Eran: George, heb je het gehoord?
George: Ik heb het gehoord.
Eran: En, wat vind je ervan?
George: Tja, wat moet je er van zeggen?
Eran: Het is toch een schande! Het is toch niet te geloven? Je mag toch hopen dat er in tijden van welvaart en groei enig realistisch budget wordt vrijgemaakt voor kunst en cultuur? Er komt een beetje geld bij met als resultaat dat iedereen minder krijgt. Er worden keuzes gemaakt die goed uitpakken voor de minderheid en slecht voor de meerderheid. Het is toch niet te geloven!
George: Jij maakt je druk?
Eran: Ik maak mij zeker druk.
George: Ik zie het. Die stressader op je voorhoofd begint weer te kloppen, mijn vriend.
Eran: Natuurlijk! We moeten NU onze stem laten horen. Tot actie overgaan. Lobbyen en alle invloed die wij hebben uitoefenen. Niet een beetje daas wachten tot we naar de slachtbank worden geleid. Waarom maak jij je niet kwaad?
George: Jij bent toch kwaad voor twee? Is beter voor mij hart. Weet je wat het is? Laten we eerlijk zijn. Het kan niemand wat schelen. Zelfs dit blad waar wij nu instaan, de Theatermakeris overgaan tot de orde van de dag. De voorkant is niet op zwart, geen ‘je suis Hamlet’, geen oproep tot een mars of wat dan ook. Wat kun je dan van de rest van Nederland verwachten?
Eran: Tja.
George: Kijk, wij theatermakers onderling, wij maken ons heus wel een soort van druk, maar daarbuiten echt niemand. Er is geen maatschappelijk draagvlak voor wat wij doen, als sector. Dat is wel duidelijk. Als er acties zijn op het Malieveld, lopen daar theatermakers, acteurs, regisseurs. Geen bakkers, economen of stratenmakers.
Eran: Dat is toch diep verdrietig?
George: Misschien wel. Maar het is ook onze schuld. Het is omdat het ons, als sector, niet gelukt is buiten het bestaande cirkeltje mensen warm te krijgen voor wat wij doen. Zij, de meerderheid, denkt nog steeds dat we vaag zijn, saai. Elitair. Kunstzinnig en langdradig. Dat het niet voor hen is. Niet over hen gaat.
Eran: Ok. ok, je hebt gelijk. Maar wat gaan we nu dan daaraan DOEN
George: Eerlijk? Redden wat er te redden valt. Op de korte termijn. Maar daarna, als de klappen zijn gevallen. De keuzes zijn gemaakt en een deel van het veld zal zijn verdwenen, dan begint het pas.
Dan zullen we echt moeten laten zien wat we waard zijn. Nieuwe verhalen vertellen. Grotere doelgroepen daarmee aanspreken, buiten ons eigen speelplein zichtbaar zijn.
Eran: En tot het zover is rustig afwachten tot dat wat is opgebouwd voor een deel ineen zal storten? Sorry, daar pas ik voor.
George: Gelijk heb je!
Eran: Ik ga brieven schrijven! Ik ga spreken met politici en zorgen dat onze broeders en zusters ook in beweging komen. Ik ga het kleine beetje invloed dat ik heb, uitoefenen en ik ga niet zitten wachten tot rampspoed ons zal overkomen. Het gaat eventjes niet om ons en om ons gezelschapje nu, George. Het gaat om de hele sector. We moeten nu samen ervoor zorgen dat er nog een vijver zal zijn om uit te vissen. En als we dat met z’n allen hebben geregeld, die vijver, dan moet iedereen vooral zijn eigen hengeltje in die vijver gooien en proberen de grootste vis daaruit te vissen. Maar tot die tijd moeten we het SAMEN doen.
George: Prachtig, mijn vriend. En gelijk heb je. Spreek je uit. Verspreid het woord.
Eran: Ja, toch? Bedankt George. Denk je dat het gaat lukken?
George: Ik weet niet. Maar meer dan een poging kun je niet doen. Kom op, wat sta je hier nog, hup die barricades op. Geen tijd te verliezen
Eran: Ja, zo is het.
George: Enne, laat voor je die barricade opgaat nog even naar die ader kijken. Ziet er niet best uit.

Dossiers

Theatermaker september 2019