Het lijkt een beetje op rotondekunst en wel specifiek op het Draaiend Huis van kunstenaar John Körmeling in Tilburg. Alleen cirkelt tijdens Om de hoek woont een struik niet één leegstaande doorzonwoning voor onze neus langzaam voorbij, maar een complete stadskern. Met straten, pleinen, parkjes, hoogbouw, laagbouw. En graafwerkzaamheden.

Tot in het kleinste detail hebben theatermakers Sonja van Ojen en Hendrik Kegels, beiden afgestudeerd aan de performanceopleiding van Toneelacademie Maastricht, een papieren miniatuurstad gebouwd. Zes maanden heeft het hen gekost om de brievenbussen (met post!), basketbalveldjes (met ballen), waslijnen (met kleren) en vuilnisbakken (met plastic zakjes) na te bouwen. Alleen de mensen ontbreken.

In de 35 minuten durende voorstelling zijn het de dingen, de muren, de DIXI-toiletten en de ondergrondse keien die tot leven komen. Je kunt er zelf een verhaal bij bedenken. Duidelijk is wel dat afval in deze lieflijk ogende architectuur een opvallende rol speelt. Wegwaaiende zakjes die overal en nergens blijven haken, een berg schroot die zich omhoog werkt, uit de kluiten gewassen puin dat steeds massiever wordt.

Het zet je aan het denken over al die struikgewassen in taluds die zo gemakkelijk volstromen met achteloos weggeworpen blikjes en halfvergane bakjes. In die zin ‘woont’ inderdaad ‘om de hoek een struik’, bij iedereen. En nu dus hier, in het halfduister van een theater, tijdens festival Cultura Nova in Heerlen, en komende dagen in Theater Bellevue.

De soundscape bestaat vooral uit gefluit van vogeltjes bij het ochtendgloren en stampende feestmuziekjes bij het vallen van de avond. Dan knipperen de lampjes in kantoren lustig mee.

In 2020 wonnen de Vlaamse Kegels en de in Helmond geboren Van Ojen met dit concept een BNG Theaterstimuleringsprijs, een jaar eerder de Jeugdtheaterpitch tijdens het TF Jong – ze werken samen met steun van Via Zuid, Makershuis Tilburg en Stip Theaterproducties.

Bijzonder is dat deze beeldende performance geheel ondergronds door beide makers wordt aangestuurd. Verstopt onder de rotonde trekken ze aan touwtjes en ijzerdraadjes om de dingen leven in te blazen. Wanneer de grond gaat trillen en beven komen hun handen en armen als tentakels uit de gaten tevoorschijn. Zonder te zien wat ze doen, schuiven ze met hun kwetsbare objecten.

Wie dat wil kan er mijnschade of aardbevingsscheuren in lezen. Wie liever de kinderlijke verwondering van dit project koestert, kan er ook gewoon een live gemanipuleerde, naïeve animatiefilm in zien. In ieder geval stimuleren ze de fantasie én de aandacht voor onze omgeving – eenmaal weer buiten valt ieder kleurig detail je op, van een scheef paaltje tot balkons in aanbouw. En voor je het weet, rijd je met een nieuw verhaal in je hoofd over een rotonde.

Foto: Luc Lodder