Naast de biënnale in Meppel, levert het Microfestival voor poppen- en beeldend theater in Dordrecht nog een van de weinige jaarlijks terugkerende internationale podia voor dit onderbelichte genre in Nederland. Het Dordtse festival onder leiding van Damiët van Dalsum specialiseert zich op kleinschalige producties en heeft voor deze editie een keur aan binnen- en buitenlandse producties geëngageerd die op vaak onverwachte locaties, verspreid over de hele stad hun voorstellingen vertonen.

Het thema dat de voorstellingen dit jaar verbindt, is samengevat onder de neutrale noemer van het ‘uitwisselen van culturen op het gebied van beeldend/objecten/poppentheater’, feitelijk een noemer die elke lading kan dekken. De toeschouwer boekt naast losse optredens, reeksen van drie voorstellingen naar genre en biedt daarbij de keus tussen familie- dan wel volwassenvoorstellingen.

De Finse performer Aapo Repo speelt buiten in een park onder een uit de kluiten gewassen boom, waar hij zijn twee levensgrote houten draadmarionetten opgesteld heeft. De ene benoemt hij als papa, de andere dus als mama. Hij vervult ook de rol van verteller (in het Fins) en intuïtief begrijpt het publiek dat het gaat om een gezin met kinderen.

De manipulatie van de marionetten vereist bij tijd en wijle een totale lichamelijke inzet en het zijn die momenten die het spektakel de moeite waard maken: als hij via zijn eigen hoofd het hoofd van de papa-marionet beweegt met wie hij door touwen verbonden is, biedt dat een glimp van de interessante dramatische mogelijkheden, die echter maar mondjesmaat uitgebuit worden. Nadeel van de gekozen vorm is dat de marionetten als ze niet gemanipuleerd worden tot levenloze objecten vervallen en hun impact grotendeels verliezen. Repo nodigt op het hoogtepunt van de voorstelling het publiek zelfs uit een marionet over te nemen.

Het geheel blijft zo een verkennende schets van wat in potentie een fascinerend spel had kunnen opleveren. Het programma vermeldt dat het gaat om een verkorte versie, en dat verklaart waarschijnlijk het fragmentarisch karakter van het optreden.

Foto: Aapo Repo