De vader van Fien Leysen zou tijdens een reportage benoemd zijn tot ‘Deputy Sheriff’ in een stad in Alabama, helemaal in het verre Amerika. In zijn Mechelse stamcafé en op familiebijeenkomsten liet hij dat graag horen. Maar is dat verhaal wel waar? In Alabama gaat de dochter op zoek naar de staat van toen en nu, naar het documentair televisiewerk van haar vader toen, naar ‘antwoorden op vragen die hij niet heeft gesteld’. Het wordt een warme en boeiende roadtrip.

Een groot flikkerend neonreclamebord van Alabama leidt ons naar de zaal met op het podium een lange bar, daarboven vijf schermen en een heel groot scherm waarop beelden van een football-wedstrijd te zien zijn. Het commentaar staat luid. Als Steven De bruyn, een vermaard jazzmuzikant, en Fien Leysen opkomen, gaan de schermbeelden uit. Leysen treedt naar voren, en begint haar verhaal, dat ze daarna verderzet vanachter haar tafeltje waar ze video bedient en vertelt. Beelden en teksten zullen elkaar afwisselen. Beelden van de reportage van haar vader, 45 jaar geleden, beelden van haar reportage van nu.

Uitgangspunt is het verhaal van haar vader. Even situeren voor de Nederlandse lezer. Haar vader Kris Leysen, was een van de negen kinderen van de in Vlaanderen zeer bekende Bert Leysen, de eerste televisiedirecteur, de pionier van de Vlaamse televisie. Kris was ook de broer van de vorig jaar overleden legendarische acteur Johan Leysen, en van Frie Leysen, de festivalprogrammateur die onder andere De Singel in Antwerpen heeft opgericht en daarna het jaarlijkse internationale Kunstenfestivaldesarts leidde. De Leysens vormen een artistiek familie.

Kris Leysen stierf in 2014 op 66-jarige leeftijd na een lange ziekte. In de jaren ’70 en ’80 was hij een bekend televisiemaker. Hij produceerde onder andere het populaire Tienerklanken voor jongeren, het Liegebeest voor kinderen, en Tussen Hemel en aarde, een soort talkshow met reportages. In 1978 ging hij daarvoor naar Birmingham in de staat Alabama op zoek naar de ervaringen en gevoelens van buitenlandse uitwisselingsstudenten in de ‘Magic City’. Hij werd er door de sheriff tegengehouden omdat die weleens wilde weten wat die mannen in een wagen vol opnamemateriaal daar kwamen doen. Die benoemde hem vervolgens tot Deputy Sheriff. Zo was hij veel betrouwbaarder voor de lokale bevolking en kon hij gemakkelijker zijn reportage maken. Dat verhaal, dat hij Deputy Sheriff is van Birmingham Alabama, vertelde hij graag, zijn verdere leven lang. Maar is het wel waar?

Na een lange voorbereiding, onderzoek in BRT-archieven en interviews met oud-collega’s en bekenden, vliegt Fien zelf naar Alabama. Tijdens haar vliegreis bekijkt ze nog eens de reportage van haar vader van toen, neemt ze de planning voor haar zoektocht door. Het wordt een moeilijke zoektocht naar mensen die toen in de reportage van Kris Leysen aan het woord en in beeld kwamen. De namen waren onbekend, de sheriff van toen is overleden. Zijn er nog mensen die hem toen ontmoet hebben? Wat weet de huidige sheriff? Zo gemakkelijk is die, in haar totaal vijf weken durende verblijf, niet te pakken te krijgen. Waar zijn er inwoners van toen?

Fien gaat ook op zoek naar plekken. Sommige stukjes zijn herkenbaar en probeert ze in beeld te krijgen vanuit hetzelfde oogpunt als haar vader. Veel plekken zijn platgelegd, er staan nieuwe gebouwen, of er is helemaal. Het bruisende leven van toen is totaal niet terug te vinden. De Magic City lijkt nu een slaapstad.

Ze vergelijkt reportagebeelden van toen met haar eigen opnames. Ze laat de beelden rustig voorbijschuiven, met en zonder commentaar, vaak begeleid met sfeervolle muziek. De mondharmonica galmt af en toe, bromt, haalt uit. Slides, ook op de gitaar, prikkelen, laten je meeglijden in haar gevoelens en twijfels, over het werk van haar vader, over haar aanpak, over hoe je iets kunt vertellen, hoe je iets deelt. Was zijn terugkomende vraag ‘zijn of hebben?’ toen wel gepast? Hij maakte trage televisie, iets wat nu niet meer mogelijk lijkt, iets wat nu nog alleen in het theater te zien kan zijn.

Leysen maakt traag theater. Het langzame ritme, het verglijden in de tijd die ruimte biedt om te mijmeren, om mee te gaan in de sfeer en de gevoelens, de weemoed en ontroering, dat maakt deze voorstelling zo bijzonder. Het is niet alleen een reportage met vragen over haar vader, het is een universele queeste naar mensen, naar het verleden, een queeste met hindernissen, met veel wachten en geduld. Veel gaat herkenbaar mis. Maar er zijn onverwachte verrassingen, hoogtepunten.

Fiens eerste solo Wat (niet) weg is (2017) ging over verlies en missen, over herinneringen kunnen, willen, moeten wissen. Uitgangspunt was de dood van haar vader. In Alabama gaat ze op zoek naar een stuk leven van haar vader. Naar zijn werk. Zij doet eigenlijk hetzelfde in het theater als wat hij deed voor de televisie. Hij heeft haar werk nooit gekend. Zij ontdekt nu zijn werk. En zoekt naar hem als maker achter die reportage.

Op het afscheid van haar vader stond op de koffietafel een bokaal, met allerlei spreuken, uitspraken van hem, ‘iets grappigs of onverstaanbaars, of misschien wel iets betekenisvols’. Zelf denkt ze nog steeds als ze de auto instapt aan zijn waarschuwing ‘rijd voorzichtig hé manneke’. Het relaas van haar tocht doorspekt Leysen met zulke mooie weetjes en zinnen.

De voorstelling gaat niet over het huidige politieke en maatschappelijke klimaat in Alabama. Heel even komt ‘schoolshooting’ ter sprake en stelt ze zich vragen over de aanpak, maar verder gaat ze niet in op arm-rijk-toestanden, op de politiek, op mistoestanden. Ze stelt zich daarover wel vragen, maar wil haar doel niet loslaten: weten of haar vader ‘Deputy Sheriff’ van Birmingham was. En dat maakt de voorstelling ook mooi.

Een aantal jaren geleden vertelde Leysen mij wat haar tot theater maken drijft. ‘Ik maak en vertel om stil te staan, om iets beter te begrijpen en om het te delen. En dan zit daarachter telkens de hoop dat het voor iemand van belang kan zijn. Dat het troost, raakt, of iets losmaakt.’ Dat deed ze tot nu met al haar producties. In het begin met beperkte middelen. In Alabama doet ze dat, met dezelfde poëtische inzet. Maar ze kan het nu wat grootser doen, dankzij de techniek en de vaardigheden die ze bij het gezelschap BERLIN heeft verworven.

Foto: Koen Broos