De granaatappel is een vreemde vrucht in het Hollandse fruitschap, maar in De vlucht van een granaatappel is juist het Hollandse meisje met de appelwangen (Imke Smit) de vreemde eend in de bijt. Het zijn haar drie medespelers, Celil Toksöz, Eran Ben-Michaël en George Elias Tobal, die de maatstaf bepalen. Het is een groep van ijzersterke acteurs, die op een aangenaam transparante en persoonlijke manier hun publiek meenemen op een reis door hun levensgeschiedenissen.

Voor de voorstelling babbelen de vier spelers met het publiek op het erf van de boer om kennis te maken en aan elkaar te wennen. Na een korte inleiding van Ben-Michaël worden we letterlijk de arena ingestuurd en stellen de spelers zich nog eens voor. Tobal en Ben-Michaël kennen we misschien nog uit een eerdere voorstelling van Theater Rast, George en Eran lossen wereldvrede op. Hierin vertelden Ben-Michaël en Tobal verhalen over hun beider moederlanden: Israël en Syrië. Het dynamische duo is uitgebreid naar een kwartet met muzikale duizendpoot Imke Smit en regisseur Celil Toksöz.

Toksöz staat sinds lange tijd weer op het podium. Hij is een Koerdische politieke vluchteling uit Turkije en vertelt verhalen die hij niet eens aan zijn eigen kinderen heeft verteld. Toksöz wil al meteen beginnen met een gruwelijk verhaal over martelingen, maar dit wordt snel en op hilarische wijze afgekapt door Tobal en Ben-Michaël. Ze beginnen met de basics: de reis van het land van al hun grootouders naar de plek waar ze nu zijn: Nederland. Iedere nieuwe plek of nieuw toevluchtsoord wordt verbeeld met een granaatappel. Al snel liggen deze kriskras over de met zaagselbedekte vloer. Het spoor dat de mannen achterlaten vormt een sterk contrast met dat van Imke Smit, die slechts twee vruchten heeft neergelegd.

Met deze simpele scène wordt er een complex dilemma blootgelegd. Hoe verhoud je je tot de ander als de levens zo verschillen? Of specifieker, kun je elkaars leed begrijpen of verzachten, en mag je lijden als het leed van de ander vele malen groter is? Deze zware thema’s komen boven wanneer er geen gedeelde geschiedenis is, zoals wanneer een Hollands meisje tegenover een Koerdische vluchteling staat. Het is ongelooflijk knap hoe de spelers in een hoog tempo de persoonlijke geschiedenissen met elkaar weten te verweven en de zojuist genoemde thema’s iedere keer vanuit een andere hoek belichten. Het voelt dringend, relevant, hierover moet gesproken worden. Maar halverwege de voorstelling blijkt dat spreken niet altijd even makkelijk is, want erover praten houdt de geschiedenis levend. Toksöz betoogt dat hij het juist zijn zoon niet wil vertellen. Hij wil niet dat de verschrikkingen die hij heeft meegemaakt een volgende generatie besmetten.

Behalve verhalen bevat De vlucht van een granaatappel ook een aantal muzikale intermezzo’s van Smit en gaat het publiek op een imaginaire reis, begeleid door de diepe stem van Tobal. Dankzij deze theatrale middelen en de persoonlijke aanpak weet Theater Rast de toch moeilijk bevatbare thema’s als vluchten, lijden en verwerken begrijpbaar te maken zonder deze te versimpelen. In De vlucht van een granaatappel zijn geen eenvoudige antwoorden terug te vinden, wel is er troost en hoop op een betere toekomst.

Foto: Nichon Glerum