Een oude vos verliest wel zijn haren maar nooit zijn streken. Met het laatste stukje levenslust dat hem nog rest, gecombineerd met een dosis frustratie, neemt veteraan Chuck bloederig wraak op jongeling Rooster Young God. Want: ‘Giving up is not an option.’

Het kan een scène zijn uit Mad Max of uit From Dusk till Dawn, bloederige actiefilms met extreme personages en bizarre vormgeving, maar het is de slotscène van Old Gangsters Never Die van YoungGangsters. Het theatercollectief van regisseurs Lotte Bos en Annechien de Vocht laat zich graag inspireren door extremen van de Amerikaanse cultuur. Zo zagen we eerder een perfide tv-dominee langskomen (in Guess Who’s Back) en kreeg de highschool-film een verrassende draai in Bottoms Up!

Die draai, daar gaat het om. YoungGangsters erkent de grote invloed van de Amerikaanse cultuur op de onze maar slikt die niet voor zoete koek. Ze jatten de opwindende elementen (heftige vechtscènes, veel bloed, ineenstortende gebouwen, woeste achtervolgingen) maar voegen daar een nieuwe, zachtere inhoud aan toe.

In die zin is Old Gangsters Never Die vertrouwd terrein. De voorstelling, gespeeld op een terrein bij het Amsterdamse IJ, begint met een brullende toespraak (de voertaal is natuurlijk Engels) van ene Stevie, een met roodzwarte megahanenkam uitgedoste ruigpoot. Zijn krappe leren outfit toont zijn al iets te forse buik. Stevie kondigt Scarlett aan, een stoere leather-chick. Ze heeft haar opvallend lieve liedje nog niet gezongen of woest geronk introduceert de komst van de held van de show: Chuck. Een action-hero op leeftijd die nog geen druppeltje levenselixer heeft vermorst: denk aan The Expendables. Scarlett laat zich gewillig door hem meetorsen.

So far, so good. De toon is gezet. Drie personages zijn geïntroduceerd, het wachten is nu op de tegenkleur. Die dient zich al gauw aan de figuur van Rooster Young God, een gespierde jonge vent met helgroene ogen. Die heeft nog een appeltje te schillen met Chuck, vanwege de moord op zijn vader.

We kunnen los!

Rooster ontvoert Scarlett, Chuck zet de achtervolging in. De handeling verplaatst zich naar een ander deel van het terrein: een desolaat veldje met een in onbruik geraakte benzinepomp en een bouwvallig huisje. We zien Scarlett haar eigen graf graven.

Tot nu toe voldoet de voorstelling aan alle genreclichés. De gevechten zijn weliswaar stripversies van het echte filmgeweld maar de suggestie is duidelijk genoeg.

De eerste barst in het beeld ontstaat als Stevie een leesbril nodig blijkt te hebben om een graftekst te kunnen lezen. Een actieheld met een leesbril, sneuer kan haast niet.

De tweede barst, en dat is een hele grote, komt als Chuck de handeling stillegt en we blijken te kijken naar de opnames van een actiefilm. De zelfingenomen Chuck voert daarover de regie. Gepokt en gemazeld in de praktijk, immers. De autodidact die het vak heeft geleerd ‘uit het leven zelf’ en die in staat is de acteurs ‘alle hoeken van mijn method acting te laten zien’.

Vanaf dit moment lopen film- en theaterwerkelijkheid gulzig door elkaar heen, waarbij ook nog ruimte is voor (gelukkig niet al te opdringerige) publieksparticipatie. De acteurs worden aangesproken met hun eigen naam, Chuck (gespeeld door Ko van den Bosch en dus vanaf nu Ko) ontpopt zich als een wreed heerser op de set. Aanbeden door de anderen, dat dan weer wel: ‘Ko zweet, ademt, kakt film.’

Maar hij overspeelt zijn hand. Hij waant zich God en meent zich, onder het mom van ‘gevoelens aan de oppervlakte brengen’, op te kunnen dringen aan de jonge Scarlett/Julia van der Vlugt. Die pikt dat niet.

Dat hij aan het eind toch nog zijn gram haalt, zou je als een eerbetoon aan de ouderdom kunnen uitleggen. Dat is ook wat de regisseurs voor ogen stond, zeggen ze in een toelichting. (Toneel-)vaders zijn er om door hun zonen te worden vermoord, de dochters willen blijkbaar dat ze nog éénmaal op het schild worden gehesen.

Zou het zo zijn? Ik geloof er niks van. Eigenlijk vinden Bos en De Vocht die oude zakken strontvervelende, ijdeltuiterige, over het paard getilde ego’s. Types als Chuck/Ko zijn dat natuurlijk ook. Piepend en zuchtend strompelen ze naar hun eind.

Ik denk eigenlijk dat ze die ‘oude helden’ heel vilein het graf in prijzen.

Dat laat onverlet dat deze dubbellaagse voorstelling een heerlijke pastiche is op zowel de over-de-top actiefilm als op een theaterpraktijk waarin dienstjaren niet per definitie kwaliteit garanderen.

Old gangsters never die, they just fade away.

Foto: Ben van Duin