Tijdens de finale van het Eurovisie Songfestival in Tel Aviv klonk in de opgefokte interviewtjes weer meermalen de versleten mythe dat muziek mensen verenigt en tegenstellingen overbrugt. Dat is natuurlijk onzin. Het enige wat muziek doet is die tegenstellingen voor even naar de achtergrond duwen, je even kan helpen ontsnappen aan die verschrikkelijke werkelijkheid buiten de beschermde omgeving van de concertzaal. ‘With the lights out, it’s less dangerous/Here we are now, entertain us’, om met Kurt Cobain te spreken.

Zo’n 3000 kilometer noordwestwaarts legt de tweepersoonsband Permanent Destruction dat gezellig-samen-cliché genadeloos op de pijnbank. In een set van een uur wordt het publiek snoeihard geconfronteerd met de achterkant van de glamour. Diep doorvoelde pijn, wanhoop, haat: in de songs van het duo schijnt geen straaltje licht.

Permanent Destruction is het techno-vehikel van theatermaker Naomi Velissariou en soundproducer Joost Maaskant. Na vorig jaar de teksten van Sarah Kane door de shredder te hebben gehaald en een tweede leven gegund als songteksten, wordt dat procedé nu toegepast op tekstfragmenten van de Duitse toneelschrijver Heiner Müller. Flarden uit Kwartet, Medeamateriaal en De Hamletmachine vormen de basis voor de nummers, het ene met een pompende beat, een ander met een snerpende gitaarsolo of een duistere doomsfeer.

In de selectie van teksten heeft Velissariou vooral gefocust op de rol van de vrouw. Via Medea en Ophelia onderzocht Müller, in rauwe poëtische taal, tot het uiterste de betekenis van de begrippen vrouwelijkheid en mannelijkheid. Zijn thema’s hebben nog niets aan actualiteit ingeboet. Compromisloos geeft hij in zijn stukken een stem aan de onderdrukten.

Zo eindigt De Hamletmachine met een monoloog van Ophelia waarin ze zegt (in de vertaling van Sam Bogaerts): ‘Ik verander de melk van mijn borsten in dodelijk gif. Ik verstik de wereld, die ik gebaard heb, tussen mijn dijen. Ik begraaf ze in mijn schaamte. Weg met het geluk van de onderwerping.’

In de handen van Permanent Destruction wordt dit een (Engelse) tekst van een heftig nummer dat eindigt met Long live hate, rebellion and death, waarop Velissariou het publiek oproept deze herhaalde frase mee te zingen en op de maat ervan te klappen. Dat daar slechts schoorvoetend gehoor aan gegeven wordt zal te maken hebben met de code: we beseffen maar al te goed dat we niet aanwezig zijn bij een concert van een gekwelde zangeres, maar bij de performance van een theatermaakster. Die nota bene haar optreden relativeert met opmerkingen als ‘It’s also a comedy’. Op het podium staan duidelijk geen Kurt Cobain of Amy Winehouse, artiesten die daadwerkelijk aan de ondraaglijkheid van hun bestaan ten onder gingen.

Wat wellicht ook een rol speelt in de lauwe respons is het feit dat de context van Müllers stukken ontbreekt. Afgezien van Kwartet wordt hij al decennialang – opvallend genoeg – niet gespeeld in Nederland. Daardoor mag je bij het publiek ook geen vertrouwdheid met zijn werk veronderstellen. Hoeveel power de show van Permanent Destruction ook moge hebben, met de twee krachtige dansers Valentijn Benard en Gary Duimalot Gravenbeek en indrukwekkende visuals van Jan Hoek, zonder die context dreigen de teksten te verworden tot soundbites en de beelden tot geïsoleerde statements. Heftige, dat zeker. Met een keur aan verwijzingen naar de oorspronkelijke teksten. Maar wie zal in de video aan het eind in een brandende, aan het kruis gehangen Velissariou, de link naar de dodelijke mantel die Medea haar opvolgster stuurde, herkennen? Zelfs de naam van Medea wordt in de hele performance nergens genoemd.

In een toelichting zegt Velissariou dat tegenwoordig de vrolijke kant van de jaren ’90 erg populair is en dat ze met deze voorstelling de zwarte keerzijde van die periode wil laten zien. ‘We proberen de viscerale pijn van de jaren negentig ook retro te maken.’ Waarom je dat zou moeten willen snap ik niet maar als ze met The HM concert een hernieuwde belangstelling voor het rijke oeuvre van Heiner Müller weet los te maken, is een deel van haar missie in ieder geval geslaagd.

Foto: Sanne Peper