Een in het Brabants zingende muzikant die in de Groningse Veenkoloniën een zaal goed gevuld weet te krijgen. Het lijkt uitgesloten. Maar Gerard van Maasakkers is hors concours. Al veertig jaar lang weet de singer-songwriter – geboren in Nuenen, getogen in Budel en tegenwoordig woonachtig in Gent – een groot publiek aan zich te verplichten met zijn innemende liedjes. In Cuijk net zo makkelijk als in Stadskanaal. Voor de gelegenheid vernederlandst hij zijn repertoire enigszins zodat iedereen het kan volgen. En dan blijken zijn teksten bij iedereen een snaar te raken.

Veertig jaar, meer dan 160 liedjes. Liedjes die altijd ‘uit het leven gegrepen zijn’. Bij Van Maasakkers is dat geen cliché. Hij maakt ons in kleine verhaaltjes daadwerkelijk deelgenoot van zijn woede, zijn verdriet, zijn blijdschap. In zijn programma ’40 jaar liedjes’ legt hij uit hoe dat in zijn werk gaat: wandelend. ‘Dan maak je je hoofd leeg. En dan ontstaan de eerste zinnen. Later werk ik die uit aan de keukentafel.’

Een selectie van zijn enorme oeuvre heeft hij onlangs verzameld op een driedubbel-cd en voor zijn theaterprogramma heeft hij daar weer een keuze uit gemaakt. ‘Theaterprogramma’ is misschien een te groot woord voor de twee keer een uur durende avond. Afgezien van een enkel praatje tussendoor doet de muziek zijn werk. In die praatjes toont Van Maasakkers zich een warme podiumpersoonlijkheid die wel iets weg heeft van Toon Hermans. Gepaste stiltes laten vallen, een beetje de zaal inkijken, of de zaal aan het lachen krijgen door simpelweg te vragen of de pauze een beetje bevallen is. Hij hoeft weinig te doen om een intieme sfeer te creëren.

Maar het draait natuurlijk om de muziek en die is verrassend mooi. Verrassend, omdat veel van zijn liedjes een nieuw arrangement hebben gekregen en daardoor sterk afwijken van de versie op het album. Een nummer als ‘De Stilte’ krijgt nu bovenop de herhalende, strakke gitaaraanslag een fraaie, zeer jazzy pianosolo. Een versie die erom vraagt opgenomen te worden. Net als ‘Water en lucht’, dat naast zijn onnadrukkelijke reggaeritme ook nog een lekkere New Orleans-swing meekrijgt.

De indrukwekkende solo in ‘De Stilte’ wordt gespeeld door Mike Roelofs, die Van Maasakkers ook terzijde staat op bas en melodica. Veel van zijn ragfijne arrangementen tillen de muziek naar een ongekend hoog niveau. Maar ik vermoed dat het vooral de samenwerking met zijn levenspartner Frank Cools is die zijn liedjes zo’n nieuw geluid hebben gegeven. Met Cools maakte hij eerder het programma Maar liefje, nu heb je geen voetjes en nu staat Cools bescheiden – het is tenslotte de jubileumshow van Van Maasakkers – op de achtergrond. Maar wat doet hij daar veel mooie dingen! Vaak heel klein (letterlijk: op een ukelele), soms adembenemend knap, bijvoorbeeld als hij een trompetsolo doet. Zonder trompet. Cools kan dat. Daarnaast vormen hun stemmen een prachtige twee-eenheid.

En hoe Brabants ook, moeiteloos krijgt hij de Groningse zaal aan het meezingen in ‘Hee Gaode Mee. Terwijl we nog bijna drie maanden op carnaval moeten wachten!

Foto: Ronald Rietman