Wat als je geen handen maar in plaats daarvan scharen hebt, ben je dan verknipt? Maakt onbekend onbemind, of kun je niet alleen als gast worden opgenomen in een gemeenschap maar daar ook daadwerkelijk deel van uit gaan maken? Maar hoe overwin je wantrouwen en angst? Hoe voorkom je dat je meteen weer wordt uitgestoten? Klinkt als een zeer actuele voorstelling over immigratie en de vluchtelingenproblematiek? Welnee, dit is Edward Scharenhand, een vrije maar tevens opvallend getrouwe bewerking van Tim Burtons filmklassieker uit 1990 met Johnny Depp in de hoofdrol.

‘Er was eens, er was eens, een heel groot probleem en dat probleem leefde helemaal alleen.’ Met deze klassieke en geruststellende woorden begint de nieuwste voorstelling van Theater Sonnevanck. We bevinden ons in het dorpje Gul, door de inwoners op zijn Goois uitgesproken als ‘Geul’. Een dorp dat trots is op zijn gastvrijheid, want ‘een Gulle deur staat altijd open, zodat een ieder naar binnen kan lopen’. Maar hoe gastvrij is het dorp in werkelijkheid?

Weeskind Magdalena (Dorien van Gent) is liefdevol in de armen gesloten door tante Maria (een heerlijke rol van Juul Vrijdag), redt elke gewonde cavia die ze maar vinden kan en geeft ze namen. In het inventieve carrouseldecor van Morgana Machado Marques verandert een buurthuis in luttele secondes in de de ruimte waar Magdalena in vele kooien de cavia’s liefdevol verzorgt én namen geeft en in een prachtig onderhouden tuin. Daar ontmoet zij samen met Juda, zoon van hipstervoorganger Barry, een man met vlijmscherpe scharen als handen.

Juda gooit in blinde paniek cavia Marijke richting het onbekende wezen en beiden vluchten. Als hij even later Marijke terug komt brengen, schrikt ook tante Maria, maar zij verwelkomt hem snel, zoals het Gul betaamt. Magdalena moet aanvankelijk niets van Edward Scharenhand hebben en noemt hem Edward S, want ‘enge mannen krijgen in de krant altijd maar één letter’ en zij zit maar mooi met een cavia met een trauma. Edward zelf is vooral onzeker en geen omgangsvormen gewend. Hij wordt met een mooie mengeling van onzekerheid en onhandigheid gespeeld door Marcel Osterop. Trillend zingt hij zijn bewust te hoog getoonzette partijen, maar zorgt er tegelijkertijd voor dat het publiek keer op keer schrikt van de vervaarlijk ogende scharen.

Al snel ontdekken Magdalena en Maria dat Edward niet alleen geweldig kan snoeien – hij knipt een groen gedicht in de vorm van een engel – maar ook als kapper in staat is tot ‘het kapsel van de eeuw’. Juda en zijn vader Barry (beiden gespeeld door Freek den Hartogh die ook de composities voor zijn rekening neemt) blijven wantrouwend en jaloers.

In wat volgt, is voor ouders de film van Burton duidelijk te herkennen, terwijl kinderen een duister en onderhoudend sprookje voor alle leeftijden zien dat echt spannend durft te zijn én in tegenstelling tot de meeste sprookjes niet alleen maar goed afloopt. De religieuze verwijzingen in de bewerking van regisseur Marije Gubbels zijn overduidelijk en al in de eerste scène is zowel een duif als een kaars te zien. Zonder daar de nadruk op te leggen, laat Edward Scharenhand ook de hypocriete keerzijde zien: idealistisch en gul willen zijn, maar dit vooral ter meerdere eer en glorie van jezelf of onder het mom van veiligheid ‘oppakken en uitzetten’ propageren.

Zoals vaker bij Theater Sonnevanck zit deze diepere en kritische laag het verhaal geen moment in de weg. Het jeugdige publiek ziet vooral een aandoenlijke en onzekere Edward, een tante die goed bedoelt maar faalt en een even naïeve als felle Magdalena.

Foto: Sanne Peper