Eindelijk is de Leedvermaak trilogie van Judith Herzberg in zijn geheel in Nederland te zien, inclusief het laatste stuk Simon. Eric de Vroedt van Het Nationale Theater durft het aan de drie stukken – Leedvermaak (1982), Rijgdraad (1995) en Simon (2002) – op één avond achter elkaar te spelen, lichtelijk bewerkt en verkort door dramaturg Willemijn Barelds en de schrijfster zelf. Vanwege de corona was de première twee jaar later dan gepland. Ik zag het stuk nu op de perspremière in de iets te grote Douwe Egbertszaal van de Utrechtse Stadsschouwburg, waar de stemmen wat te zacht klonken om alles te kunnen verstaan.

Regisseur De Vroedt laat de drie stukken elk op een eigen manier vanuit de lege ruimte beginnen. Leedvermaak speelt op een volledig leeg toneel, waar twee of drie acteurs als ze een scène spelen bijna in verdwijnen. Voor het tweede stuk, Rijgdraad, worden alle acteurs om een lichtend vierkant geplaatst. Bij het begin van het laatste stuk, Simon, bevindt het hele ensemble zich in een lange rij voor op het toneel en spreken het publiek direct toe. Daarna zijn er scènes om en op het ziekbed van de oude Simon die stervende is, op talloze projectieschermen kunnen we zijn ziekteproces van dichtbij volgen (decorontwerp Maze de Boer, Lotte Goos maakte de vaak mooie kostuums).

De Vroedt laat de acteurs zachtjes, zo je wilt zachtmoedig spelen. Hij houdt het licht en af en toe zorgt hij voor een klein beetje entertainment, voor muziek, voor coquette dansjes, een polonaise. Langzaam wordt van stuk naar stuk de muziek van Florentijn Boddendijk en Remco de Jong door het New European Ensemble van Emlyn Stam sterker. Er is ook een uitklapbaar filmdoek waarop kleine films van de bruiloft worden geprojecteerd. En er is een enorm belangrijke rol voor de omvangrijke kap- en grime-afdeling van het gezelschap (advies: Cynthia van der Linden). De acteurs beginnen als heel jonge of tamelijk jonge mensen en worden geleidelijk ouder, soms op het onherkenbare af, dat gebeurt bijzonder levensecht.

Op wat dansjes en populaire liedjes na heeft Eric de Vroedt verder geen uitdrukkelijk eigen stempel op de voorstelling gezet. Hij laat vooral de mooie tekst van Judith Herzberg tot zijn recht komen. De ontroering komt grotendeels door haar woorden, poëtisch, grappig, verrassend of dubbelzinnig. Dat gevoel slaat zeker toe in de sleutelscène wanneer Lea haar ouders verwijt dat ze haar niet mee hebben genomen naar het kamp. En ook als Dory, de violiste, die eveneens ondergedoken is geweest, van Simon iets te weten tracht te komen over haar eigen vader. Als Dory zwanger blijkt van Simon en iedereen op een andere manier op dat nieuws reageert. En aan het eind als dat kind, Isaac (Johannes Wirix-Speetjens), is opgegroeid en zelf vader zou kunnen worden.

In de drie stukken zien wij een uitgebreide familie, met aangetrouwde en bevriende relaties. Mensen tussen wie liefde en vriendschap bestaat, maar ook jaloezie, haat, gevoelens van wraak en van nauwelijks verholen minachting. Discriminatie en antisemitisme liggen altijd op de loer. De weggestopte herinnering aan de oorlog tekent ze allemaal. Die oorlog blijft de Tweede Wereldoorlog, hoeveel andere oorlogen er intussen ook al weer zijn gevoerd. Judith Herzberg laat ook zien dat er naar mate de tijd verstrijkt ook andere geheimen zijn waarover niet kan worden gesproken en dat iedereen zijn eigen weg kiest om met herinneringen en geheimen om te gaan of er juist helemaal niet mee om te gaan.

Tamar van den Dop is Lea, die als joods kind is ondergedoken en van haar ouders werd gescheiden. Zij trouwt in het eerste stuk van de trilogie, Leedvermaak, voor de derde keer. Misschien maakt zij iedere keer een foute keuze, misschien kan zij zich niet echt binden. Van den Dop laat haar aanvankelijk zien als een stralende, jonge bruid, dan als een vrouw die langzaam ouder wordt en ten slotte, in Simon, als een wat  moederlijke vrouw met grijze krulletjes die voor haar doodzieke vader zorgt en voor haar kleine halfbroertje, van wie zij steeds meer is gaan houden. Daar is Lea zelf eigenlijk het meest verbaasd over.

Jaap Spijkers speelt haar vader Simon, een oude man, maar niet zozeer de raadselachtige figuur die Simon ook is en die zijn gevoelens door anderen laat vertolken. Betty Schuurman als zijn vrouw Ada is minder liefelijk dan we haar denken te kennen. Zij is wel de dame in bontjas uit de Beethovenstraat die fier haar hoofd boven water probeert te houden. Totdat dit helemaal niet meer lukt.

Er is iets voor mij moeilijk aan deze voorstelling, waar ik met veel verwachtingen naar heb uitgekeken. Misschien ben ik ook niet helemaal de juiste persoon om hem te recenseren, denk ik nu. Ik heb het verhaal van deze familie al vele malen gezien, jammer genoeg niet op het toneel in Nederland, wel op verschillende plaatsen in Duitsland en ook in de drie films van Frans Weisz. Iedere keer zag ik nieuwe aspecten aan de personages, zoals dat ook gebeurt met mensen uit de Trojaanse Oorlog, die we daarom nog altijd blijven koesteren op het toneel en in de opera.

Ik had dat nu minder. Ik geloof niet dat het is omdat ik op ze ben uitgekeken, of omdat er geen nieuwe aspecten meer te vinden zouden zijn. Eric de Vroedt laat zijn acteurs zo ingehouden spelen, dat het soms eerder lijkt dat ze vroegere acteurs in die rollen proberen te imiteren, dan dat ze er zelf nieuwe eigenschappen aan durven toe te voegen.  Dat maakt de voorstelling als geheel niet minder waardevol, maar voor mij persoonlijk was er minder aan te ontdekken.

Een moment dat voor mij helemaal nieuw was, zat aan het einde van het stuk. De oude Simon ligt stervend in zijn bed. Zijn dochter Lea en zijn vriendinnetje Dory zijn naast hem op het bed gaan liggen, allebei aan een andere kant van hem. Als ze dat door hebben moeten ze er samen hard om giechelen. Hun rivaliteit is over in het zicht van Simons dood. Er komt misschien weer ruimte voor hun oude vriendschap.

Hopelijk is de opvoering van deze trilogie het begin van een nieuwe traditie om Leedvermaak ook in Nederland te spelen (in Duitsland is het stuk nooit weggeweest). Er is ruimte voor nieuwe inzichten, nieuwe affecties, nieuw begrip. Niet alleen als het over de Tweede Wereldoorlog gaat. Er zijn ook nu vluchtelingenkinderen die maar net aan de vernietiging zijn ontkomen en hopeloos ronddwalen. En nog dichterbij: wie te maken heeft met de verhalen over kinderen die in verband met de toeslagenaffaire uit huis zijn geplaatst en de dilemma’s die dat mee brengt, zou er heel veel aan kunnen hebben om de relatie te bestuderen tussen Lea, haar pleegmoeder en haar eigen ouders.

Lees bij DeClaus Theatertekstkritiek een tekstbespreking van de Leedvermaak trilogie van Judith Herzberg.

Foto: Fred Debrock