Het kan niemand ontgaan zijn: het is feest bij Het Nationale Ballet. De 90ste verjaardag van Hans van Manen wordt groots gevierd met een (inter)nationaal festival: vier verschillende programma’s waarin acht dansgezelschappen en -ensembles te zien zijn in 17 balletten.

De maestro zelf wordt niet moe om op tv en in kranten, al witte wijn drinkend en gezellige sigaretjes rokend, te vertellen over zijn roemrijke carrière. In het openingsprogramma zijn twee werken te zien waaraan in elk van de interviews gerefereerd wordt: Metaforen – met een pas de deux voor twee mannen – en Sarcasmen, met de roemruchte hand in het kruis.

Gelukkig is er in de loop van de bijna zestig jaar sinds de première van Metaforen (1965) het een en ander veranderd in de perceptie van manvrouwbeelden en homo-emancipatie. En als het over de balletwereld gaat, is dat zeker in belangrijke mate te danken aan Van Manen. Als er iemand de balletdanser bevrijd heeft uit knellende tradities, is hij het wel

Waar het mannenduet destijds voor de nodige ophef zorgde – het werd ervaren als een choquerend statement terwijl Van Manen ‘gewoon’ wilde laten zien dat twee mannen net zo goed een duet konden dansen –, valt het nu nauwelijks op. Het is interessant om vanuit een hedendaags perspectief te kijken naar wat al in zijn beginjaren het specifieke Van Manen-idioom uitmaakte en dan zie je eigenlijk al heel veel terug, al is Metaforen zonder meer het meest ‘balletteske’ onderdeel uit het programma. Maar toch: het geraffineerde lijnenspel, de vloeiende bewegingen met felle, onverwachte accenten, de blikken, het doorbreken van de serene symmetrie en de keurige spiegeling, het is er allemaal al.

Sarcasmen is zonder twijfel een van zijn beroemdste en meest gedanste ‘balletten voor twee’, in 1981 gemaakt voor Rachel Beaujean en Clint Farha. Het is de kortste, meest geestige en verhelderende samenvatting van het ‘aantrekken- afstoten’-principe in de liefde denkbaar: de twee dansers cirkelen om elkaar heen, proberen ‘niet geïnteresseerd’ uit te stralen en laten zich desondanks keer op keer verleiden. Dat zij halverwege haar hand op zijn kruis legt, is een iconisch beeld geworden, maar er zijn veel meer speelse momenten vol erotische spanning.

Timothy van Poucke is geweldig in zijn element, al is hij bijna over de top macho, en Salome Levereshvi geeft mooi weerwerk. Een duo dat ook weer nieuwe, kleine grapjes en bewegingen weet te brengen in dit ironische spel van dominantie, macht en verlangen, met de door de wol geverfde Mikhail Murach als pianist én getuige van het elkaar uitdagende stel.

Frank Bridge Variations op Benjamin Brittens Variations on a Theme of Frank Bridge is het meest recente werk uit 2005, gemaakt voor Het Nationale Ballet. Van de vijf paren maken zich twee solistenkoppels los: Olga Smirnova, de prima ballerina die uit Rusland moest vluchten vanwege kritische opmerkingen over de oorlog en sinds een paar maanden is toegevoegd aan het ensemble van Het Nationale Ballet, danst met Constantine Allen, Remi Wörtmeyer met Qian Liu. Ongelooflijk hoe snel Smirnova zich het Van Manenidioom eigen heeft gemaakt: het is energiek en geladen met betekenis. De mannen stelen de show met geweldige sprongen en stampende voeten. Het lijnenspel van de vijf dansparen lijkt spontaan, maar zit ingenieus in elkaar en er is ruimte voor humor.

‘Dans drukt niets anders uit dan dans’ is een van Van Manens beroemde uitspraken. Tegelijkertijd zorgt de grootmeester ervoor dat er in elk van zijn 150 balletten van alles gebeurt wat je als een verhaal kunt interpreteren. De blikrichting is zijn specialiteit – een blik precies op het juiste moment in de juiste richting zegt alles – maar ook de manier waarop hij speelt met de seksen, spanning opbouwt tussen twee mensen, een serene sfeer opbouwt en die vervolgens genadeloos onderuithaalt, de erotische connotaties; het zijn telkens nieuwe variaties op terugkerende elementen. De achteloze wijze waarop Van Manen strooit met lijnen, bewegingen en blikken, steeds verhalen en betekenis suggererend, verveelt nooit omdat je telkens weer nieuwe ontdekkingen doet.

Grosse Fuge (1971), op muziek van Beethoven, is wereldwijd Van Manens meest uitgevoerde creatie, oorspronkelijk gemaakt voor het Nederlands Dans Theater maar heel mooi gedanst door Het Nationale Ballet. Vier vrouwen staan in een wit decor met een af en toe oplichtende neonlijn aan de horizon (ontwerp: Jean-Paul Vroom) in een hoek te kijken naar vier mannen in zwarte broekrokken die zich uitsloven om aandacht te trekken, om vervolgens het heft in eigen handen te nemen. Het is opnieuw een spannend machtsspel tussen de seksen waarbij de posities nooit vast lijken te staan: telkens valt er opnieuw wat te veroveren. Heel geestig hoe de vrouwen, als de mannen hun broekrokken hebben uitgedaan en alleen nog zwarte zwembroekjes dragen, zich optrekken aan hun riemen. Erotiek is altijd aanwezig in zijn werk, net als humor. Zijn balletten tonen zelfbewuste mensen, brutaal, stoer en sexy.

Foto: Grosse Fuge in 2021, Hans Gerritsen