Dit is dus wat theater vermag. Het nieuws rept van een staakt-het-vuren in Damascus en over een vrijgeleide van burgers en rebellen uit de ‘grotendeels verwoeste’ buitenwijk Daraya, een van de eerste plaatsen waar in 2011 werd geprotesteerd tegen het bewind van Assad. Vreedzaam, toen nog.

Nu is de stad een oorlogshoofdstad. De verhalen die uit Syrië op ons afkomen zijn om moedeloos van te worden.

Maar zie. Dan komt de Syrische theaterregisseur Omar Abusaada naar Groningen met een voorstelling en zien we dat er in dat verscheurde land ook gewoon klaplopende hasjrokers wonen. En onzekere pubermeisjes. En moeders die het vriendje van hun dochter niet goedkeuren.

Natuurlijk, de context is verschrikkelijk. Maar op de een of andere manier put je troost uit deze verhalen van gewone mensen die moeten leven onder extreme omstandigheden.

Mensen passen zich aan, zegt Abusaada. Maar ook: theater maken is voor ons een manier van overleven.

Hij maakte zijn voorstelling While I Was Waiting in Marseille met bevriende theatermakers die vanwege de oorlog op de vlucht geslagen zijn. Omdat hij pendelt tussen Europa en Syrië is hij goed in staat te beoordelen hoe wij, Europeanen, naar de vluchtelingenstroom kijken. Over alleen dat woord al kan hij zich danig opwinden. Door te spreken over ‘stroom’ verdwijnt het individu. Met zijn voorstelling probeert hij de mensen in Syrië weer een eigen, unieke stem te geven.

Aan wilde theaterexperimenten waagt hij daarvoor zich niet. While I Was Waiting is een soort sociaal-realistisch portret van een familie die zich verplicht ziet haar geschiedenis onder ogen te zien omdat een zoon c.q. broer in coma in het ziekenhuis ligt. Het is niet moeilijk om in die zoon een metafoor te zien voor het huidige Syrië waarin leven en dood ook zo dicht tegen elkaar aan schurken.

Alles verandert door deze confrontatie met het verleden. Verhoudingen komen op scherp in een verscheurde realiteit. Hoe te leven in dit schemergebied tussen hoop en wanhoop?

Abusaada geeft geen antwoorden. Gelukkig niet. Wat hij wel doet is van Syriërs weer mensen maken in plaats van ‘oorlogsslachtoffers’ of ‘vluchtelingen’. De Syriër bestaat niet, elk mens heeft een eigen gezicht.

Een belangwekkende voorstelling.