Ilja Leonard Pfeijffer heeft voor zijn tragedie De advocaat de Taalunie Toneelschrijfprijs 2017 gekregen. De prijs wordt jaarlijks uitgereikt aan de schrijver van een oorspronkelijk Nederlands toneelstuk dat in het afgelopen seizoen is opgevoerd. Op de avond van de uitreiking van de geldprijs van 10.000 euro in De Brakke Grond sprak Freek Vielen (winnaar in 2014) met de genomineerden en met de directeuren van verschillende fondsen over de toneelschrijfpraktijk.

Met De advocaat componeerde Pfeijffer volgens de jury ‘een loepzuivere en hilarische analyse van de steradvocatuur en van een maatschappij die een dergelijk, zeer bedenkelijk heldendom faciliteert. De figuren zijn goed uitgewerkt en ontroerend, en hun taal is om van te snoepen. Voortdurend refereert het stuk aan zichzelf en zijn niet geringe ambitie: Pfeijffer meets Shakespeare, meets Pirandello in het Nederland van de 21e eeuw.’

De Taalunie Toneelschrijfprijs is de enige grote theaterprijs die de toneeltekst los van een enscenering beoordeelt. De Nederlands-Vlaamse jury bestond dit jaar uit Nico Boon (acteur, schrijver, theatermaker), Nanette Edens (acteur) en Peter Anthonissen (dramaturg, docent). Ze kozen de winnende tekst van Pfeijffer uit 37 inzendingen. De twee andere genomineerden waren Find me a boring stone van Rik van den Bos en De schaar van de tsaar van Freek Mariën.

Wat opvalt, is dat de drie nominaties erg verschillend zijn. Ten eerste is er Vlaming Freek Mariën met De schaar van de tsaar, een minimalistisch jeugdtheaterstuk dat werd opgevoerd met Mariëns eigen gezelschap Het Kwartier. Hij stript thema’s zoals ‘De Ander’ en ‘traditie’ van allerlei associaties en brengt ze terug tot drie personen in een bijna lege kamer. Eén is De Mama, één De Papa en de laatste Het Kind, zij wisselen deze rollen elke dag. Op een dag komt de Tsaar binnenvallen, een mogelijk symbool voor een vluchteling. Of voor een stiefouder? Het is rekbaar: het publiek kan zelf van alles invullen en het stuk is ook geschreven met in gedachte dat er verschillende ensceneringen mogelijk zijn.

Rik van den Bos werd voor de tweede keer genomineerd voor de Taalunie Toneelschrijfprijs. Met Find me a boring stone, opgevoerd door het Ro Theater, wilde hij in eerste instantie een monoloog schrijven over alles. Dit resulteerde in een solo over iemand in de rouw, die zich afgesloten voelt van de wereld. Door die van achter zijn raam te observeren en beschrijven, kan hij zich er langzamerhand weer beter toe verhouden. Het is een poëtisch stuk, volgens de jury een ‘aaneenschakeling aan briljante zinnen’.

Winnaar Ilja Leonard Pfeijffer schreef De advocaat voor Toneelgroep Maastricht over strafrechtadvocaat Bram Moszkowicz. Hij komt in het stuk tot de conclusie dat hij niet gelukkig is met wat er van hem is geworden en gaat bewust stap voor stap zijn eigen ondergang tegemoet. Hiermee is het volgens Pfeijffer een omgekeerde tragedie: waar de Griekse tragedieheld een speelbal is van het lot, iemand die niet weet dat hij de afgrond in zal stappen, doet de fictieve versie van Moszkowicz alles met zijn volle bewustzijn. Deze Bram Moskowicz is niet gebaseerd op feiten, maar voornamelijk op Pfeijffers eigen fantasie. Pfeijffer heeft dan ook niet veel research gedaan, want ‘als je je te veel voedt met de werkelijkheid, dan ga je het misverstand koesteren dat die werkelijkheid van belang is’. Wat opvallend is aan de tekst, is dat deze een klassieke, Aristotelische structuur van vijf bedrijven heeft. ‘Die Aristoteles die snapte dat gewoon goed’, aldus Pfeijffer.

De Taalunie Toneelschrijfprijs heeft als doel om de autonome toneelschrijfkunst in Nederland te stimuleren. Om mee te praten over dit onderwerp zijn de directeuren van Fonds Podiumkunsten (Henriëtte Post), het Nederlands Letterenfonds (Tiziano Perez) en het Vlaams Fonds voor de Letteren (Koen van Bockstal) aanwezig. Het Fonds Podiumkunsten heeft sinds kort een werkbijdrage Theatertekst, die auteurs kunnen aanvragen wanneer ze niet in opdracht schrijven. De andere twee fondsen hadden al zo’n bijdrage.

Zowel de Taalunie met de toneelschrijfprijs als de fondsen met deze werkbeurzen vechten op deze manier tegen de weinige aandacht die er is voor nieuw Nederlands repertoire. Terwijl de jury uit de inzendingen concludeert dat we kunnen spreken van een ‘bloeiende, volwassen toneelschrijfcultuur’. Als trends in het huidige toneelschrijfveld noemen zij beschouwingen en reconstructietoneel, vooral in de vorm van monologen. Ook ziet de jury in de inzendingen een terugkerende ‘Zie de mens’-thematiek en veel aandacht voor historische figuren.

Foto Toneelgroep Maastricht speelt De advocaat: Ben van Duin