Sinds 15 december zijn alle theaters in verband met de coronamaatregelen opnieuw gesloten voor publiek. Artistiek leider Jetse Batelaan van Theater Artemis maakt op dit moment Dans is lekker ritmisch bewegen op muziek voor het voorjaar van 2022. Ook de (uitgestelde) Nederlandse première van Het eind van het begin van het einde, die eigenlijk voor zondag gepland stond, blijft nog wat langer in de ijskast dan eigenlijk de bedoeling was. Niettemin: ‘We hebben ontzettend geluk gehad.’

Want, legt Jetse Batelaan meteen uit, ze hebben Het eind van het begin van het einde tenminste nog kunnen spelen, al was het maar dertien keer in Antwerpen. ‘De voorstelling is gemaakt, gezien en goed ontvangen, en dat is toch anders dan wanneer vlak voor de première de stekker eruit moet.’ Batelaan weet waarover hij praat: hij was eindregisseur van Een oprechte ode aan de ironie van De Warme Winkel, die twee dagen na de theatersluiting in maart vorig jaar in première had moeten gaan, maar – vooralsnog – nooit gespeeld heeft. ‘Toen waren we echt in shock. Nu was er meer gelatenheid.’

Zelf zit Batelaan inmiddels overigens (klachtenvrij) in quarantaine in zijn woonplaats in Gelderland, vanwege een besmetting in zijn directe omgeving. En daar baalt hij van: de componist uit Frankfurt met wie hij samenwerkt voor Dans is lekker ritmisch bewegen op muziek, een coproductie van Theater Artemis en Künstlerhaus Mousonturm, is juist deze week speciaal naar Nederland gekomen om aan de voorstelling te werken, en neemt daarbij voor lief dat hij bij terugkomst in Duitsland meteen in quarantaine moet. ‘En nu zit ik zelf thuis. Daar heb ik wel even om zitten vloeken.’ Om daar even later relativerend aan toe te voegen: ‘Ach, je wordt er ook flexibel van.’

Het was nogal een ‘hoogmoedige onderneming’ om in coronatijd een grotezaalproductie te maken, vertelt Batelaan over Het eind van het begin van het einde. ‘Zeker omdat het een internationale coproductie was met een Vlaams-Nederlandse cast, en je dus met regels en inreisbeperkingen vanuit beide landen te maken hebt. Onze productieleider Klaas Tops is inmiddels chef van alle coronaregelgeving.’ De repetitieperiode bleef voortdurend spannend. ‘Een aantal keer dachten we echt: nu is het klaar. Nu komen er strikte reisverboden, hier komen we niet meer onderuit. Maar toch kwamen er steeds weer uitzonderingen voor artiesten waarop we ons konden beroepen.’

Het eerste deel van de repetities vond plaats in Tilburg bij Het Zuidelijk Toneel. Om de reisbewegingen zoveel mogelijk te beperken, zijn de spelers uit Vlaanderen in die periode zoveel mogelijk in Tilburg ondergebracht. Aanvankelijk was acteren nog niet aangemerkt als contactberoep en moesten de spelers onderling anderhalve meter afstand houden. ‘Dat lukte wel, het is sowieso niet een productie waar dat heel erg aan de orde was. Grootste probleem was dat er vanaf het begin tot eind live gezongen wordt. Dat gaf weer allerlei uitzoekwerk. We hebben de voorstelling in de zomer gemaakt, dus er werd voortdurend als een gek geventileerd.’

Voor de montage verhuisde de ploeg naar hetpaleis in Antwerpen, waar de voorstelling op 2 oktober in première ging. Daar vonden voortdurend professionele luchtmetingen plaats, omdat op basis daarvan werd bepaald hoeveel mensen er in de zaal mochten zitten. ‘Dat was een week voor de première nog ongewis.’

Uiteindelijk zaten er tijdens de première maar liefst driehonderd toeschouwers in de zaal. ‘Dat voelt achteraf als een soort fata morgana.’ Voorafgaand aan de première was hij nog ‘best pessimistisch’ over de opkomst. ‘Zijn mensen niet te angstig om naar het theater te komen? Maar dat bleek onterecht: er kwam van alles, van bejaarde stellen zonder kinderen tot ouders met pubers.’

In Vlaanderen heeft de voorstelling in oktober dertien keer gespeeld (voor in totaal bijna drieduizend toeschouwers), voordat de stekker er vlak voor de Nederlandse première op 16 oktober uit moest. ‘Dat was natuurlijk balen, maar het kwam niet uit de lucht vallen. We zagen allemaal die cijfers oplopen. Het maakt veel uit of je de voorstelling nog hebt kunnen spelen of dat je vlak voor de finish wordt afgefloten. Het feit dat we de voorstelling tenminste een aantal keer gespeeld hebben, maakt ons nu milder en geduldiger. We weten dat de voorstelling er is. Hij doet het en we hebben veel zin om hem te laten zien.’

Als de voorstelling in september weer de ijskast uitkomt voor de Nederlandse première, wordt er eerst nog een dag of vier gerepeteerd. ‘Het is zowel technisch als muzikaal allemaal best complex, we moeten alles stap voor stap terughalen. Maar in de basis zit het goed en dat is fijn: ik zit niet te stressen dat we nog dingen moeten veranderen.’

Op dit moment is hij bezig met het maken van Dans is lekker ritmisch beweging op muziek. ‘Ik repeteer tot het moment dat we normaal gesproken naar Duitsland zouden gaan om te monteren. Dat gaan we nu pas in het voorjaar van 2022 doen. Volgens mij is het fijner om iets voor driekwart te maken en het laatste stuk pas te doen zodra de voorstelling echt gaat spelen. Het lijkt me veel tergender als je het maakproces helemaal hebt volbracht en er dan niks gebeurt.’ Op tijd stoppen dus, dat is de truc. ‘Ga niet verder dan driekwart, zou ik zeggen. Maar dat moet natuurlijk ook maar net passen.’

Batelaan bekijkt het zoveel mogelijk positief. ‘Normaal is een maakproces heel stressvol. Een week zoals deze, waarin ik ineens thuis zit, had ik me normaal nooit kunnen veroorloven. Dit kan invloed hebben op hoe ver we nu komen, maar dat lopen we dan later vast wel weer in. Dat is de les van dit jaar: je moet je niet te veel in iets vastzetten, dat heeft geen zin. We krijgen een goeie les in nederigheid.’

De Nederlandse première van Het eind van het begin van het einde van Theater Artemis, Het Zuidelijk Toneel en hetpaleis staat gepland op 2 september in Theaters Tilburg en gaat daarna op tournee. Klik hier voor meer informatie. Foto: Kurt van der Elst