In het Nederlandse vlakkevloerentoneel is een realistisch kitchen sink-achtig decor tegenwoordig een zeldzaamheid. Maar als het publiek bij Isidlamlilo (The Fire Eater) de zaal binnenkomt, zit de actrice in een gedetailleerd ingerichte kamer te mijmeren bij wat vermoedelijk een bijbel is, die opengeslagen naast haar ligt op haar met dekens en kussens bedekte bed.

De rest van de kamer is even minutieus uitgewerkt: we kijken een kamer in waar een blinde muur achter de actrice een hoek maakt met een muur waarin een raam is uitgespaard. Een enkele plant siert de vensterbank. Een tegen de blinde muur opgespannen lijn dient als hangkast voor een aantal kamerjassen, sjaals, handdoek, lingerie. Aan de andere kant staat een fluitketel op te warmen te midden van geëmailleerde schaaltjes, pannen en een plastic rek. Ook is tussen beide muren een rolstoel te ontwaren.

De enige mogelijke verwijzing naar een plek in Zuid-Afrika zou het hoofddeksel kunnen zijn van de actrice: een muts die dezelfde vorm heeft als de bekende Zoeloe-hoofddeksels. De rest van de inrichting bestaat uit de goedkope massaal geproduceerde artikelen die over de hele wereld te vinden zijn.

De waarde van dit decor zit hem in het feit dat het documentair van aard is, in plaats van alleen artistiek. Het is een zo letterlijk mogelijke weergave van een kamer in een hostel voor vrouwen in Durban, Kwa-Zulu Natal, een van de negen provinces die samen de republiek Zuid-Afrika vormen. Zoals schrijver en regisseur Neil Coppen in een korte inleiding uitlegt, dienen dergelijke hostels nog immer als thuis voor grootmoeders als Zenzile Maseko, gespeeld door Mpume Mthombeni, die de beperkingen van het platteland achter zich laten om in de stad betere kansen te hebben om hun familie te onderhouden.

Het gezelschap dat voor deze productie bestaat uit de regisseur-schrijver en actrice-schrijver, baseert zich voor zijn voorstellingen, (animatie)films en andere projecten op getuigenissen en onderzoek naar het (recente) verleden van Zuid-Afrika. Documentair actueel theater, forumtheater, verbatim theatre, community-theater: het spanningsveld tussen feit en fictie levert elke nieuwe generatie theatermakers dankbaar materiaal op.

Bij het Empatheatre hebben ze voor Noorderzon een eigen versie ontwikkeld, waarbij de inbreng van niet-theater professionals, musici, academici en betrokken publieksgroepen bij de creatie zijn ingeschakeld en elke activiteit in samenwerking met een specifiek gekozen publiek tot stand komt. In die zin afficheren ze zich dan ook niet als gezelschap, maar staat Empatheatre voor een methodologie.

Voor deze voorstelling zijn de makers gedoken in de geschiedenis van Kwa-Zulu Natal vanaf 1994, in de aanloop naar de eerste vrije verkiezingen van het land. Ze hebben getuigenissen van Zoeloe-vrouwen gecombineerd met bijbelse mythologie en Zoeloe-folklore, met als resultaat een magisch-realistisch geheel, belichaamd door de formidabele actrice die deze tour de force draagt.

In zijn inleiding roept Coppen ook in herinnering dat in Kwa-Zulu Natal de strijd tussen het ANC en IFP de provincie gewelddadig verscheurde en dat dat een belangrijke achtergrond is waartegen het verhaal van Zenzile Maseko begrepen moet worden.

Haar verhaal wordt grofweg chronologisch afgepeld. Daardoor kan Mthombeni een heel scala aan identiteitselementen en -variaties laten zien, van aandoenlijk omaatje tot onverschrokken moordenares, liefhebbende moeder, stout meisje, gedreven gebedsvoorgangster en heks. Dit alles toont zij met verve en op indringende wijze. Haar totale overgave is altijd vormvast en komt daardoor extra binnen. De barokke woordenstroom mag soms te overvloedig lijken, maar haar tekstbeheersing en haar onwaarschijnlijk hoge tempo dat desondanks geen detail veronachtzaamt, blijven de aandacht ongemeen vasthouden.

Het verhaal dat ze vertelt, mondt uit in een apocalyptisch visioen waarin zij een soort grootmoederlijke versie van de Openbaringen van Johannes voortovert. Daarna wordt de schepping zelf maar dan achterstevoren opgeroepen en verbeterd, waarna een nieuwe Eva de opheffing van haar alleen-zijn bij god bepleit door hem te vragen vanuit haar rib niet een Adam te vormen als compagnon, maar een vrouw – want aan die mannen heb je toch niets. En zo wordt deze grootmoeder een metafoor voor de geest van verzet, verzoening en doorzettingsvermogen waar het zo aan ontbreken kan in dit ondermaanse.

Niet alle meer illustratieve regiekeuzes (zoals het gebruik van de rookmachine, speciale lichteffecten, manipulatie van een kledingstuk als alter ego) zijn even overtuigend of zelfs nodig om de gebeurtenissen extra kracht te geven: de eenheid van tekst en spel heeft alle benodigde impact al in zich en Mthombeni heerst soeverein over haar kleine maar monumentale domein.

Het Groningse Noorderzon heeft zich over de jaren heen ontwikkeld van een soort Parade in het stadse Noorderplantsoen tot een uitgebreid elfdaags festival op zo ongeveer alle (on)denkbare locaties in de stad. Zo wordt een unieke programmering mogelijk gemaakt, die alle gebieden van de podiumkunsten bestrijkt: van internationale avant-garde via academische reflectie tot en met lokaal cabarettalent. Dat het festival voor de Europese première van deze voorstelling de USVA heeft uitgekozen, pakt goed uit. Hoewel de actrice niet echt direct contact zoekt met het publiek, brengt de intimiteit van deze theaterzaal en de ongedwongen omgeving de actrice en haar publiek onontkoombaar samen.

Foto: Natalia Kabanow