Er zijn vier rode auto’s gepasseerd. Dus het is vandaag een goede dag, een dag voor projecten. Dus gaat Christopher ‘onderzoeking’ doen: hij wil weten wie de hond Wellington vermoord heeft. Met hoog opgetrokken schouders en te groot overhemd gaat hij langs de huizen in zijn straat, ondanks zijn vaders waarschuwing zijn neus niet in andermans zaken te steken en op te houden over dat ‘rotbeest’.

Precies vier jaar nadat de versie van The Curious Incident of the Dog in the Night-Time van het National Theatre de Nederlandse première in Carré beleefde, brengt regisseur Pieter Kramer zijn enscenering van het door Simon Stephens tot theater bewerkte boek van Mark Haddon in de zalen. Stephens componeerde het verhaal van Christopher Boone, een puberjongen op het autistisch spectrum, tot een innemende toneelvertelling vol in elkaar geschoven scènes, die lekker de tijd neemt maar geen seconde verveelt. Christophers zoektocht naar de moordenaar van Wellington leidt hem naar een groot geheim, dat resulteert in een vertrouwensbreuk met zijn vader. Hij concludeert dat hij zijn woonplaats Swindon moet verlaten en vertrekt, samen met zijn tamme rat Toby, naar Londen.

Het wonderbaarlijke voorval wordt verteld vanuit het perspectief van Christopher. Waar het National Theatre destijds vooral inzette op een ingenieus licht-, projectie- en geluidsdecor, kiest vormgever Theun Mosk voor een relatief simpel maar inventief panelendecor met fotorealistische achtergronden. Mosk legt nadruk op het contrast tussen de overzichtelijkheid van Christophers vertrouwde omgeving en de chaos van de wereld daarbuiten. De eerste helft speelt zich vooral af op voor Christopher bekende plekken, verbeeld door een keur aan panelen met daarop steeds een overzichtelijk en duidelijk stuk achtergrond. De klas, de straat, zijn kamer – elke ruimte heeft vaststaande elementen die voor Christopher niets te raden over laten. De fuik waarin veel scènes zich afspelen kun je aanvankelijk als benauwend zien, maar schept voor Christopher juist een prettige afbakening. Ruis is hem al snel te veel.

Hoe groot is het verschil als Christopher in het tweede deel zijn huis in Swindon verlaat en naar Londen gaat. Zijn wereld, klein maar vertrouwd, breekt open, en alle focus valt weg. Ineens gaan de panelen alle kanten op, komen reclameborden tot leven en schieten beeldfragmenten van drukke stations als een doorslaande kolkende informatiestroom aan hem voorbij. Voor iemand die alles registreert is dat overweldigend en uitputtend, en dat wordt in een angstaanjagende kermisachtige sequentie treffend invoelbaar gemaakt.

Zoals te verwachten maakt Kramer een feest van de carrousel aan vreemde personages en gekke typetjes die Christopher in zijn buurt en op zijn reis naar Londen tegenkomt: Het wonderbaarlijke voorval is een smeuïg acteursfeestje vol haastverkledingen, gelardeerd met kleine en grote geintjes. Maar tussen alle hilariteit door, grijpt deze voorstelling ook meteen naar de keel: dat komt onder andere door het compassievolle spel van Mark Kraan als Christophers vader – liefdevol, en op momenten doodop –, de warme adaptatie van Claire Bender als Christophers lerares – een onvoorwaardelijk steun en toeverlaat in zijn chaotische belevingswereld – en een mooie rol voor Astrid van Eck als Christophers moeder, die voortdurend wordt geconfronteerd met haar eigen ontoereikendheid. Daaromheen is er een aanstekelijke waaier aan dubbelrollen weggelegd voor Vincent Linthorst, Urmie Plein, Debbie Korper en Rogier Philipoom.

En dan is er Mattias Van de Vijver, spil van deze productie, die zijn rol bloedserieus neemt en de onwrikbare logica die Christopher op de been houdt én in de weg zit, volledig omarmt. Innemend introvert maar vol vuur en passie speelt hij het hoofdpersonage. Juist doordat dit verhaal vanuit zijn perspectief – dat door de buitenwereld categorisch als ‘anders’ wordt bestempeld en benaderd – wordt verteld, komt het gedrag van al die anderen grotesk over. Per saldo zijn het tenslotte ook die anderen die liegen, vreemdgaan, honden vermoorden, gaten in muren slaan, ineens in metaforen beginnen te praten, roddelen, in God geloven, ruziemaken. Met een fatsoenlijke wiskundesom weten die anderen doorgaans geen raad, terwijl wiskunde toch cruciaal is voor bijvoorbeeld ruimtevaart of de medische zorg.

Christopher doet wat iedereen voor onmogelijk hield: hij gaat naar Londen, naar het huis van zijn moeder. Hij haalt ook een tien voor zijn vwo wiskunde. Maar hij doet nog iets onmogelijks, namelijk iets onlogisch: hij hervindt – stapje bij beetje – het vertrouwen in zijn vader. Dat is een resultaat van wederzijdse toewijding, en voor Christopher simpelweg een grootse daad. Maar hij krijgt het voor elkaar. Dus misschien, denk je, denkt hij, betekent dat wel dat hij álles kan.

Foto: Sanne Peper