De nieuwe ‘luidsprekeropera’ Pulchalchiajev van componist Huba de Graaff weet de prachtige buitenkant niet van enige inhoud te voorzien.

Hoe portretteer je het fenomeen van vloggers die alles doen voor de clicks? Het allereerste waar je voor zorgt is dat je een hoofdrolspeler vindt die geloofwaardig kan maken dat ze miljoenen volgers aan zich kan verbinden. De grootste troef van Pulchalchiajev, de nieuwe ‘luidsprekeropera’ van componist Huba de Graaff, is dan ook hoofdrolspeler Annelinde Bruijs. De actrice en zangeres, die onder andere al schitterde in Nineties Productions’ Untitled, 2017 en Merkel, zet een onnavolgbare influencer neer: haar kwikzilveren performance, absolute schaamteloosheid en briljante stemcontrole doen je meteen geloven dat deze Anna P. een internationaal internetfenomeen is.

Met de buitenkant van Pulchalchiajev is het sowieso dik in orde. De vorm waarin De Graaff en regisseur Ko van den Bosch het verhaal van een gewetenloze YouTuber hebben gegoten, past uitstekend bij een wereld van constante prikkels: de gelaagde compositie van De Graaff wordt door haarzelf vanuit een dj-booth aangestuurd, en wordt soms aangevuld door een samplemachine die Bruijs vanaf de vloer bedient. Zo wordt het retorische steekspel tussen Pulchalchiajev en haar aanklagers dat centraal staat in de voorstelling ook in de vorm en in de muziek opgenomen.

Helaas hebben de performance en het bronmateriaal ook met elkaar gemeen dat er een diepe leegte achter de flitsende buitenkant gaapt. De eendimensionale tekst van Erik-Ward Geerlings is niets meer dan een aaneenschakeling van aantijgingen aan het adres van het hoofdpersonage en de retorische trucjes die zij als verweer hanteert. Het is weinig verheffend: iedereen die al eens in discussie is gegaan met een trol op sociale media of een reaguurder in een comments section zal van Pulchalchiajev een sterk gevoel van déjà vu krijgen. De voorstelling weet natuurgetrouw de retorica van een fulltime edgelord weer te geven, maar weigert halsstarrig om dieper te graven, schijnbaar zelf gebiologeerd door de puberale performativiteit van de protagonist.

Het levert van de weeromstuit wel interessante vragen op voor de kijker. In hoeverre wijkt het rebelse kunstenaarschap waar een maker als Ko van den Bosch groot mee is geworden eigenlijk af van het dwangmatige opzoeken van ethische grenzen dat sommige treitervloggers kenmerkt? Is de aanspraak die pakweg Jan Fabre of Marina Abramovic op een zekere amoraliteit doen wel zo anders dan de houding van Pewdiepie en Ismail Ilgun?

Maar die vragen worden door De Graaff, Van den Bosch en Geerlings eigenlijk niet uitgewerkt. In plaats daarvan kiezen ze voor een uitermate obligaat einde, waarin ze suggereren dat er achter het masker van de ongenaakbaarheid een diepe, existentiële eenzaamheid verscholen gaat. Juist ja – al die YouTubers zijn eigenlijk gewoon heel erg alleen en hun provocaties zijn vooral een schreeuw om aandacht. Dat Pulchalchiajev deze pijnlijk simpele psychologie ten langen leste voor inzicht laat doorgaan is tekenend voor de inhoudelijke reikwijdte van de performance.

Foto: Bowie Verschuuren