Als mannen kinderen krijgen worden ze sentimenteel, maar maken ze zich ook terecht zorgen over de toekomst van hun kroost en kleinkinderen. De jonge vaders George Elias Tobal en Eran Ben-Michaël zochten in eerdere voorstellingen onder andere naar dé oplossing om tot wereldvrede te komen en een einde te maken aan racisme. In George & Eran worden veganisten richten ze hun pijlen op de bio-industrie.

Voor de goede orde: ondanks de ambitieuze driedelige serie George & Eran lossen de wereldvrede op wordt er op alle continenten nog stevig doorgeknokt en ondanks George & Eran worden racisten is de aanhang van Baudet en Trump nog steeds aanzienlijk. De voorstellingen hebben wel, zo melden de twee mannen met gevoel voor ironie, voor een behoorlijke subsidiebuit en goed gevulde zalen gezorgd, dus er is wel degelijk resultaat geboekt. En was er in Den Bosch niet dat ene meisje dat achteraf zei dat de voorstelling haar aan het denken had gezet? Nou, kijk eens aan.

In hun voorstellingen nemen George Elias Tobal en Eran Ben-Michaël, die vaak uitvergrote versies van zichzelf spelen, elkaar de maat. Dat werkte in hun eerdere conflictkomedies heel goed, maar de gespeelde tegenstellingen zijn in hun nieuwste voorstelling niet zo groot. Ze doen allebei hun best om het leven op de planeet ook voor de komende generaties nog een beetje aangenaam te houden. George gaat misschien als vegetariër wat verder dan Eran, die substantieel minder vlees eet dan voorheen, maar allebei scheiden ze braaf hun afval en zijn ze voorstander van hybride auto’s en zullen ze ongetwijfeld op een partij stemmen die het halen van de klimaatdoelen hoog op de agenda heeft staan.

Het ware conflict komt deze keer van twee vrouwen die zijn ingehuurd om de boel op scherp te zetten. Eline van Gils valt de mannen aan met een gedrevenheid van Greta Thunberg. Zij kan er absoluut niet bij dat George ter voorbereiding op de voorstelling in een Brabants slachthuis een kip de strot heeft afgesneden, zoals dat machinaal in Nederland vier keer per seconde gebeurt. George beschrijft zijn daad minutieus en gedetailleerd, waardoor het een misselijkmakend mooie scène wordt.

Maar de bijna hysterische presentatie van de milieuactiviste (sodemieter, wat praat Van Gils snel) zorgt er alleen maar voor dat de mannen haar niet meer serieus nemen: ‘Dit is waarom ik drammers als jij zo haat.’ Zij ziet huilend haar wereld in elkaar storten. Je vraagt je af of het verstandig en eerlijk is geweest van regisseur Koos Terpstra om van deze welmenende activiste zo’n opgewonden standje te maken, want haar argumenten worden op deze manier vermalen. Ook was het niet zo sterk om het afgekloven symbolische beeld van de Titanic voor dit onderwerp van stal te halen.

Nazanin Taheri speelt de cynische nuchterheid zelve. Zij zat als jonge Iraanse vluchteling in een asielzoekerscentrum toen in de buurt Marianne Vaatstra werd vermoord en de publieke opinie de schuldige in het azc vermoedde. Zij staat nu best open voor een gesprek over de kwalijke kant van (te veel) vlees eten, maar ze verdomt het om zich ooit nog eens ergens schuldig over te voelen. De meeste humor, toch het beproefde middel om een zwaar onderwerp dragelijk te maken, komt van het geweldige, onderkoelde spel van Taheri.

De conclusie van de avond is even treurig als waar: ‘Om het klimaat te redden moet we dood. Als we niets doen gaan we dood.’ En zo eindigt deze zeer onderhoudende wedstrijd in 0-0, of eigenlijk in 4-4, want er wordt wel degelijk gescoord door het viertal. Maar misschien maakt het vierjarige meisje dat ons aan het slot via een audioverbinding toespreekt, nog de meeste indruk: ‘Ik hou jullie in de gaten.’

Foto: Bart Grietens