Haalt de ene clown een spiegel op voor de andere clown. Er klinkt vanachter een stuk zeildoek oorverdovend geraas en gerinkel. Wat gebeurt, laat zich raden. En waarom had die ene clown een spiegel nodig? Hij moet zijn zieke broer vervangen en wil toneelspel oefenen in de spiegel. Volgende act: de eerste clown vertolkt, gekleed in passend zwart met witte kraag, de befaamde ‘To be or not to be’-scène uit Hamlet. De andere clown imiteert hem feilloos, in tekst en gestiek. De spiegel is een clown geworden. En de eerste clown heeft het niet eens in de gaten, zo perfect is de imitatie.

Deze klassieke act is slechts één van de vele briljante acts in de clownsvariété Pointless International: Point of no Return, een samenwerking tussen Maatschappij Discordia (Matthias de Koning, Jorn Heijdenrijk) en ’t Barre Land (Vincent van den Berg, Czeslaw de Wijs). Buster, Joey, Coco en Sugar heten ze, van wie de laatste een toneelknecht is (De Wijs) die aldoor zwijgt en rekwisieten klaarzet, de touwen en katrollen bedient voor de toneeldoeken, de chaos af en toe opruimt en daardoor in toom houdt.

Er waren drie eerdere edities van Pointless International (in 2014, 2017 en 2018) en dit is het langverwachte sluitstuk. De clowns zijn een stelletje bij elkaar geraapte, half-depressieve en gokverslaafde vaudeville-artiesten die met hun krakende vloer, houten decorschotten, gerafelde bolhoeden, zeildoeken aan touwen die soms met donderend geraas neerstorten en wrakke rekwisieten een van de mooiste vrolijk-ontroerende performances neerzetten. De muzikale begeleiding is van singer-songwriter Stan Vreeken, bescheiden naast dit clownsgeweld, maar prachtig verstild met liedjes die de clowns zelf ook even tot stilte manen.

Elk van het viertal heeft een duidelijke signatuur. Ze spreken in een halfbakken Engels, vol verrukkelijke verhaspelingen. Heijdenrijk als Coco is de onweerstaanbaar empathie opwekkende, trieste clown; Van den Berg (Joey) de ijdelste van het viertal en De Koning als Buster de welbewust serieuze clown die in zijn dodelijke ernst een ongekend deadpan-achtige humorist is. Zijn openingsmonoloog over een Nederlandse brillenverkoper uit Den Briel en zijn Franse achterneef in Clermont-Ferrant is superieur, ondertussen doet hij wat clowns tot bijzondere toneelpersonages maakt; hij rommelt wat met rekwisieten, in dit geval een stel kabels dat aldoor in de kluwen raakt. Want clowns in gevecht met voorwerpen behoort tot het repertoire. Uiteindelijk gaat er toch een lampje aan die kabel branden, ongeveer tegelijk met de clou over waarom de brillenzaak uit Den Briel ‘In de Kleine Hond’ heet.

En ja, de taartscène mag niet ontbreken, de clowns geven zelfs alleen op vrijdagavond  (!) een ‘workshop pie gooien’. Het publiek mag vrijwillig tot doel dienen, maar niemand dient zich aan. Ondertussen vullen de clowns schalen vol slagroom en als participatie uitblijft, staken ze de worst joke en gaat men moeiteloos over tot de volgende act. Ondertussen heeft Coco wel alle kersen van de taart gesnoept en doofde Buster twee sigaren in de zoetigheid.

Welbewust falen, de acts fijntjes te grabbel gooien, de trics zo doorzichtig maken dat je blíjft kijken. Of gewoon met zijn drieën opscheppen over wie er het beste paard heeft, totdat het beste paard helemaal niet bestaat, al is die naar de maan gesprongen en is backwards teruggekeerd. ‘My best horse exists of… nothing’, aldus Heijdenrijk. En dan zijn we opeens bij King Lear aangeland en zijn beruchte claus tegen zijn jongste dochter: ‘Nothing will come of nothing.’

En dat is het precies, niets kan uit niets voortkomen en toch toveren deze clowns met dat niets een universum van humor, leedvermaak en ook  liefde te voorschijn, regelmatige zeggen ze tegen elkaar en het publiek: ‘I love you.’ De slotact over een kaart die even groot is als de wereld, schaal 1:1, is een ode aan de cartografie: het is de kaart die de wereld overbodig maakt. Maar terwijl de clowns denken voor altijd de weg te weten in de grote wijde wereld en Coco knalhard tegen de wand loopt als hij de bewegwijzering naar de bar volgt, raakt het drietal hopeloos verstrikt met deze kaart die te groot is voor Frascati 3.

Inderdaad, the point of  no return is bereikt – tijd voor knallende champagneflessen ter bekroning van dit eerbetoon aan falende clowns die de pijn weglachen met een verbaasde blik, en hiermee onverdroten een innemende vorm van melancholie creëren.

Foto: Sofie Knijff