Het knarst, piept en kraakt, het bliksemt en dondert, het raast en het giert. Tussen de donderslagen door zien we de actrice telkens in andere poses: vertwijfeld naar het plafond reikend, gevloerd, hysterisch lachend, angstig op de deur wijzend. Een deur, zal ze later uitleggen, is echt heel erg eng. Alles kan erachter zitten, werkelijk alles. Welkom in het universum van Kim Karssen.

Als het eindelijk rustig wordt, zien we Karssen in een kleine vierkante ruimte, met erachter een stukje muur met een deur erin. Exit, staat erboven. Op de grond alleen een kleine ouderwetse telmachine, met eromheen tientallen papiertjes, een soort kassastrookjes. Af en toe begint het ding te pruttelen en komt er een nieuw papiertje uit. Herman, want zo heet het apparaat, geeft af en toe namelijk wijze raad: ‘Ga nu maar eens iets doen met je leven’, leest ze dan voor. Of, na een even warrig als hysterisch betoog van Kim: ‘Stel je niet zo ongelooflijk aan.’

Het is een even originele als geestige tegenspeler, dat malle telmachientje, dat als een voorloper van Siri of een digitale psycholoog aan huis kan worden beschouwd, maar ook als een soort superego dat de primaire driften en fantasieën van de protagonist probeert te beteugelen. En dat is een niet geringe opgave want Karssen heeft een sprankelende persoonlijkheid die alle kanten uit schiet: aan de basis onverdunde ADHD, aangelengd met een goed ontwikkeld gevoel voor absurdisme, een aangeboren neiging tot relativeren en het creëren van een ironische afstand, een onderzoekende geest en het vermogen alles met humor te bezien.

Schrödingers hond is haar eerste solo bij Frascati Producties in coproductie met De Warme Winkel. Vorig jaar maakte ze met Benjamin Abel Meirhaeghe De grap en daarvoor, in samenwerking met Florian Myjer onder meer Bloomsbury,  Oorlog en vrede, Mephisto Park  en  Mann Mann Mann. Karssen is een fascinerende actrice met sterk fysiek spel, een voorkeur voor groots en meeslepend acteren en een ontwapenende openheid. Je gaat binnen de kortste keren van haar houden. Voor haar rol als dochter Erica in Mann Mann Mann had ze wat mij betreft absoluut een nominatie voor de Theo d’Or verdiend.

In Schrödingers hond onderzoekt ze de kronkels in haar eigen hoofd, of die van het personage Kim Karssen. De titel is ontleend aan het beroemde experiment van de Oostenrijkse natuurkundige Erwin Schrödinger. Hij sloot een kat (geen hond) op in een doos waarin op een willekeurig, niet te voorspellen moment een dodelijk gif kan worden toegediend. Zolang de doos dicht blijft, weet je niet of de poes dood is of leeft en volgens de kwantummechanica is het dier dan dood en levend tegelijk.

In een uitvergroting van dat gedachte-experiment fantaseert Karssen een wereld die tegelijk wel en niet bestaat. De vraag is volgens haar niet ‘to be or not to be’, maar ‘to be and not to be’. In een overvol uur tuimelt ze van filosofische kwesties als deze naar buitengewoon aardse anekdotes over een bezoek aan Rome, waarbij ze en passant Herman raadpleegt en een denkbeeldige vriendin tevoorschijn tovert, Sandra. Sandra weet alles beter, die zou een hele leuke show geven in plaats van haar geraaskal, die weet altijd de tijd en hoe de dingen moeten. Terwijl Kim bang is voor alles, vooral voor deuren dus, voor openingen naar onbekende werelden.

Fantasie is het vermogen om te vluchten uit de werkelijkheid, een zegen voor de mensheid en in het bijzonder voor Kim, maar tegelijkertijd kan fantasie je angsten aanwakkeren en je ergste vijand worden, zo blijkt in een paniekerige tocht door de donkere krochten en gangen in het Vaticaan.

Karssen heeft het fantastische vermogen om in een paar zinnen heen en weer te schieten van grote filosofische kwesties naar een totale omkering van alles en nog wat, om daar vervolgens weer commentaar op te geven (en daar ook weer op). Natuurlijk vliegt ze ook af en toe uit de bocht. Het is een voorstelling in constante overdrive, waarin pas op het laatst ruimte komt voor iets meer rust en mededogen met haar personage. ‘Het lijkt wel alsof iedereen in de hele wereld een mail heeft ontvangen met hoe het moet, behalve ik’, zegt ze ‘en ik blijk ‘m ook zelf nog te hebben kwijtgemaakt.’

Foto: Bart Grietens