Stormnacht op de hei, donder en bliksem: drie heksen doen de ambitieuze generaal Macbeth de voorspelling dat hij binnenkort koning zal zijn. Daartoe moet hij eerst koning Duncan vermoorden. De heksen spreken als met de stem van de natuur: raven krassen, roofvogels krijsen. De natuurmachten ontketenen één van de bloedigste tragedies uit de wereldliteratuur, Shakespeares Macbeth (1603-1607). 

Twee Duitse regisseurs, Jana Vetten (1989) en Jan-Christoph Gockel (1982), en een internationale cast van vijf performers met opgezette dieren geven aan Macbeth een compleet nieuwe, bij vlagen fascinerende versie, uitgevoerd door het Noord Nederlands Toneel. Vetten, die aan het Mozarteum Salzburg studeerde en Gockel, die regiestudies volgde in Frankfurt-am-Main en Berlijn, transformeren de tragedie tot een grillige heksensabbat, een duister lofzang op de heks. Terecht stelt de regie de vraag waarom de figuren van de nacht, dit ‘middernachtelijke gespuis’, betrekkelijk kort aan bod komt. Zij ontketenen de tragedie, en daarmee is hun rol voltooid, zo lijkt het.

De voorstelling opent met een verrassende toelichting door de Poortwachter of zaalwachter (Sarah Janneh). In kostuum van een ouvreuse vertelt ze in het kort het hele verhaal van Macbeth die met kameraad Banquo de koning vermoordt, Lady Macbeth die de geheime kracht is achter Macbeth en het bewegend woud van Bernam (soldaten gemaskeerd met takken) dat Macbeth vernietigt. Dat gaan we dus niet zien. Wat dan wel? Macbeth is in elk geval, afgezien van een kort optreden, geheel afwezig. De spelers bevinden zich in een soort Natuurhistorisch Museum met opgezette dieren die zij in spel en gebaar tot leven wekken.

Inspiratiebron daartoe vormt poppenspeler Michael Pietsch, die met behulp van een taxidermist van het Berlijnse Natuurmuseum de vos, raaf, gier, schaap, wasbeer en meeuw onderdeel maakt van het spel. Dat levert spectaculaire beelden op. Vooral Angela Herenda laat de gier majestueus vliegen, ze koestert de vos en wasbeer. Op een gegeven moment is actrice Bien De Moor geheel gehuld in alle dieren, zijzelf lijkt een dier te zijn geworden, een geheel met de natuur.

Die natuur en de kracht van vrouwen vormen de sleutel van EXIT Macbeth, of eerder het bovennatuurlijke. In de duisternis van een heksennacht voltrekt zich vol atmosfeer en dynamiek een associatieve verbeelding van machten die ons begrip te boven gaan. Rosie Reith improviseert op onze hang om te spreken over Moeder Natuur. Om haar betoog kracht bij te zetten bedrijft ze de liefde met het kameroenschaap en zweeft ze geheel naakt als een heks, mét bezemsteel, door de lucht. Ze is vrij, ze heeft zich onttrokken aan menselijke en vooral aardgebonden beperkingen. Prachtig zijn haar zinnen over het verlangen van de mens de natuur te willen overheersen, maar dat we dat niet kunnen. De mens is onderdeel van de natuur.

Als de mens rationeel moet kiezen, zoals De Moor in een cruciale scène uitdrukt, dan kiest zij voor de witch, de heks, de profetie. De heks kan ook de tijd uitwissen, want de heks is aan alles ontstegen. Met een indrukwekkende soundscape van componist Matthias Grübel en het exuberant-dynamische toneelbeeld en kostuums door Janina Brinkmann is EXIT Macbeth vooral een soort surrealistische nachtmerrie, en nagenoeg geheel van Duitse makelij. Het waarom daarvan is niet duidelijk, behalve dat het Noord Nederlands Toneel zich voorneemt ‘internationaal’ te gaan. Hoewel het tekstaandeel belangrijk is, met een keur aan beroemde citaten uit Macbeth, teksten van improvisaties en zelfs nieuwe studies naar Shakespeare is de boventiteling beneden elke maat. Die hangt helemaal bovenaan in de toneelopening en is vanuit de zaal, met veel te kleine letters, nauwelijks leesbaar. Alsof de tekst er niet toe doet en ondergeschikt is aan de overweldigende beeldtaal.  Dat is een pijnlijke omissie.

Wat uiteindelijk in de herinnering blijft is een associatief, nachtmerrieachtig en niet altijd eenvoudig te bevatten loflied op het bovennatuurlijke en de buitenaardse krachten die ons handelen beheersen. En er is het statement van de mens die de natuur óók vernietigt: de gier vliegt door de lucht en raakt bedolven onder het plastic. Een stormwind blaast ook het plastic de zaal in. De Poortwachter mag alles opruimen. Zij heeft aan het slot de performers meegenomen weg van het podium, terwijl ze zingt over de tijd die verdwenen is, en niemand weet waarheen. Dat is mooi, maar we zijn wel steeds verder weg van Macbeth geraakt.

Foto:  Jelmer Buitenga