Niets wordt aangekondigd als een speels en filosofisch verhaal voor kinderen van 4 tot 104 jaar. Een kat en een hond wandelen door een leeg landschap. Er ontstaat langzaam een gesprek over dat niets, dat van niemand is. Best wel een interessant uitgangspunt, denk je, maar het resultaat valt toch wat tegen. Alleen de tekeningen en het tekeningenspel van Gerda Dendooven overtuigen.

De voorstelling is gebaseerd op het boek (N)Iets van schrijver Gaea Schoeters en tekenaar Gerda Dendooven. De illustraties bestaan uit hoekige figuren, vaste lijnen en een vormenspel met kleurvlakken. Zowel in haar eigen kinderboeken als in de illustraties bij andere auteurs is er bij Dendooven altijd een laag van absurditeit en groteske aanwezig. Dat is ook hier het geval.

Het verhaal start bevreemdend met de vraag van de hond aan de kat om iets, gewoon iets, te vertellen en met de constatering van de kat dat er niets komt. ‘Echt niets.’ Op de tekeningen zie je dat ze in een huis zitten. Hun gedachten en gevoelens worden verbeeld met grote, lege zwarte en witte vlekken, met krassen over het groene landschap, met rode en gele spatten en vegen.

En dan stappen ze parmantig naar buiten, op zoek naar het niets. Nu lopen ze rechtop, ze worden uitvergroot. Er ontstaan dialogen met vragen en antwoorden, met commentaren, in een wantrouwig sfeertje. Die emoties zijn helder verbeeld in het lijnen- en vlekkenspel om hen heen.

Tot zover alles goed, maar dan wordt het in de tekst wat al te gezocht diepzinnig, als het gaat over vooruit lopen en het verleden achterlaten. De kat vraagt: ‘En wat als wat achter je ligt beter is dan wat voor je ligt?’ De hond haalt zijn magere schouders op. ‘Dan weet ik nog altijd niet of het niet slechter is dan wat achter voor me ligt.’ Daar moet de kat even over nadenken.

Ik heb deze zinnen in het boek toch een paar keer moeten lezen en zelfs dan blijven ze (voor mij toch) onbegrijpelijk. De kat: ‘En als je nu nooit verder komt dan voor je? Als je nooit achter voor je komt?’ Ik draai nog een paar bladzijden terug, probeer een logica te ontdekken. Ik ben er nu nog altijd niet mee klaar.

Bij de voorstelling kan dat terugbladeren niet. Ik heb een sterk vermoeden dat kleuters van 4 jaar deze zinnen al helemaal over zich heen zullen laten glijden, en veel meer belangstelling zullen tonen voor de tekeningen. Op de scène worden die geprojecteerd op de achterwand. Dendooven zit achter haar laptop en veegt vlakken uit, kriebelt alles zwart, verandert steeds, en dat is fascinerend.

Voor op een sokkeltje zit schrijver Schoeters, die uit haar boek voorleest. Helaas op een nogal pedante manier. Af en toe stopt ze om naar de muziek van het Goeyvaerts Trio (viool, altviool en cello) te luisteren. Het is een compositie van Annelies Van Parys (die onlangs ook Usher naar Debussy componeerde). Melodieus gemakkelijk wiegend klinken de klanken van het strijktrio niet. Het is vaak een geagiteerd klankenspel, met schelle piepen en gejaagd tokkelen. Knappe, intrigerende klanken, maar de muzikale tussenstukken duren lang, wellicht te lang voor kinderen.

We kregen via de streaming heel veel close-ups van de muzikanten te zien, alle aandacht ging naar hen, terwijl we de evolutie van de tekeningen op de achterwand niet te zien kregen. Voor een visuele voorstelling van een verhaal is dat toch belangrijker dan de vingerzettingen op snaren. Bij een live voorstelling zullen we dat euvel niet hebben.

We zullen het nu nog moeten stellen met het bij De Eenhoorn uitgegeven boek, waarin ook een inlogcode voor de audio zit.

Foto: Still uit livestream