Dood en rouw markeren de dansvoorstelling Two Tales door Scapino Ballet Rotterdam. Hoe verschillend van sfeer en choreografie de delen uit het tweeluik ook zijn, in kostumering en scenografie overheerst zwart, diepzwart. De dansmakers zelf, het uit Griekenland afkomstige duo Danae & Dionysios en de Siciliaanse choreograaf Erika Silgoner, wonnen de Rotterdam International Duet Choreography Competition (RIDCC), respectievelijk in 2018 en 2021

Beide choreografieën zijn geïnspireerd door de Hellenistische dan wel Siciliaanse achtergrond van de jonge dansmakers. In Free at Last roept Danae & Dionysios een oude mythe van rond 1800 in herinnering. Vrouwen uit het bergdorp Zalongo aan de Griekse westkust voorzagen dat zij bij de Turkse bezetting tot slaaf zouden worden gemaakt. Ze besloten zich van een steile klif te pletter te laten vallen, maar eerst werd er gedanst. Die dans, op de grens van leven en dood, verbeelden de vijf dansers. De muzikale begeleiding van componist Constantine Skourlis door cello, zangstem en elektronica roept een dreigende atmosfeer op.

In het openingsbeeld staat een danseres alleen in een lichtbundel, ze heft haar armen ten hemel, draait om haar middel, buigt diep en draait in pirouettes. Opeens staan er vier vrouwen achter haar, gevangen in dezelfde lichtbundel. Met zijn vijven vormen ze een hechte groep, die in ritmische patronen angst voor de dood en verlangen naar vrijheid uitdrukt. In de klassieke rouwpose houden ze hun handen opengevouwen in de lucht, dan bewegen ze zich als een kluwen over de grond. Hoogtepunt is dat een danser de andere vier telkens opricht en vasthoudt als die door angst bezweken lijken te zijn.

De cellomuziek gespeeld door Konstantinos Chinis en de zang door Maira Milolidaki is van grote, dreigende schoonheid, soms obstinaat, vaker elegisch. Free at Last is een dans op de grens van twee werelden. Op geen enkele manier is de steile klifrand verbeeld, de dansvloer is vlak, maar toch voel je als toeschouwer dat de groep zich naar de rand begeeft. het is bijna alsof ze gedreven worden door sterkere krachten in hen, en dat drukken ze in hun bewegingspatroon uit: aarzelen, dan weer versnellen, de angst overwinnen.

Zou je Free at Last nog pure dans kunnen noemen, The Mourning van Erika Silgoner heeft tal van vertellende elementen in zich en lijkt soms meer een performance. Rouwen (to mourn) is op het eiland Sicilië waar Silgoner vandaan komt een zaak van grote eer: als een dierbare is overleden moet er door nabestaanden openbaar worden gerouwd, ze kunnen zelfs iemand inhuren die huilend door de straten loopt.

In het verhaal krijgt een man de dood aangezegd door een personage dat de dood zelf lijkt te zijn; hij heeft een boek in de hand en is gekostumeerd als een kapelaan. Aanvankelijk verzet de man zich tegen de dood, hij maakt een wilde opstandige dans vol heftige, grillige en hoekige bewegingen, maar uiteindelijk berust hij: een lichtbaan geleidt hem naar zijn sterfbed. Daar wordt hij beweend door zijn vrouw, zwart gesluierd. Telkens buigt ze zich naar hem voorover, waarbij opvalt dat haar voeten uit haar hoge hakken glijden en haar schoenen roerloos blijven staan. Mooi detail.

Ondertussen ontvouwt zich een verhaal vol intriges. Er wordt hevig geklopt op een witte deur in de achterwand, dat is de klop door de dood. Vrijwel zeker is er een minnaar in het spel die de vrouw van haar rouw probeert te bevrijden en met haar danst, hij neemt zelfs haar sluier af. Andere personages, eveneens wit geschminkt, roken eindeloos sigaretten en blazen elkaar rook toe. Rook: dat is de metafoor van vergankelijkheid.

De choreografie van Silgoner benadert heel exact hoe doden zich lijken te bewegen: er klinkt gekreun en gekraak als van een geraamte, de innerlijke kracht lijkt verdwenen en de dansers zijn als ledepoppen die zich in het dodenrijk bevinden. Uiteindelijk dansen de wenende vrouw en de jongeman (strak in het zwarte pak) een duet vol bevrijding.

In de compositie door Lorenzo Cimarelli vallen twee prachtige, religieuze stukken van Antonio Vivaldi op, ‘Cum Dederit’ en ‘Nisi Dominus’. Aan het slot komt nog even een dode door de deur naar binnen, hij maakt een danse macabre compleet met knekelgeluid en ledematen die als met ijzerdraadjes met elkaar lijken verbonden. Twee vertellingen biedt de uitvoering, over verlangen naar de dood en over het rouwen om een dode, maar nergens overheerst somberte, integendeel. Two Tales is een troostrijke dansvoorstelling van grote klasse.

Foto The Mourning: Bas Czerwinski