Ons politieke huis staat in brand in Exit Poll. De jonge schrijvers Joeri Heegstra en Max Wind schetsen een even haarscherp als genadeloos satirisch portret van de staat van de democratie, met veel spelplezier gebracht door de vier ervaren acteurs van HNT. Onder de hilarische oppervlakte schuilt een donkere kijk op de drijfveren van de machthebbers en het politieke spel. Achter de drijvende ijsschotsen en dwars door de rookgordijnen heen schuilt een beetje hoop. In de verte.

Exit Poll is de eerste productie van een meerjarige samenwerking tussen Theater Bellevue en Het Nationale Theater. Uit een open call voor schrijvers is de tekst van het auteursduo Max Wind en Joeri Heegstra geselecteerd. Het uitgangspunt van Exit Poll: stel dat bij de volgende Tweede Kamerverkiezingen tachtig procent van de Nederlanders blanco zou stemmen? Wat dan? Wind en Heegstra hebben zich in de verte laten inspireren door het boek De stad der zienden van de Portugese schrijverJosé Saramago.

Op de verkiezingsavond wachten de politieke partijen onder hoogspanning op de eerste uitslagen, de ‘exit poll’. Om beurten nemen we een kijkje bij de twee tegenpolen: de gedoodverfde winnaar, politieke nieuwkomer VTP, een partij van jonge techno-optimisten onder leiding van Lisa (Tamar van den Dop) die zich al warmloopt voor de overwinningsspeech, en de conservatieve partij HUP van Gerjan (Rick Paul van Mulligen), premier en partijleider, die zich al ijsberend voorbereidt op een historische nederlaag.

De acteurs spelen alle vier dubbelrollen. In de regie (Belle van Heerikhuizen) is er duidelijk niet voor gekozen om in de kostumering – met hoedjes en dasjes – de verschillen tussen de personages aan te geven; in mimiek, lichaamshouding en taalgebruik moet een en ander duidelijk worden. Vooral bij Van den Dop is dat in het begin nog even wennen, omdat het bij allebei haar rollen om een gelijksoortige energie gaat. Zij speelt, behalve partijleider van de nieuwe partij, de VTP, ook de rol van de tweede vrouw bij de rivaliserende partij HUP.

Bij Elvira (communicatie VTP) en Lily (stagiaire fractiemedewerker HUP) is het meteen duidelijk: Denise Aznam speelt de rol van Lily met een zachte g en een naar beneden gerichte blik waardoor zij meteen herkenbaar is. Het is even ontroerend als treurigstemmend hoe zij haar grenzen aan probeert te geven in een omgeving die daar geen enkele belangstelling voor heeft. Als Elvira spreekt ze keurig ABN en is ze door de wol geverfd.

Van Mulligen is als techneut bij VTP, de partij die aan de hand van algoritmen de wereld wil veranderen, heerlijk over de top; als premier is hij even koelbloedig als vilein. Yela de Koning speelt zowel de rol van de springerige campagneleider voor Lisa als die van Bregje, een soort mysterieuze spindoctor bij HUP, ondoorgrondelijk, cynisch tot op het bot maar ook analytisch haarscherp.

De tekst is heerlijk hedendaags, zonder plat te worden, met flitsende dialogen waarin de verhoudingen razendsnel geschetst worden. Het uitgangspunt is actueel genoeg: nog maar een kwart van de Nederlandse kiezers zegt op dit moment vertrouwen te hebben in de politiek en dat percentage daalt al jaren. Spindoctor Bregje is keihard in haar analyses: ‘In Nederland is politiek conflict dood en zijn partijen ideologieloze hompen klei die eigenlijk allemaal ongeveer hetzelfde vinden.’

Het is een sterke keuze om het stuk te laten afspelen in de nacht van de verkiezingen: alles staat op scherp. We kijken mee met de verwachtingen in beide kampen, zien de teleurstelling, de verbijstering, de (vergeefse) pogingen om greep te krijgen op deze totaal onverwachte wending die maakt dat de gedoodverfde winnaars (VTP) eigenlijk voor hetzelfde geld verliezers kunnen worden genoemd. Geweldig hoe je Van den Dop als partijleider na de uitslag in een paar seconden een heel scala aan emoties ziet doormaken, alleen met haar mimiek: verbouwereerdheid, ontzetting, totale shock en vrijwel meteen ook de innerlijke zoektocht naar een reddingsboei, een glimp van een oplossing.

Soms richt een van de personages zich rechtstreeks tot het publiek waardoor wij bijvoorbeeld te weten komen dat Elvira, nota bene de communicatiemedewerker van VTP, zelf ook blanco heeft gestemd. Dat geeft een extra dimensie en spanning aan de voorstelling.

Het decorontwerp (Ruben Wijnstok) bestaat uit een aantal ruimtes, van elkaar gescheiden door wanden van glas en staal, moderne kantoren waarin de luxaflex in het begin wordt dichtgedaan. Nergens is te zien dat het feestlocaties zijn, respectievelijk een luxe hotel in de randstad en partycentrum De Toeter in Ede-Wageningen; het enige rekwisiet is een fles champagne die nooit opengaat.

Het is een zomeravond, alom wordt geklaagd over de verzengende hitte. Wanneer de temperatuur langzaam tot een kookpunt komt, draait iedereen door, in een poging tot polderen in een pand dat letterlijk in brand staat. Uiteindelijk eindigt de voorstelling enigszins hoopvol waar hij begon: met een speech van Elvira, de ‘communicatie-tovenaar’. Ze doet de luxaflex open en laat het licht binnen en houdt een totaal andere speech dan die ze eerder op de avond aan het voorbereiden was voor haar baas. Ze spreekt nu als zichzelf, als een van de blanco stemmers, als de zegsvrouw van een nieuwe beweging van mensen die protesteren en nee zeggen tegen het systeem omdat alles anders moet: ‘Vandaag hebben we een glimp kunnen zien van wat we collectief voor elkaar kunnen krijgen.’ Zo krijgt deze dystopische politieke satire toch nog een hoopvol randje.

Foto: Casper Koster