Twee spelers, onopvallend gekleed, bouwen een wand van witte dozen, doos na doos, alsof ze een muur van baksteen metselen. Op de vloer van Frascati 2 in Amsterdam is een foto geprojecteerd. Die is liggend, dus er is voor toeschouwers niets op te onderscheiden. Verschijnt die wand van witte dozen, dan komt fragment na fragment van de foto tevoorschijn. De foto verandert van horizontaal tot verticaal. Het is een van de onderdelen van de voorstelling Three portraits van performance-kunstenaar en voormalig danseres Sarah van Lamsweerde. Na drie kwartier toont de witte wand de volledige foto. Tachtig mensen staan erop, in alle leeftijden. Mannen en vrouwen, jong en oud. Ze dragen allemaal een medaille. Een rotspartij vormt het decor; de mensen leunen ertegen, liggen op de reusachtige stenen.

Van Lamsweerde vond de foto op een rommelmarkt. De toeschouwer snakt naar het verhaal achter die foto. Wie zijn deze mensen? Waarom dragen ze een medaille? Het enige wat bekend is, is het jaar 1929 dat ergens in de rots staat gekrast. Maar Van Lamsweerde weet evenmin iets van de foto als wij. Dat maakt het kijken ernaar op een tergende manier spannend. Je wilt het verhaal achter deze mensen weten, maar je krijgt het niet. Van Lamsweerde brengt op deze manier een hommage aan een staatsieportret dat anders volkomen in de vergetelheid zou zijn geraakt.

Dit eerste deel heet Montage, deel twee heet With guest appearances by… Toeschouwers dwalen met een hoofdtelefoon op door zaal Frascati 3. Zwarte gordijnen die heen en weer bewegen vormen een levend doolhof van gangen. Een stem in het Engels fluistert in ons oor dat we door een landhuis dwalen, nogal spookachtig ingericht met schilderijen, zwaar meubilair, zelfs een harnas. Opeens verschijnen er performers in beeld, en verdwijnen weer. Of ze zitten plots op een stoel, geheel bewegingloos.

Het gezelschap van bezoekers gaat een ronde trap op naar de techniekcabine. Van daaruit kijken we omlaag en op de vloer ontvouwt zich een prachtig tafereel: de performers gaan op de grond liggen of leggen hun stoelen met de rugleuning op de grond. We kijken naar het roerloze groepsportret vanuit een bijzonder perspectief, namelijk van boven. Hier speelt Van Lamsweerde subtiel met perspectief.

Tot slot begeeft de bezoeker zich naar een installatie in een achterzaal van de Brakke Grond. Opnieuw ben je omsloten door zwarte gordijnen; je zit aan een lange tafel. In de verte verschijnt uit het duister het Portret van een jong meisje van de Vlaamse schilder Petrus Christus uit ca. 1465-1470. Niemand weet wie zij voorstelt. Haar anonimiteit is een van de spannendste onderwerpen uit de beeldende kunst. Opnieuw een fluisterende stem via de hoofdtelefoon in ons oor. De vrouwenstem laat weten dat alles om deze vrouw heen glanst en gloed bezit. Zij is een uitverkorene op wie je wel verliefd moet worden.

Van Lamsweerde noemt haar project ‘performance-installaties’. Dat is een juiste benaming. Traditioneel theater kunnen we van haar niet verwachten. Het is subtiel en verstild, en aan de toeschouwer wordt veel eigen verbeeldingskracht overgelaten. Three portraits ontwijkt welbewust elke psychologie of drama. Het is mooi en melancholiek, en toch zou ik gebaat zijn bij wat context. De groepsfoto van de mensen in die entourage van rotsen heeft zoveel drama, juist door die anonimiteit, dat ook hier een tekst gepast zou zijn. Dat neemt niet weg dat Three portraits de bezoeker aan het denken zet over het verschijnsel portretten: van een anonieme groep, van performers die zich groeperen tot een foto en van een edelvrouw uit de late middeleeuwen. Deze trilogie is op innige manier raadselachtig.

Foto: Guus Rijven