Een immens maïsveld met een verlaten caravan en in de verte eindeloze elektriciteitsdraden op palen. Het is een vredig plattelandsplaatje. Maar als de mist wegtrekt, blijken de planten niets meer dan plastic afval te zijn en de caravan bewoond. De zielen van deze gemeenschap leven in afgedankte dromen.

In waarschijnlijk (nu al) een van de mooiste decors van het seizoen, gaat het over hen ‘die gemaakt zijn om te verregenen’. Een man eet zich dood na het overlijden van zijn vrouw. Zijn zoon ziet zijn jeugdliefde trouwen met de verkeerde man. Een oma rouwt om haar dochter die ze verloor aan de zeebodem en een eenzame hoer is haar kat kwijt.

Ze kunnen niet ontsnappen aan hun lot, maar duwen elkaar toch liefdevol vooruit. De jongen die dood wil, mag mee met de hoer. De verslaafde man wordt na een zoveelste vreetpartij naar het wc-huisje van verroeste golfplaten gestuurd. En zodra het kan, dansen, zingen en eten ze er samen op los. ‘We kunnen beter een kunstwerk maken van onze val,’ zegt de dorpsfilosoof.

Regisseur Alize Zandwijk maakt met Vreugdetranen drogen snel een live Emir Kusturica film. Ze breidde haar zevenkoppige acteursensemble uit met drie muzikanten en drie dansers en laat ze in alle hoeken van het maïsveld uitzinnig hun leven vieren. Het levert prachtige choreografieën op, zoals een verleidingsduet van de verlegen jongen (acteur Gijs Naber) met de hoogzwangere bruid (danseres Charlotte  Goessaert) en een rituele wassing van een dik, naakt lijk (Jack Wouterse) door dorpsgenoot Juan (danser Miguel de Jong).

Net als Kusturica, voorziet ook Zandwijk de rauwe realiteit van vleugjes magie. In kleurrijk droomlicht komen doden weer tot leven en zweven bruiden in drievoud rond. De soundtrack is van multi-instrumentalist Beppe Costa, die samen met Oleg Fateev (accordeon)  en Rutger Woudenberg (trompet) live een sfeervolle mix van opzwepende Balkanritmes, weemoedige fado en meeslepende ballades speelt.

Auteur Rik van den Bos voorziet alle karakters van hoopvolle oneliners over het leven, de liefde en de dood. Zijn taal is  poëtische en filosofisch, vaak met ontzettend grappige woordspelingen. Er zijn alleen wel heel veel darlings blijven staan. Veel mooie zinnen – zoals ‘Roep ja! Ja, het doet pijn, maar ik kijk het recht in de ogen en druk het tegen mijn borst’-  zou je thuis in moeilijke tijden graag nog een keer willen nalezen. Maar in combinatie met de krachtige beelden en geladen muziek zijn ze in deze voorstelling met teveel. De spelers schreeuwen die ‘Ja’ ook al zonder woorden vol overgave uit.

Foto: Leo van Velzen