, maar dat belet me niet om het stuk te kunnen volgen. Dit fragment is uitgangspunt van de voorstelling. Kun je die openingsscène van de film (na)spelen? Moet je er iets anders van maken? Is het dan nog wel hetzelfde? Moeten de spelers echt op elkaar verliefd zijn om een liefdesscène te spelen? Is een toneelkus niet nep? Een echte kus is toch beter. Of niet?

In een mengeling van projecties van vooraf opgenomen repetitiescènes en discussies, en van theater op de scène waar ook nog vaak live gefilmd wordt en de spelers in close-ups getoond worden, zien we de spelers onder elkaar praten, commentaar geven, veel vragen stellen. Zogenaamde koppels willen de kusscène repeteren, maar stellen zich voortdurend vragen of dat wel goed is.

Greg lijkt verliefd te zijn op Natali en kan de spanning bij de repetitie niet aan. Natali zou het liever met Peter gedaan hebben. Willem is docent geweest van student Carine, en staat nu samen met haar te repeteren. Het dertig jaar leeftijdsverschil zorgt voor vragen, en hun emoties spatten naar alle kanten. Mitch moet de kusscène doen met Ans. Toen hij dertien jaar was, was de tien jaar oudere Ans zijn babysit. Hij vertelt met horten en stoten dat hij toen al verliefd op haar was.

De drie duo’s worstelen met de grenzen tussen echt zijn, echt lijken, doen alsof, en vragen zich af of het wel correct is deze scène überhaupt te repeteren. Tussen de spelers die repeteerden in de filmfragmenten en die hier en nu op het podium voor het publiek hun scène moeten brengen, verschijnt Peter herhaaldelijk. Hij heeft na een voorstelling in Diest toen Willem en hij hun tekst kwijt waren, besloten om geen tekst meer uit het hoofd te leren. Dan pas is hij vrij om te spelen en kan een pijnlijke toestand vermeden worden. Dan pas kan hij onbevangen acteren.

Het stuk gaat over liefde tussen mensen, over liefde voor het leven, voor engagement, voor schoonheid, en ook over de liefde voor theater. Over de manier van acteren is al veel geschreven, van Diderot, Stanislawski en Brecht tot Graig. Geen enkele van die namen valt in de voorstelling, gelukkig, hier hebben we geen theorie, maar puur praktijk. Moet je je inleven in een rol, houd je afstand, toon je dat je speelt, speel je om te spelen? Is een openingsscène bepalend voor een heel stuk? En het midden dan? En het einde van een voorstelling? Is theater niet gewoon een bundeling van afspraken en codes? Draait het allemaal niet rond eenzaamheid, kwetsbaarheid, extase van theater, van liefde, van leven?

Dat alles wordt aanschouwelijk en gelaagd gebracht, met veel humor, verbeelding, mime en spitse dialogen. De voorstelling zit ook vol hilarische momenten. Tragikomisch is hoe iedereen de kus van de anderen met de smartphone wil filmen. Dol is de scène van Greg die een hypo krijgt en nog doller hoe de groep daarop reageert. We krijgen filmbeelden van de groep die over het buitenbeentje Peter praat als hij even weg is. Herkenbaar bezorgd geroddel.

Opening Night zit vol verrassingen, wendingen, verwarring, is bijwijlen overdadig, maar overtuigt steeds in zijn waarachtigheid. Als toeschouwer word je op het verkeerde been gezet, als toeschouwer deel je het spelplezier en de warmte van de spelers. Is dit wat DE HOE nastreeft: ‘door andermans ogen/ naar zichzelf kijken/ als toeschouwer/ met de ogen van de toneelspeler naar zichzelf/ en als toneelspeler/ met de ogen van de toeschouwer naar zichzelf’? Kortom, dit is een productie die elke theaterliefhebber MOET meemaken! Dit is iconisch theater.

Foto: Koen Broos