Ze wordt soms flink gemarginaliseerd, Charlotta Ivanovna. Een excentrieke gouvernante, een nar-achtige, die maar afleidt van het centrale drama: de teloorgang van de kersentuin en het ongerief van de illustere hoofdpersonages die krampachtig vasthouden aan het oude landgoed. Maar zo niet in de verrukkelijke nieuwe versie van Tsjechovs laatste, in rap tempo in elkaar gestoken door een ‘supercollectief’ van makers. Ze verzorgen hiermee de opening van Collectief NU bij Theater Frascati: een meerdaags programma rondom jonge theatercollectieven (waarover later meer).

Vier clubs verenigden zich voor de gelegenheid in de Carrousel van collectieven en geven met hun omgeploegde kersentuin een fijne proeve van collectief kunnen. Binnen 48 uur maakten ze een sprankelende, slimme voorstelling, waarin naast de liefde voor erfgoed en traditie ook afscheid van het oude door de jongere generatie kan worden gevierd.

Charlotta Ivanona dus, is hier middelpunt van de tweede akte, domein van collectief Blond & Cynisch. Want dat is het idee: ieder collectief neemt een bedrijf voor zijn rekening. Het derde wordt verzorgd door Collectief BLAUWDRUK, het vierde door BrugMan, de entr’acts door de King Sisters. Door een (vermeend?) financieel tekort is afgezien van het eerste bedrijf, wat inhoudelijk natuurlijk goed aansluit, zo begrijpen wij ook.

Blond & Cynisch is met haar spotlight op Charlotta dichter bij Tsjechov gebleven dan Stanislavski in de oeropvoering; de schrijver zag zijn stuk zoals bekend vooral als een komedie en aanvankelijk zou zijn vrouw (een steractrice) de rol op zich nemen en volop in de schijnwerpers staan (het liep anders). Nu is het Esther Ymkje van Steenis die de show steelt met maffe goochelacts, terwijl ze ondertussen een tijdsbeeld schetst dat evengoed van toepassing kan zijn op het Rusland van net voor de revolutie als op het theater in het huidige onzekere tijdsgewricht. Driekoppig Blond & Cynisch maakt voorts goed gebruik van Frascati 1: op soms onverwachte plekken duiken weer andere andere personages op, die zich schrikachtig bewust worden van de woelige tijden.

Blauwdruk sluit op de hun kenmerkende wijze daarop aan; dat wil zeggen, ze namen de taal onder handen – minder doortimmerd dan eerder bij hun Molière en Vondel, want minder tijd, maar toch –  met veel goede ‘Russische’ vondsten. Dat laatste geldt zeker voor hun aanpak van die befaamde derde akte, waarin Tsjechovs stuk wordt geveild en ze het befaamde feest transformeren in het Gala van het Nederlandse Theater – de laatste editie. Zelden was een pijnlijk afscheid zo grappig, en to the point.

En dan worden de kersenbomen omgehakt. De mooie bomen, met hun roze bloesemende uiteinden. In de entr’acts hebben de drie King Sisters ze gestalte gegeven en hun ijselijke kreten van verzet tegen de kap zullen nog lang na-echoën.

Is er, na al het gewoel en geweld, nog een prachtig verstild einde mogelijk? Jazeker. Collectief BrugMan doet het. De een (Jurjen Zeelen) speelt de mens(-en) de ander het huis (Dinda Provily) en langs dag en nacht en jaargetijden is er steeds opnieuw sprake van afscheid – en toch weer een soort nieuw begin.

Een superbegin van deze reeks Collectief NU in ieder geval, dat een heel programma behelst waarin de jonge collectieven verder onafhankelijk van elkaar voorstellingen zullen presenteren. Analoog aan de Estafette van De Collectieven, waarbij een oudere generatie zich afgelopen najaar vol elan manifesteerde in de zalen van Frascati, biedt Collectief NU tot en met zaterdag podium aan de nieuwste lichting om ‘hardop’ na te denken over hun idealen, drijfveren en methoden – en hoe die verschillende manieren van collectief maken tot nieuwere theatervormen (zouden kunnen) leiden.

Naast voorstellingen, waar ook mede-organisator en theatercöoperatie LENZ van de partij is, plus oud-gedienden Dood Paard (met hun recente hit Women in Troy, as told by our mothers) en Maatschappij Discordia (première Weiblicher Akt 12), is er zaterdag tijd voor lezing, contemplatie en een panelgesprek rond de vraag: vanuit welk wereldbeeld kom je als collectief in beweging?

Foto: Bas de Brouwer