Frappant. In het programmaboekje van Noorderzon staat dat Andy Warhol de huidige selfie-explosie ‘waarschijnlijk als een soort utopia’ zou hebben beschouwd. De zin staat in een tekst die hoort bij False Colored Eyes (Imploding Portraits Inevitable). Na het zien van de voorstelling kom ik tot een diametraal tegenovergestelde conclusie. Voor Warhol zou de selfie-cultuur een gruwel zijn, veel eerder een dystopie.

De titel suggereert dat al. Die verwijst naar de serie multimediagebeurtenissen die Warhol onder de titel Exploding Plastic Inevitable vanaf 1966 organiseerde. Choreograaf Chris Haring lijkt in False Colored Eyes vooral te focussen op de screenings die tijdens die evenementen werden gehouden. In tegenstelling tot de selfie-cultuur van tegenwoordig ging het bij Warhols portretten nooit om ‘zo mooi mogelijk’ maar om ‘zo echt mogelijk’.

Er heeft een essentiële verschuiving plaatsgevonden van ‘wie ben ik?’ naar ‘hoe ziet mijn beeld eruit?’. Het optimisme van Warhol, waarbij iedereen voor vijftien minuten een ster kon zijn, heeft plaatsgemaakt voor een narcistische overvloed. En juist dat laat deze overrompelende show zien.

Het begint in een kalm slowmotion waarbij elke danser van de ene pose naar de andere glijdt. Totdat er tergend langzaam een ritme hoorbaar wordt en een danseres zich van de anderen losmaakt. In een razendsnelle opeenvolging van bewegingen persifleert ze de sexy houdingen die zo populair zijn op een site als Instagram. T-shirt omhoog, broekje half naar beneden. Alleen de verleidelijke blik ontbreekt.

Die blikken krijgen we later. Levensgroot in split screen geprojecteerd op de achterwand. De op het toneel aanwezige camera’s, bediend door de dansers zelf, brengen details in beeld die je misschien liever niet zag. Met ultra close-ups wordt er genadeloos ingezoomd op de lijven van de dansers. Nog intiemer wordt het als de camera’s naar binnen lijken te gaan in twee wijd opengesperde monden.

Door de split screen lijken lichamen te vervloeien. En door de projectie mee te nemen in een shot ontstaat er een droste-effect: de vijf dansers worden een menigte.

Het is een psychedelische beeldenvloed die Haring ons hier voortovert, met camera’s die dansers geworden zijn, camera’s die vervormen. Een genadeloos commentaar is het ook, op de doorgeschoten selfie-cultuur waarin iedereen denkt even een ster te kunnen zijn.

En daarom zou het Warhol een gruwel zijn: waar hij in zijn screentests individuen nog tot kunst verhief door ze te laten zien hoe ze werkelijk zijn, is de huidige selfie-mens een inwisselbare geworden.

Foto: Michael Loizenbauer