Het is vaker gesignaleerd: komedie, en dan vooral zedenkomedie, kan vaak impliciet een behoudende boodschap overbrengen. Ook Marijke Schermers nieuwe toneeltekst kan onder dat licht beschouwd worden.

We zijn getuige van twee gezinnen die samen een weekend door willen brengen op een Schots landgoed, eigendom van een van beide gezinnen. De complicerende factor is dat het om ‘moderne’ gezinnen gaat, waarbij de ex-partners met de nieuwe partners gezamenlijk en in gezelschap van vier van de vijf kinderen de wereld willen tonen dat het heel goed mogelijk is om, ondanks het verleden, in harmonie samen te komen. Het loopt uiteraard uit op een fiasco. Door de keuze van de toneelauteur voor dit thema en deze situatie is van meet af aan te voorspellen dat dit nooit het gelukzalige Woodstock-achtige weekend zal worden dat de gezinnen voor ogen staat: wat zou drama zijn zonder conflict?

Als een van de gezinsleden voorstelt een gezelschapsspel te spelen waarbij men om de beurt persoonlijke vragen beantwoordt, zet dat de toon voor het onvermijdelijke vervolg. De wonden die de echtscheidingen geslagen hebben, lijken nog niet geheeld. In een aantal stadia ontaardt het weekend tot het slagveld dat het in aanleg al was: het model van hoe een extended family zou moeten functioneren blijkt een onhaalbare utopie, en het streven ernaar alleen al is gedoemd te leiden tot frustratie en conflicten.

Dit kan overkomen als een kritische noot: wil de voorstelling bewijzen dat de moderne mens niet in staat is voorbij zijn eigen egoïstische emotionele behoeften te geraken? Schermer reserveert wel een plek voor enig optimisme: de jonge generatie slaagt er deels wél in harmonieus tot elkaar te komen, ook al wordt één van de vier door de onachtzaamheid van de volwassenen tot toevallig slachtoffer van de neurotische vaderfiguur.

De voorstelling moet het hebben van de rolverdeling: de vier acteurs spelen niet alleen de twee stellen, maar ook de vier kinderen. Over het algemeen laat More Theater Producties voor de spelers genoeg speelmomenten voorafgaan aan de première, maar deze keer was daar niet veel van te merken: de capabele toneelspelers die Jacqueline Blom, Mark Rietman, Annick Boer en Bas Hoeflaak ontegenzeggelijk zijn, lijken zich dit keer wat achteloos van hun taak te kwijten. De non-descripte regie lijkt hen te weinig steun te bieden. De belangrijke overgangen tussen de scènes waarin de acteurs van volwassenen tot kinderen transformeren, zijn slordig uitgewerkt, het onconventioneel te noemen slot zet een krachteloos punt achter een voorstelling die een onafgemaakte indruk achterlaat.

Het gegeven van een Schots kasteel voegt een gratuite laag toe aan het geheel: bij tijd en wijle wordt er gerefereerd aan het genre van het spook- of griezelverhaal. Dit gebeurt dan door middel van geïsoleerde en nogal potsierlijke licht- en geluidseffecten die wel thuishoren in kamerbreed Grand Guignol-theater maar zich slecht verdragen met de zedenkomedie die Schermer toch vooral lijkt te beogen.

Het decor, bij elkaar geharkt uit losse interieur-elementen, in een ongedefinieerde ruimte voorzien van een niveauverschil tussen de speelvloer voor de volwassenen-scènes en een lagere vloer voor de kinderscènes verleent deze voorstelling ook niet de samenhang die het behoeft. Als kritische zedenschets is de tekst te oppervlakkig uitgewerkt, als komedie is het niet puntig genoeg aangescherpt.

Foto: Annemieke van der Togt

Credits

cast Jacqueline Blom, Mark Rietman, Annick Boer, Bas Hoeflaak eindregie Corien van der Zwaag i.s.m. Marijke Schermer script Marijke Schermer licht Yuri Schreuders kostuums Daphne de Winkel soundscape Janne Piksen producent More Theater Producties