Iedereen heeft een vader, daar is geen ontkomen aan. Het mannelijk zaad staat nu eenmaal samen met de eicel van de vrouw aan het begin van al het menselijk leven. Nog niet zo heel lang geleden was die strikt biologische determinatie het belangrijkste wat je over de rol van de vader kon zeggen. De vraag was nooit ‘Hoe is je vader?’ maar ‘Wat doet je vader?’. De opvoeding van de kinderen lag op het bordje van de moeder.

Maar tijden veranderen. Dat willen we in ieder geval graag geloven. Er zijn papadagen, de moderne echtgenoot brengt vaker dan vroeger de vuilniszakken naar de container en het kroost naar crèche en voetbaltraining. Maar uit menig onderzoek blijkt dat in elk gezin moeder de vrouw nog steeds de spil is als het aankomt op verzorging, huishouden en boodschappen.

Wie is dan tegenwoordig die man die ‘op zondag het vlees aansnijdt’, zoals een SIRE-campagne de heer des huizes ooit noemde. Over die vraag buigt het Leeuwarder theatercollectief Illustere Figuren zich in zijn voorstelling met dezelfde (zij het iets aangepast aan de hedendaagse zeden) titel.

Voordat ze daaraan toekomen moet eerst de klassieke vader begraven worden. Naakt opgebaard ligt hij centraal op de speelvloer, met een grote projectie van Darth Vader op de achterwand. Een niet mis te verstaan beeld. Darth Vader, dienaar van de kwaadaardige keizer Palpatine uit de Star Wars films, is een wreed mens. De toon is gezet: de man waarmee afgerekend moet worden is niet zomaar ‘de afwezige vader’, hij is vooral de kwaaie pier.

Daarmee schaart Illustere Figuren zich in een rijke traditie in de Nederlandse letteren. Gerard Reve portretteerde in De avonden de vader als een boerende en winden latende sukkel, de pa in Wolkers’ boeken was een godvruchtige, straffende tiran, die van W.F. Hermans een suffe onderwijzer en in A.F.Th. van der Heijdens De tandeloze tijd een alcoholist die scheldt en slaat. Aan literaire vadermoordenaars is geen gebrek bij onze schrijvers.

In deze Vaders ontmoeten we niet zo’n Oedipus. De relatie tot de verwekker is er gespreid over drie zonen en die hebben allemaal hun eigen verhaal. Een van hen klampt zich, nadat hij zich heeft uitgekleed, vast aan het lichaam van zijn vader, alsof hij één met hem wil worden. Een prachtig beeld.

In het wassen van het levenloze lichaam en in een poging het om te draaien blijkt vervolgens hoe verschillend hun verhouding tot hem was. Het gehannes levert een even schrijnende als komische scène op. In de lijkrede daarna krijgen we iets meer over de overledene te horen in een verhaal dat doorspekt is met dubieuze complimenten. De vader wordt als het ware alsnog het graf in geprezen.

Na deze openingsscène blijft de vader in een filmloop gedurende de hele voorstelling op een podiumbreed achterscherm aanwezig. Naakt lopend of rennend, rare pasjes makend of spelend met een bal. Een sterke beeldenreeks die symbool lijkt te staan voor de eindeloze cyclus die het leven is, generatie op generatie.

Maar goed, toen was die vader dood en moesten de zonen zelf aan de slag. En dat bleek nog niet mee te vallen. Alsof ze beseften dat ook zij, alle vijf man immers en twee van hen zelf al vader, straks die cyclus niet kunnen doorbreken. Met dat besef leek ook de creativiteit doodgeslagen. De een emmert veel te lang door over het volstrekte non-item ‘beroemde vaders’ (dat wil zeggen: beroemdheden die ook vader zijn) en over de vader als kruiwagen (stoer, gereedschap) versus de moeder als slaapzak (zacht, verzorgend). Is het werkelijk? Zijn deze versleten beelden de enige die er in het collectieve denken over het thema opborrelden? Dat die beelden later in de voorstelling er weer onderuit gehaald worden, doet aan het clichématige niets af.

De ander doet, integraal, een vertolking van The living years van Mike and the Mechanics. Inderdaad, een krachtig lied over de moeizame relatie tussen een vader en een zoon, waarin thema’s als verwachting en spijt fraai vervat zijn. Maar ook wat gemakkelijk om daarvoor leentjebuur te spelen. Het als microfoon gebruiken van het rode lichtzwaard van Darth Vader levert een mooi beeld op, maar verder dan een gimmick komt dat niet.

Illustere Figuren heeft zich verslikt in het onderwerp. Misschien is het ook wel onmogelijk om als collectief een voorstelling te maken over iets wat uiteindelijk zo strikt persoonlijk is. Dan wordt het al gauw een verzameling privéverhalen, noodgedwongen gefragmenteerd. Daar gaat de voorstelling onder gebukt, hoe fraai de beelden ook mogen zijn waarmee Vaders is opgetuigd. Een antwoord op de in de titel opgeworpen vraag krijgen we al helemaal niet.

Foto: repetitie, Joran de Boer