Wonen met de Maas in je achtertuin is geweldig en verschrikkelijk tegelijk, zegt De Heilige Antonius in de proloog. De patroonheilige van verloren voorwerpen waagt zich voor de gelegenheid, en met goede dosis tegenzin, aan het terugvinden van twee dochters. Maar mensen zijn bepaald geen sleutelbossen: ze hebben een eigen wil, die – zeker in crisis – nogal eens op drift slaat.

Zondagavond ging, toepasselijk in vrijwel onophoudelijke regen, de grootschalige musicalproductie Het was zondag in het zuiden in première in openluchttheater De Doolhof in het Limburgse Tegelen. Het is een voorstelling die op vrijwel alle vlakken ambitieus is, getuige de cijfers: een decor van 50 meter breed en 17 meter hoog, gespeeld door 18 acteurs, begeleid door 6 live-muzikanten en voor 2500 toeschouwers. En dan is er natuurlijk nog 200.000 liter water dat elke avond het toneel onder water zet als in het verhaal de Maas buiten haar oevers treedt, in de laatste dagen van 1993.

Zonder meer indrukwekkend, maar de meeste indruk maakt de kluwen aan verhaallijntjes in het script dat Allard Blom baseerde op het verhaal van Ludo Costongs en Margot van Deursen: want tegen de achtergrond van de watersnoodramp voert hij een keur aan personages met bijbehorende problemen op, zonder dat hij ergens de focus verliest, iets afraffelt of personages al te vlak worden. Het was zondag in het zuiden gaat óók over persoonlijke ambitie tegenover nabije zorgzaamheid, gefnuikte dromen en het bijstellen van verwachtingen.

Slim en bovendien zeer geestig is de vondst om de Heilige Antonius op te voeren als verteller: zodoende kan er vlot tussen scènes geschakeld worden, in geestige mini-intermezzo’s waarin de patroonheilige de boel nog even van droogkomisch commentaar voorziet.

Buddy Vedder speelt hem bijzonder genietbaar en met veel gevoel voor humor, en dat is tekenend voor de vlotte regie van Servé Hermans. De voorstelling is over de linie ruimhartig voorzien van komische vondsten, waarmee Hermans luchtigheid en drama aan elkaar verknoopt. Als Mie bijvoorbeeld per ongeluk een beeldje van de patroonheilige op de grond laat vallen, scheurt verderop het kostuum van Vedder. Deze Mie (een liefdevolle rol van Anne-Mieke Ruyten) is degene die de Heilige Antonius vraagt haar dochters Sarah en Irene bij haar thuis op de boerderij te krijgen tijdens die gewraakte kerst van 1993. Maar de eerste (Renée van Wegberg) is druk als beginnend radioreporter, en de tweede (Suzan Seegers) woont in Wenen.

Terwijl de lokale radio-omroep, onder stijfkoppige leiding van hoofdredacteur Mat Houben (Raymond Kurvers) de mogelijke gevolgen van de regenval in de Ardennen bagatelliseert (‘het is geen item, het is een scenario’), steekt burgemeester Ruiters (Hein van der Heijden) zijn kop in het zand. Hij is het type dat liever overlegt dan daadkracht toont. Met een knipooog naar Rowwen Hèzes grootste hit – ‘Het is een kwestie van geduhuhuld!’ – schuift hij het handelen voor zich uit. Als de crisis later een hoogtepunt bereikt is hij – net als de burgemeester van Arcen & Velden destijds – ineens in geen velden of wegen te bekennen.

‘Een kwestie van geduld’, zo heet ook het bandje waar Sarah vroeger in speelde, en waarmee ze in stamkroeg D’n Heilige Antonius (want de meeste heiligen zijn in het katholieke zuiden doorgaans óók cafés) nog weleens optreedt. Het was zondag in het zuiden is een jukeboxmusical rondom bestaand en nieuw werk van Rowwen Hèze. Waar Bloms script soms iets te veel op het voortstuwen van de anekdote zit, bieden (fragmenten uit) zijn nummers ruimte voor reflectie, vertraging en emotie. Daarbij helpt het behoorlijk dat alle spelers vocaal veel indruk maken.

Waar Hermans’ vorige grootschalige productie Dagboek van een herdershond (2022) meer dan eens verzoop in de enorme speeloppervlakte, weet hij nu de diepte en breedte van het podium optimaal uit te buiten, zonder daarbij aan intimiteit in te boeten. Al is de camera-inzet op momenten (wederom) afleidend, en een te makkelijke manier om de achterste rijen van De Doolhof ook te bereiken. Dat lijkt hij trouwens zelf ook best te weten: in een geestige scène stuurt De Heilige Antonius die eeuwige camera dan ook prompt de laan uit.

Na de pauze boet de voorstelling enigszins in aan vaart, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door het door decorontwerper Uri Rapaport prachtig uitgelichte toneelbeeld met ronddrijvende schapen, in het inmiddels donker geworden Tegelen, een aantal mooie (meezing-)nummers en een sterke monoloog van Van der Heijden als gedesillusioneerde burgervader, die categorisch weigert zijn oogkleppen af te doen. Uit zijn halsstarrigheid spreekt vooral veel getraumatiseerde angst.

Het was zondag in het zuiden is een troostrijke voorstelling over omgaan met verlies en het terugvinden van wat je bent kwijtgeraakt. ‘Soms is ’t baeter iets moëis te verliezen, baeter verleeze dan daat ge ’t noëit het gehad.’

Foto: Roy Beusker en Annemieke van der Togt