Het afscheidswerk van choreograaf Arthur Rosenfeld kent evenveel opmaten als einden. Eindigen is ook wel zoiets als opnieuw beginnen. En waarom stoppen eigenlijk, omdat je bijna vijfenzestig bent? In een voorstelling boordevol fragmenten uit zijn oeuvre kroont King Arthur Rosenfeld zichzelf tot koning, zijn lichte zelfspot is vooral een manier van overleven.

‘You can do it’; ze lokt hem het toneel op, maar nukkig weigert hij zijn plaats tussen de toeschouwers in de tribune te verlaten. Dat tekent een karakter. We mogen hem aansporen; ‘Arthur, Arthur’. Het premierepubliek roept gewillig mee, al zijn het geen kinderen deze keer. EXIT Pursued by a Bear is geen voorstelling voor de jonge doelgroep. Toch kent deze afscheidsvoorstelling wel het speelse en lichte idioom waarmee Rosenfelds werk groot werd in Nederland. Dat hij bij de jeugd uitkwam was geen gestuurd beleid overigens, het bleek gewoon goed aan te slaan.

De titel is ontleend aan een regie-aanwijzing in A Winter’s Tale van Shakespeare en betreft een beer die nergens in het werk terugkomt. Dat is voer voor een poëtisch maker als Rosenfeld. Voor wie EXIT Pursued by a Bear gemaakt is, is niet duidelijk. Rosenfeld heeft het open gelaten en alle vrijheid genomen. In die vrijheid gaat hij soms kopje onder, door het tegenspel van gastrollen, maar ook omdat deze voorstelling nergens heen lijkt te gaan. Precies dat is nu juist de lol van vrijheid, zeker voor een choreograaf wiens praktijk dankzij regeringsbeleid en een gedwongen fusie steeds meer aan banden werd gelegd. De Meekers, Rosenfelds eigen gezelschap, ging in het laatste kunstenplan samen met het werk van Siberia op in MAAS theater en dans. Een praktijk opbouwen is een, maar het werk voortzetten is ook een kunst. Zeker voor deze introverte Amerikaan, een van de eerste generatie dansers van Pina Bausch. Haar danstaal hield hij vast met vooral veel gevoel voor timing.

‘It’s your legacy’, roept Ana Teixidó. Zij is sinds jaar en dag vertrouweling, repetitor en levenspartner van Rosenfeld, altijd in de schaduw overigens. Met gespeelde tegenzin komt hij het podium op en dan is de beer los. Grommend gooit hij zich op de grond, als een ontevreden baby spartelt hij op zijn buik, zijn vuistjes op de grond slaand. Deze baby is niet snel tevree, al helemaal niet met zijn naam. Wat daarna volgt is een reeks sketches soms dansant, soms theatraal, waarin het hele oeuvre van Rosenfeld de revue passeert.

In de compilatie zit werk gemaakt onder de vlag van Meekers met onder andere goochelaar Woody Woet die Rosenfeld op geestige wijze laat verdwijnen. Ontroerend is het dymanische duet met urban danser Erik Bos – uit het recente 100% Selfmade, waar ook de quote ‘you can do it’ vandaan komt – die Rosenfeld in een fysieke uitputtingsslag alle hoeken van de zaal laat zien. Maar ook delen uit de Sacre van Bausch komen voorbij en een duet uit het werk van Jean Claude Galotta, dat op een ontroerende manier de relatie tussen Rosenfeld en Teixidó kleurt. De twee leerden elkaar kennen tijdens het maakproces van dit werk.

Die relatie is de rode draad in de voorstelling. Zij ‘dartelt’ rond (en hoe!), hij zoekt, wroet en gromt tot hij er bij neervalt. Zo ontspint zich langzaam ook een zeer persoonlijk verhaal, dat de worsteling van een kunstenaar laat zien die maar een passie kent; zijn werk. Rosenfeld kent zichzelf goed, alleen in de vorm van een voorstelling kon hij afscheid nemen, om daarna natuurlijk gewoon lekker door te gaan. ‘Don’t worry mam, I have a persion now.’ In een reeks van op- en afgangen toont Rosenfeld niet alleen het kind – maar vooral ook de clown – in zichzelf om ons vervolgens te overweldigen met zijn onvermoeibare vitaliteit. Daar kwam geen einde aan ook niet na de kroning van King Arthur en alle andere eindes die nog volgden. Maar het begin van de avond was minstens net zo geestig, toen de Erasmusspeld, die Rosenfeld uitgereikt kreeg, zoek raakte en in een bloemenboeket bleek beland. Alsof hij het op voorhand had geënsceneerd :-)

Foto: Phile Deprez