Met hun lichamen verstrengeld rollen choreograaf en performer Koen De Preter en danseres Alphea Pouget over elkaar het toneel rond. Even daarvoor ontkleedde De Preter hen beiden langzaam tot op hun zwarte ondergoed. Met het oog op de beweging en de inhoud is het geen uitzonderlijke scène, ware het niet dat Pouget 87 jaar oud is.

De fascinatie van De Preter voor de danseres op leeftijd staat niet op zich. NDT3, bestaande uit oudere dansers, was wereldwijd succesvol, maar meer recentelijk nemen ook jongere choreografen de ervaring, mogelijkheden en onmogelijkheden van het oudere lichaam tot onderwerp in hun voorstellingen. Vorig jaar kwam de Oostenrijkse Doris Uhlich naar de Rotterdamse Schouwburg met balletdansers van middelbare tot hoogbejaarde leeftijd in de voorstelling Come back.

De Preter leerde Alphea Pouget, danseres, pedagoge en choreografe, kennen in Zuid-Frankrijk en was onder de indruk van haar podiumpersoonlijkheid. Zij werd in Parijs opgeleid door Leo Staats, had haar eigen studio die ook door leerlingen van Grotowski en Decroux werd gefrequenteerd en werkte later onder meer met George Tabori.

De ontmoeting van Koen De Preter en Alphea Pouget wordt in Journey uitgewerkt tot een reis langs dans- en muziekstijlen. Op een stuiterende beat of langzame pianotonen, verkennen zij elkaars werelden, van theaterdans tot ballroom en clubdans. Bij voorzichtig aftasten van elkaars mogelijkheden blijft het niet, zij dagen elkaar uit, gaan de confrontatie aan – ook fysiek – en verleiden elkaar met hun eigen intensiteit.

Als De Preter een balansoefening op een been doet waarbij zijn ledematen allerlei kanten opzwaaien, moet Pouget afhaken. Maar liggend, kruipend of  draaiend op een knie weet zij zwaartekracht en balans te beteugelen en danst zij een mooie solo. Dan komen ook de sporen die de dans door decennialang trainen in haar lichaam heeft gegraveerd tot wasdom. Op zo’n moment is de voorstelling op zijn sterkst. Maar helaas kent Journey te weinig van die momenten.