De vriendinnenshow heet Girls on Fire, maar eigenlijk moet het zijn Women on Fire, want ja, musicalzangeressen Antje Monteiro, Joanne Telesford en Hilke Bierman zijn om en nabij de vijftig of die leeftijd al gepasseerd. Antje Monteiro vertelt het meteen aan het begin, als de zilverkeurige slingers in het decor dalen. Bovendien houdt Telesford een lofzang op haar nieuwe rol als granny, over leeftijd gesproken.

De bijval is overweldigend. Het merendeels vrouwelijke publiek – gelukkig toch een handvol mannen – zingt uitbundig mee, danst, heupwiegt en draait zelfs de hoelahoep. De podiumaanwezigheid van het drietal, dat grote bekendheid verwierf met de theaterreeks Opvliegers, is zonder twijfel excellent. In razende vaart wisselen ze hoogtepunten uit het pop- en musicalrepertoire plus enkele ballads af met persoonlijke verhalen over, jazeker, opvliegers, overgang, vochtverlies, overgang, seks-als-je-ouder-wordt, de huid die omlaagzakt behalve het tandvlees, dat trekt juist omhoog. Of, zoals Bierman het met haar droogkomieke expressie zegt: ‘Vroeger had ik een wespetaille, nu heb ik hommelheupen.’ De dames prijzen zich desalniettemin gelukkig: ze hebben alle drie ‘een eigen man en een eigen lichaam’, wat wil je nog meer?

Succes verzekerd met een cast en muzikale invulling als deze. Met hits als ‘Walking on Sunshine’, ‘Respect’ en ‘I’m Every Woman’ krijgt de avond spetterende vaart, zelfs te veel want het geluidsvolume en het tempo liggen aan het begin te hard en te hoog, wat de zangstemmen niet ten goede komt. Daardoor kan er geen spanningsboog ontstaan, want de top is al bereikt.

Regisseur en tekstschrijver Joep Onderdelinden, die ook eerdere delen van de Opvliegers-reeks op zich nam, houdt een strakke afwisseling aan. Als het even heeft geknald, is er ruimte voor verstilling. Zo houdt Monteiro een mooie, roerende monoloog over de tegenslagen in haar leven die ze verweeft met de klassieker ‘Telkens weer’. Van fijne satire getuigt Bierman als ze vertelt dat ze als kunstenares wil lijden, want dat hoort zo. Haar ouders zijn echter té goed voor haar, dus weg artistieke carrière als prima ballerina of gekweld Shakespeare-vertolkster.

Telesford is de eerste die opkomt met een rollator, waarop het nummerbord staat ‘Joanne 65’. Haar sleutelbegrip is ‘omarmen’. Als alles anders wordt naarmate je ouder wordt, ‘omarm’ het dan. Ze kan er geen genoeg van krijgen foto’s van haar kleinkinderen op haar mobiele telefoon te laten zien, want door kleinkinderen verandert een vrouw helemaal, ze worden zelfs een beetje raar in het hoofd. Ook de anderen komen met rollator op, ze nemen even plaats, trekken de hoge hakken uit want ‘als je ouder wordt zakt alle gewicht naar je voeten’ om daarna snel weer te swingen. Zelfs corrigerend steunondergoed biedt geen oplossing, zoals Bierman in een openhartige scène laat zien, hup het groene pak uit en het volle licht (ontwerper Coen van der Hoeven) op haar lichaam.

De arrangementen zijn van de hand van Bas van den Heuvel, die twee supersongs in elkaar schuift, ‘It’s a Man’s Man’s Man’s World’ van James Brown en ‘I Will Survive’ van Gloria Gaynor. Dat is een briljante vondst, want hoe overleven vrouwen in de mannenwereld? Ja, door zang, door kracht, door zelfvertrouwen en elkaar omarmen. Kortom, een vriendinnenwereld creëren.

Er zitten enkele actuele aspecten in, zoals #MeToo en de gevolgen daarvan. Mannen durven vrouwen niet meer aan te spreken en Monteiro vindt het juist heerlijk als ‘drie bouwvakkers mij nafluiten, dan is mijn dag weer goed’. Bij een show als deze vormen publieksreacties een belangrijke factor, let eens op welke scènes de meeste bijval krijgen. Deze zeker, van het nafluiten en die van het ondergoed. Het grootmoederschap scoort beduidend minder. De styling van Regina Rorije en het decor van Marjolein Ettema maken Girls on Fire tot een expressieve glittershow, die helemaal is gebaseerd op twee krachten: herkenning en positivisme.

Foto: Kim van den Langenberg