De voorstelling EUS is gebaseerd op het gelijknamige boek van Özcan Akyol (columnist, radio- en televisiemaker, schrijver). Een rauwe voorstelling die het verhaal vertelt van de zoon van een gastarbeider met een ongeregelde en avontuurlijke levenswijze. Eus probeert te ontsnappen aan een lage sociale klasse, maar worstelt met de druk van zijn familie en de maatschappij.

Op een rustig tempo is een lage bas te horen. Flarden van het journaal klinken luid in de zaal. Het publiek hoort snippets van het journaal over een Roma-familie die beschuldigd wordt van het plegen van invallen. Ondertussen zit Eus op een bankje, met drie politieagenten om hem heen. ‘Weet je wel waarom je hier zit?’, zegt de politie op denigrerende toon. In één klap wordt de maatschappelijke power dynamic geschetst waar Eus in zit.

Eus reageert echter niet op de politieagenten, maar vertelt zijn eigen verhaal rechtstreeks aan het publiek. Dat verhaal ‘begint niet hier bij de recherche, maar veel eerder’, zegt Eus, ’toen ik nog in de buik van mijn moeder zat in Turkije’. Het publiek wordt vervolgens meegenomen naar een jonge Eus in Turkije, die met zijn broers het dorp van zijn vader mag ervaren. Het publiek ziet steeds flarden van het leven van Eus, sterk gespeeld door Jurjen Zeelen.

Eus groeit op in een gezin met een agressieve, alcoholistische vader, die het gezin terroriseert, een machteloze, maar principiële moeder en met twee broers die het slechte pad bewandelen. Eus kan niet met zijn ouders praten en groeit samen met zijn oudere broers Mahir en Kosta deels op straat op.

De familie wijkt niet alleen af van andere Turkse gezinnen in de buurt, ze moeten ook omgaan met de discriminatie die ze ervaren van andere Nederlandse gezinnen en de schadelijke aannames en vooroordelen die al vroeg op hem worden geplakt door zijn identiteit en afkomst. Ondanks zijn uitzonderlijke schoolprestaties krijgt hij bijvoorbeeld toch een lager schooladvies. Hiermee laat Eus ook de institutionele kant van discriminatie zien, die herkenbaar is voor veel jongeren met een migrantenachtergrond in Nederland.

Eus gaat uiteindelijk werken in het restaurant waar zijn broer kookt, en ontmoet daar een paar interessante figuren met wie hij veel uitgaat. Het publiek wordt meegenomen in onhandigheden en seksuele avonturen met meisjes en voor je het weet neemt Eus deel aan een criminele organisatie die door Europa reist en winkels berooft. Hij raakt mede door zijn onverschilligheid, ongezonde relaties en afkeer van de maatschappij steeds dieper in de schulden en problemen.

Celil Toksöz (regie) en Don Duyns (bewerking) weten met authentieke taal en scènes een inkijk te geven in een specifieke tijdsgeest en plaats, het Deventer waar Eus in opgroeide. Er zit absoluut kracht in de uitvoering en de voorstelling is rijk aan inhoud. Er zit veel waarde in hoe het verhaal verteld wordt vanuit het perspectief van personen die vaak onderbelicht blijven of geframed worden door de media. Thema’s als institutioneel racisme, seksualiteit, bi-culturele identiteit, intergenerationeel trauma en klasse-ongelijkheid trekken voorbij. Door deze hoeveelheid aan thema’s kan de voorstelling wel minder de diepte in. Het mocht nog iets dichterbij een kern komen van dit onderbelichte en relevante perspectief.

Foto: Jean van Lingen

Credits

regie Celil Toksöz bewerking Don Duyns spel Evrim Akyigit, Jasper Stoop, Dinda Provily, Jurjen Zeelen, Giulia Reiss regieassistent Mijn Sluijs soundscape Selim Doğru lichtontwerp Ingeborg Slaats decor en kostuums Elian Smits choreografie Mehmet Önal