‘Na je dood weet je nooit wat er met je gebeurt’, verzucht Jouman Fattal in de voorstelling Limbo. Haar verzuchting is tegelijk ook aanklacht. Je hebt geen greep op de manier waarop anderen met jouw leven na je dood omgaan. Fattal heet Mary in Limbo, een vrouw die op haar eenentwintigste jaar is verkracht, gewurgd, in een greppel achtergelaten. Dat gebeurde in 1850, op Pinkstermaandag. Maar in 2018 gebeurde er op Pinkstermaandag precies hetzelfde: ook een meisje van eenentwintig, dat ook Mary heet, kwam op dezelfde manier om het leven. Tine Cartuyvels speelt deze Mary van nu. God heeft de dood twee keer vergeven, en dat kan eigenlijk niet. Mag één van hen terugkeren?

De titel van deze Frascati Productie verwijst naar het voorgeborchte, de plek die in het katholieke geloof hemel noch hel is en waar de gestorven ongedoopte kinderen verbleven. Pas in 2017 maakte de paus een officieel einde aan het idee van een ‘limbo’. In het prachtige toneelbeeld, ontworpen door Julian Maiwald, staan witte lelies, grafbloemen bij uitstek, in flesjes water. Aan het plafond tientallen gloeilampen en, midden op de speelvloer, een kubus van bruidswit gaas die dient als plek waarin de beide actrices kunnen verdwijnen en vanwaar ze weer te voorschijn komen. Bovenin hangt een luidspreker, waaruit af en toe de stem van God klinkt, excellent uitgesproken door Dic van Duin.

In de eindregie van Casper Vandeputte is Limbo een bijna surrealistische tocht door het tussendodenrijk, heftig, satirisch soms, weemoedig, poëtisch, dan weer woedend want vrouwen mógen niet zo jong gedood worden en weggehaald uit het leven. De beide actrices kleden zich in zijden gewaad als Doornroosje en Sneeuwwitje en verder dragen ze vooral huidkleurig strak ondergoed, dat ze tijdens een soort douchebeurt flink nat hebben gemaakt.

Ophelia, Jeanne d’Arc, Desdemona, Amy Winehouse en Janis Joplin treden aan als symbolen van vrouwen die ofwel op eigen kracht ofwel op gewelddadige wijze de grens van leven naar dood hebben overschreden. In het voorgeborchte zijn zij evenzeer dolende zielen die in hun hart het verlangen dragen naar leven, maar eigenlijk zijn ze toch dood. Dat is een mooie theatrale paradox. In het begin en aan het slot spiegelen de actrices elkaar in tekst en gebaar, want ze vonden dezelfde doodsoorzaak.

Prachtig is de scène waarin Cartuyvels God aanroept en hem verwijt dat hij hen veel te jong heeft laten sterven, allebei, en misschien mag één van hen terugkeren? Gods stem klinkt even geruststellend als ontwijkend, precies wat God moet doen. ‘Wie denk je wel dat je bent?’ vraagt Cartuyvels vertwijfeld. Het is een vergeefse vraag. Ook de hedendaagse discussie over #MeToo komt op indringende wijze aan de orde. Wat verbeelden mannen zich wel dat ze zomaar kunnen beschikken over vrouwen?

Limbo is een ontroerende en vooral krachtige voorstelling waarin de actrices en de regie een even authentieke als oorspronkelijke vorm hebben gevonden om de grenzen van het dodenrijk te verkennen. De dode vrouwen zijn op elkaar aangewezen en ze putten troost uit elkaars aanwezigheid. En ook hoop uit de spiegeling van elkaars doodsoorzaak, al zit er ruim anderhalve eeuw tussen. Het concept is afkomstig van Jouman Fattal en Marijke Schermer schreef de tekst. Tezamen geven zij een overtuigend beeld van het verlangen naar licht en leven in een schemergebied van de dood.

Foto: Julian Maiwald