De jonge jurist Jude is in zijn jeugd zo vaak misbruikt en verkracht door oudere mannen, die zich voordeden als zijn beschermer, minnaar of zelfs vaderfiguur, dat hij niemand meer vertrouwt en zichzelf beschadigt uit verdrongen schuldgevoel. Schrijfster Hanya Yanagihara schreef een 700 pagina’s dikke roman over hem en zijn drie vrienden, die als jonge mannen samen wonen in een klein appartement.

Haar boek, A Little Life, is een wereldwijde mega-seller, al zijn er ook bezwaren tegen geuit: het is allemaal te veel, te veel aan ellende, te veel aan geweld, te veel aan clichématige situaties, maar toch, geven ook de critici toe, kun je het niet wegleggen. Dus is het een regelrecht compliment voor Ivo van Hove, de leider van wat vorige maand nog Toneelgroep Amsterdam heette, dat de schrijfster hem uitkoos om als eerste in de hele wereld een theaterbewerking van haar boek te maken.

Van Hove is intussen een beroemdheid in Londen en New York, zeker sinds zijn samenwerking met David Bowie, maar je zou het ook een zeer verstandige keuze van Yanagihara kunnen noemen. In Nederland (en Vlaanderen) is een losse manier ontwikkeld om boeken voor het toneel te bewerken, met een half-realistisch eenheidsdecor, scènes kunnen door elkaar worden gesneden, de acteurs kunnen het verhaal gedeeltelijk vertellen en voor een ander deel spelen. Een combinatie van afstandelijkheid en inleving die vaak zeer effectief is.

Dramaturg Koen Tachelet heeft ook nu goed werk verricht, de 700 pagina’s en 30 jaar van het boek zijn tot vier uur spannend en helder toneel bewerkt, hij geeft de acteurs alle gelegenheid flink uit te halen en toch zichzelf te blijven; ze worden niet jonger of ouder geschminkt dan ze zijn. Jan Versweyveld heeft niet zozeer een decor ontworpen, maar een ruimte gecreëerd, met in het midden een simpele, losse wastafel, waaraan Jude zich schoon zou willen wassen. Daaromheen zijn op een afstand losjes de werkruimtes van zijn vrienden geplaatst, de keuken van de flat, de operatietafel van een arts en in projectie zien we aan weerszijden groot de straten van New York waar het verhaal zich afspeelt.

Het begint heel luchtig met muziek, een feestje en een discussie of post-zwart (in de betekenis van: ik ben er overheen om me zwart te noemen) wel een etnische aanduiding kan zijn. Huisgenoot JB, de schilder (gespeeld door Majd Mardo), gebruikt wel erg veel drugs, maar maakt beeldschone schilderijen; Willem, de acteur (Maarten Heijmans), zegt niet zoveel ambitie te hebben, maar moet wel vaak naar het buitenland om te filmen; de zwarte Malcolm (Mandela Wee Wee), heeft zijn droom als architect onafhankelijk te blijven moeten opgeven.

Maar wat is er met de briljante advocaat Jude (Ramsey Nasr) aan de hand? Waarom wil hij niet over zijn verleden, zijn afkomst, zijn jeugd praten? Waarom verminkt hij zich in het geniep? Langzaam komen we erachter, dat hij een vondeling was, die in het klooster en op zijn katholieke kostschool gruwelijk is verkracht door de paters die hij vertrouwde. Hans Kesting is de hypocriete broeder Luke, die beweert Jude te beschermen, maar die hem in feite prostitueert. Hij speelt ook twee andere mannen die Jude misbruiken, een dr. Taylor die hem van straat opraapt en gevangen zet en Caleb, een sadistische manager, die Jude mishandelt.

Een maatschappelijk werkster Ana (Marieke Heebink) is niet in staat het kwaad te stoppen. De oudere Harold (Steven Van Watermeulen) werpt zich op als adoptief vader van Jude. Hij tracht tevergeefs lekkere hapjes voor hem te koken en de steeds toenemende rotzooi op te ruimen. Ook de huisarts Andy (Eelco Smits) wil Jude redden, maar voelt zich machteloos.

Er wordt prachtig gespeeld, in de eerste plaats door Ramsey Nasr die zonder te overdrijven een aandoenlijke en wanhopige Jude neerzet, maar ook door Maarten Heijmans als zijn beste vriend, de sympathieke acteur Willem, die uiteindelijk ook zijn minnaar wordt.

Als je het verhaal zo vertelt is het een uitgerekte, ongeloofwaardig gruwelijke soap, waar veel bloed, bloot en geweld aan te pas komt. Maar er is meer aan de hand. Ontroerend zijn de momenten waarop de personages een eerlijke poging doen elkaar te helpen en het tegelijk moeilijk vinden die hulp te aanvaarden. Hanya Yanagihara zelf ziet de vertelling volgens Ivo van Hove als een sprookje waar een jongen via vreselijke ervaringen volwassen moet worden.

Als je het bloed en de al te erge wreedheden wegdenkt, kun je het verhaal ook interpreteren als een pleidooi om bereid te zijn belangeloze liefde te ontvangen, ook als je vreselijke ervaringen achter de rug hebt. Dan is het niet zozeer een gruwelsprookje maar komt het dichter bij de levenservaringen van gewone mensen. Ik heb het idee dat Hanya Yanagihara een goede keuze heeft gemaakt en dat deze voorstelling van Ivo van Hove, waarin we herkenbare mensen zien in extreme situaties, ook internationaal furore zal maken.

Foto:  Jan Versweyveld