Aan het einde loopt het op het podium allemaal door elkaar. Toneelspelers, daklozen, toeschouwers, ze hangen lamlendig rond en je kunt ze bijna niet meer van elkaar onderscheiden. Dat is een zeer heilzame verwarring. Thuislozen van Thibaud Delpeut (Theater Utrecht) en Adelheid Roosen (Zina) laat zien dat het maar een heel dun lijntje is dat de geslaagde burger scheidt van de buitenmaatschappelijke verschoppeling. Scheiding, ontslag, schulden, faillissement, depressie of verslaving, je kunt in één klap in de problemen komen, je wordt uit je huis gezet en plotseling tel je maatschappelijk helemaal niet meer mee.

Het wordt een paar keer gezegd, zowel in de tekst van Lars Norén, als in het gesprek met een dakloze tijdens de pauze. Als je thuisloos bent, dan keren je vrienden zich van je af en zelfs je familie wil niets meer met je te maken hebben. Ze willen niet met je worden geconfronteerd vanwege hun angst dat het hun ook zou kunnen gebeuren, alsof thuisloosheid een besmettelijke ziekte is. Het toneelstuk uit 1997, van de Zweedse schrijver Lars Norén, vertaald door Karst Woudstra en bewerkt door Delpeut en Roosen, heeft geen plot maar vertelt een grote hoeveelheid kleine geschiedenissen van tamelijk gewone mensen die in moeilijke omstandigheden terechtkomen en verbijsterd op de bodem van de maatschappij belanden.

Adelheid Roosen, die intussen een specialist is geworden in het echter-dan-echt-toneel, met haar buurtsafari’s en andere scènes uit de rauwe werkelijkheid, zoekt bij elke stad waar de voorstelling speelt ‘lokale helden’. In Utrecht zijn dat bijvoorbeeld Fred Smit van Stichting Rechtop, zelf ex-dakloos, maar ‘dat betekent niet dat je gevoelloos of kansloos bent’. Rik de Zwart van NoiZ ziet zijn twee dochters niet meer en heeft zijn kleinkind nog nooit gezien. Toch is hij weer opgekrabbeld en werkt als vrijwilliger en beheerder in de nachtopvang. Zij geven het toneelstuk van Norén een zeldzame authenticiteit.

Een keurige dame spreekt je al in de gang van de Stadsschouwburg Utrecht aan. Zij stelt zich tot je verwondering voor als dakloos en wijst je een alternatieve route waardoor je uiteindelijk zelf op het podium van de grote theaterzaal terechtkomt, tussen de thuislozen. Maar wie er het meest als een verfomfaaide dakloze uitziet, blijkt meestal een verklede acteur te zijn.

In het gewone leven willen wij liever niet met daklozen worden geconfronteerd. We lopen met een boogje om ze heen, kopen snel een daklozenkrant maar luisteren niet naar ze. Het goede van deze voorstelling is dat je wel van hun verhalen kennis moet nemen, of het nu de werkelijke verhalen van de lokale helden zijn of fictieve verhalen uit het stuk van Norén.

Een oude man vertelt dakloos te zijn geworden omdat hij de eenzaamheid zocht na de zelfmoord van zijn dochter, hij zag zelfs met een bepaalde voldoening hoe hij aangetast werd en uit elkaar leek te vallen. Een jongen en een meisje zijn allebei verslaafd. Ze willen op een fiets weg en samen afkicken, maar het blijkt al te laat. Een oudere heer is trots op zijn zoontje dat hij niet mag zien. Hij zweert de drank af, maar na acht mooie, drankloze weken valt hij toch weer terug. Een jonge dichteres zwerft als een waanzinnige door de stad. Een ander meisje moet zich vernederen en wordt gedwongen als heroïnehoertje te werken. Jongens drinken samen, maken plotseling ruzie en zijn om onverklaarbare redenen daarna vijanden van elkaar.

We zien oude rotten, acteurs als Titus Muizelaar, George Groot en Adelheid Roosen zelf, naast piepjonge spelers zoals Krisjan Schellingerhout, Ward Kerremans, Tim Schmidt, Bram Gerrits, Claire Bender, Naomi Velissariou, Ilke Paddenburg, Luca Bryssinck, Simme Wouters, Jesse Mensah en Kathlyn Wuyts. De decors van Roel van Berckelaer kunnen naar boven verdwijnen en hebben een koelte waardoor ze net zo goed een café als een gevangenis kunnen zijn.

Het is confronterend en schrijnend, maar op vele momenten ook ontroerend. Je krijgt stof om nog lang na te denken, over deze personages, over de echte thuislozen van wie je het verhaal hebt gehoord en over jezelf.

Foto: Roel van Berckelaer