Chef-dirigent van het Nederlands Philharmonisch Orkest/het Nederlands Kamerorkest en De Nationale Opera (DNO) Marc Albrecht verlengt zijn contract dat in 2020 afloopt, niet. Na tien jaar aan de leiding van de Amsterdamse gezelschappen gestaan te hebben, gaat hij zich medio 2020 weer richten op zijn internationale carrière.

Marc Albrecht (1964) begon zijn loopbaan in 2001 als gastdirigent bij Deutsche Oper Berlin. In 2005 wordt hij artistiek adviseur bij Orchestre philharmonique de Strasbourg, waar hij drie jaar later musical director wordt. In 2010 boekte hij succes bij de Salzburger Festspiele met zijn leiding over de Wiener Philharmoniker en hun versie van Alban Bergs Lulu. Ook was hij al eerder te gast bij de Bayreuther Festspiele met Wagners Der fliegende Holländer. Hij is door de jaren heen beroemd geworden vanwege zijn interpretaties op werken van componisten als Wagner, Mahler en Strauss.

Albrecht dirigeerde in 2008 zijn eerste stuk bij DNO en werd in 2011 tot chef-dirigent benoemd. Onder zijn leiding sleepten DNO en Nederlands Philharmonisch Orkest in 2014 een Edison in de wacht voor de live-cd van de opera Der Schatzgräber en in 2015 won hij de International Classical Music Award voor hun dvd-uitgave van The Legend of the Invisible City of Kitezh.

Hij leidde dit seizoen onder andere Wagners Tristan und Isolde  en de herneming van Schönbergs Gurre-Lieder uit 2014. ‘Zelden werd een scenische wereldpremière zo hartstochtelijk onthaald als toen’, roemt DNO zijn werk in het afscheidsbericht.

In 2016 werd al bekend dat directeur Pierre Audi de vierkoppige artistieke staf van De Nationale Opera aan het eind van dit seizoen zal verlaten. Hij wordt opgevolgd door Sophie de Lint. De vervanger van Marc Albrecht is nog niet bekend. Albrecht blijft na 2020 als gastdirigent aan zowel DNO als het Nederlands Philharmonisch Orkest verbonden.

Foto: Marco Borggreve