Dat de voorstelling de titel Schijn heeft is snel vergeten wanneer Fahd Larhzaoui zich voorstelt en de zaal op de hoogte brengt van zijn geboorteplaats, onderwijscarrière, burgerlijke staat en het gezin waar hij uit komt. Zijn introductie besluit hij met: ‘Heeft u nog vragen?’ En die heeft het aimabele publiek wel.

Ook nadat het zaallicht is uitgegaan zal Larhzaoui zich in de loop van de voorstelling nog enkele keren tot een toeschouwer richten met vragen als ‘Wat doet u als uw kind met een bedrukt gezicht thuis komt?’ of ‘Bent u gelukkig?’ Door het publiek er zo nadrukkelijk bij te betrekken krijgt de voorstelling het karakter van een vertrouwelijk gesprek. Dat schept de sfeer waarin zijn persoonlijke verhaal over zijn opvoeding, de verhouding tot zijn Marokkaanse familie en zijn coming-out tot zijn recht komt. Jarenlang probeerde hij om zijn homoseksualiteit te verbergen om niet in conflict te komen met zijn familieleden. Tot hij het niet langer volhield om zichzelf te ontkennen.

Maar Schijn is meer dan het onopgesmukte, oprechte relaas van zijn jeugd en zijn coming-out. Het is ook als toneelvoorstelling geslaagd. Zo speelt Larhzaoui in Schijn met het beeld dat hij aanvankelijk van zichzelf geeft. De schijn die hij voor zijn omgeving lange tijd moest ophouden laat hij in de voorstelling niet meteen helemaal los. De toeschouwer komt uiteindelijk tot de ontdekking dat ook hij zijn eerste indruk moet herzien.

Larhzaoui’s geschiedenis zou makkelijk zwaar op de hand kunnen worden, een aanklacht tegen onbegrip of tegen de beperkte ruimte die mensen in de Marokkaanse gemeenschap hebben om zich individueel te ontplooien. Maar mede dankzij de tekst die Don Duyns voor hem schreef en de energieke enscenering van Floris van Delft maakt hij er met de nodige flair en humor een aantrekkelijke voorstelling van.