Met het pulserende en organische The Brutal Journey of the Heart sluit L-E-V, het gezelschap van Sharon Eyal en Gai Behar, haar trilogie over de liefde meeslepend af, na OCD LOVE (2013) en Love Chapter 2 (2017). Julidans was voor alle drie de delen coproducent en op 9 juli zag een zeer enthousiast publiek de Nederlandse première van dit derde deel, in de Rabozaal van Internationaal Theater Amsterdam.

Het maakt helemaal niet uit of je die eerste twee delen ook zag. Wat Sharon Eyal doet met een groep dansers trekt je onmiddellijk naar binnen. De acht lichamen die ze hier op de vloer zet vormen samen één kloppend hart. Ze staan op hun tenen, in nauwsluitende pakken met een rood hart op de borst en zwarte pentekeningen (van Dior-ontwerper Maria Grazia Chiuri). Op en neer zijgend komen ze in beweging op de warm uitgelichte vloer. Daar lijkt net nog een klein beetje rook te hangen. Ze draaien vanuit een gelijke spanning hun schouders en gezichten opzij. Hun haren zijn strak naar achteren geplakt. Een gitaardeuntje met een aanstekelijk en nadrukkelijk ritme stuurt al gauw een huppelende hartenklop door elk lichaam, al is het veelzeggend dat bij sommigen de hand al gauw op de keel ligt.

Gedragen door Ori Lichtiks aanstekelijke soundtrack – die nummers in uiteenlopende stijlen aan elkaar verbindt via een aangehouden schommelende beat, als een altijd maar doortikkend hart – beweegt de groep naar elkaar toe en weer uit elkaar. Met name in het begin is de energie hoog en vrolijk, cartoonesk zelfs, met handen die vanuit armen als springveren het beeld uitspringen, schuddende billen en overdreven gezichtsuitdrukkingen. Steeds keert de groep terug naar een kluwenformatie en vormen ze samen, ineenkrimpend en zich groot makend, het hart – het orgaan dat het bloed door het lichaam pompt.

Maar hoewel The Brutal Journey of the Heart een groepswerk is en de groep als geheel dezelfde emotionele boog maakt, springen er voortdurend dansers uit. Gon Biran en Darren Devaney verleiden elkaar in een nachtclubachtige scène met intense blikken, de borstkassen vooruit en de billen, tja, in de aanslag. Devaney lift Biran en de twee blijven langere tijd als zwanen bij elkaar. Intussen onderscheidt Eyal zich als choreograaf omdat er gedurende dit soort duetten en ook tijdens solo’s zoveel te zien is bij de andere dansers. Ieder reageert vanuit een eigen impuls; de verovering stuurt in het ene hart de vreugde aan en in het andere juist pijn. Er zijn er die het niet eens opmerken, hun hart is vol van iets anders. Hier is geen uniform ‘corps de ballet’ dat als achtergrond voor zo’n moment dient en het oog stuurt.

Je weet soms niet waar je moet kijken, net als in de club – die, zoals vlak voor aanvang van de voorstelling bekend werd, deze zomer toch weer sluit. Dit is waar het raadsel van dit werk in schuilt, in de manier waarop de geoliede groepsdynamiek ruimte maakt voor individuele momenten, en de timing daarvan.

Foto: Stefan Dotter