De opzet van Loophole van choreograaf Charlotte Goesaert is dat twee performers ieder op hun eigen manier het publiek voor hun waarheid proberen te winnen. Helaas is het vanaf de eerste seconde een tragisch ongelijke strijd.

Choreograaf Charlotte Goesaert (die in 2009 aan de Fontys Danasacademie afstudeerde) heeft een voorliefde voor onhandigheid, onbeholpenheid of pure mislukking. Vooral in haar eerdere performance Epic Fail, een samenwerking met muzikant en performer Joost Maaskant, kwam deze focus goed tot zijn recht: Goesaert en Maaskant bleken samen een mooie chemie te hebben die een onvoorspelbare, tragikomische sfeer teweegbracht.

In Loophole is Maaskant wederom een van de sterkste troeven. Vanaf het begin van de voorstelling, waarin hij zich samen met danser en choreograaf Evangelos Biskas op slapstickachtige wijze aan het publiek introduceert, steelt hij volledig de show. Maaskant heeft een natuurlijk talent voor komedie: zijn mimiek en jaloersmakende gevoel voor timing en dosering zorgen ervoor dat je continu door hem bent gecharmeerd.

Gedurende de voorstelling weet Goesaert sterk op Maaskants verliezer-vol-bravoure-persona in te spelen: een vroeg hoogtepunt is een scène waarin Maaskant een aantal subtiel verschillende datingprofielen inspreekt. Daarnaast zijn er prachtscènes waarin de performer zijn beatboxkwaliteiten optimaal kan benutten. Later in de voorstelling weet Maaskant op adembenemende wijze nonsensversies van verschillende wereldtalen aan elkaar te verknopen tot een audiocollage, die op hilarische wijze bij een versie van het Nederlands eindigt die alleen maar uit radio-DJ-achtig geschreeuw bestaat. Op subtiele wijze pelt de acteur dit opgeklopte enthousiasme vervolgens in een reprise van de eerdere datingprofielscène af totdat er alleen maar pure existentiële leegte overblijft.

Om je tegenover het genie van een performer als Maaskant staande te houden moet je van goeden huize komen. Helaas geeft Biskas er met zijn vlakke spel en eentonige tekstlezing geen enkel moment blijk van dat hij tegen die uitdaging is opgewassen. Dat ligt vooral aan het feit dat Goesaert hem veel te weinig vanuit zijn eigen kracht laat werken – Biskas is een danser, geen acteur, maar hij moet zich veel te vaak op het terrein van Maaskant begeven. En als hij dan wel vanuit choreografie vertrekt, blijkt dat hij en Goesaert ook qua danstaal niet tot iets boeiends zijn gekomen. Tot overmaat van ramp worden de schamele frasen aan het eind ook nog van tekst en uitleg voorzien, zodat er van enige interessante abstractie niets overblijft.

Zo is Loophole een half-geniale performance geworden. Waar in Epic Fail het spannende samenspel tussen Maaskant en Goesaert zelf het gebrek aan choreografische inventie goed kon verhullen, is dans in Goesaerts nieuwe voorstelling absoluut de zwakke broeder. Gelukkig leidt de vruchtbare samenwerking met Maaskant ook in Loophole weer tot prachtige scènes, maar het vreemde gevolg is dat de andere helft van de performance bijna overbodig wordt.

Foto: Wannes Cré